Het radioprogramma Radio Tour de France is weer begonnen. Het officieuze begin van de zomer. Als ik de tune van dit programma hoor vind ik drie weken lang champagne niet zwaar overgewaardeerd; is de Cote de Provence rosé is in huize Posset niet aan te slepen en sla ik bij mijn ochtendcappuccino zo een hele camembert achterover.Ik heb de Jeu de Boules ballen tussen de spinnenwebben vandaan getoverd en meteen maar de badmintonrackets, die na al die jaren meer op vlindernetjes lijken, pontificaal op de tuintafel gelegd. Een zomer zonder badminton is immers een flutzomer.
Ook ben ik op zoek gegaan naar de digitale cursus Frans die ik vorig jaar had aangeschaft. Deze is helaas sinds een dag verlopen. Ik had hem namelijk vorig jaar bij de eerste klanken van Radio Tour de France aangeschaft en die krengen zijn maar twaalf maanden geldig. Maar zo’n futiliteit krijgt mij niet klein. Ik heb direct een nieuwe cursus gekocht. Ik voel aan mijn wateren dat ik dit jaar wel de volledige cursus van 36 afleveringen met goed gevolg ga volbrengen. De eerste vier hoofdstukken kan ik inmiddels dromen. Die zijn de afgelopen 15 jaar namelijk niet veranderd dus ik kan blind doorstomen naar hoofdstuk vijf. Als ik me niet vergis brengt dat hoofdstuk ons naar de plaatselijk slager. Le Lapin en L’agneau zitten al in mijn bourgondische geheugen gegrift dus wie doet mij wat. Ik zit er zelfs aan te denken om de eerste twintig hoofdstukken te schrappen. Want ook bij de visboer en de bakker sla ik me er wijzend en schreeuwend wel doorheen. En de wijnhandel kent al helemaal geen geheimen voor me.
Kortom, Radio Tour de France brengt het beste in me naar voren. Ik pink een traantje weg bij de Amazing Stroopwafels en koop bij iTunes een album van Julien Clerc. En daar heb ik al meteen mijn eerste meevallertje van de officieuze zomer te pakken. Ik blijk alle albums van Julien Clerc al gekocht te hebben. Plechtig zweer ik dat ik dit jaar ruimte vrijmaak om ze ook daadwerkelijk allemaal te beluisteren. Om mezelf te overtuigen dat ik het echt meen spuug ik tussen mijn vingers. Precies tussen de ogen van de poes die van schrik op mijn schoot springt waardoor de laptop in honderden stukjes op de vloer uiteenspat. Net als ik onze poes bij zijn nekvel tegen de muur wil kwakken hoor ik Charles Aznavour op de achtergrond zingen over het bohèmiense leven van een kunstenaar. De poes krijgt een knuffel en ik schiet weer vol. Heb ik eigenlijk al alle albums van de grote Aznavour aangekocht, vraag ik me af?Ik druk me op mijn hart dat dat het eerste is dat ik moet doen als ik een nieuwe laptop heb aangeschaft en geïnstalleerd.
Voordat ik naar de winkel snelde, smikkelde ik in een paar flinke happen een stuk brie weg. Een derde fles rosé trok ik open. Ik dagdroomde over de Ardeche en de Champs-Elysees. Ik wilde zelfs in het wilde weg een deuntje gaan fluiten toen ik uit mijn radio de verschrikkelijke woorden hoorde: ‘en dan gaan we nu weer live over naar de koers, Gio Lippens wordt het weer een hemeltergend saaie dag die eindigt in een massasprint?’ Want hoe geweldig Radio Tour de France ook is, aan dat gelul over wielrennen zal ik nooit wennen.