De VVD in Utrecht is op de bres gesprongen voor de bitterbal. Op het eerste gezicht een actie van niets. Maar in het voordeel van de VVD spreekt dat zij slechts reageren op een motie van de Partij voor de Dieren, die werd gesteund door GroenLinks en D66. Zij willen namelijk dat er bij de gemeente alleen nog maar bittergarnituren worden geserveerd waarbij minimaal de helft van het gebodene bestaat uit vegetarische en veganistische hapjes. Twee jaar geleden was er al net zo’n rel in de Drentse gemeente Tynaarlo. GroenLinks wilde dat er tijdens de vergaderingen vegetarische wraps met humus werd geserveerd. Het CDA maakte zich hard voor het behoud van de bitterbal.
Helaas kan ik niet achterhalen wat de PVDA en de SP hebben gestemd in deze kwesties. Het lijkt wellicht een futiliteit maar dat is het niet. De bitterbal is bij uitstek de snack die rondging bij de grote stakingen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Het is de snack van de voetbalkantines en de feestjes van tante Sjaan en opa Jan. Geen snack die zo volks en tegelijkertijd zo feestelijk is als de bitterbal. Als je de bitterbal van je afkeert kun je net zo goed pleiten voor het afschaffen van bier. Omdat je als links nu eenmaal vindt dat champagne een veel feestelijker drankje is dan dat ordinaire bier. Bovendien krijgen bierdrinkers veel vaker zin in shoarma. En dat is natuurlijk foute boel!
Ondertussen heb ik te doen met de buitendienstmedewerkers van de gemeente Utrecht die in de toekomst hun vijfentwintigjarige dienstverband vieren. Tegen elke bezoeker die hem hartelijk feliciteert voelt hij zich genoodzaakt om net iets te hard, zodat ook de omstanders het horen, te zeggen: ‘die spinaziehapjes zijn een moetje hoor. Ik had liever frikadellen gehad!’ Hij buldert daarna zijn hardste lach. Maar hij kan wel janken.