Kneuterigheid kent geen tijd. Discussiëren over kneuterigheid ook niet. En daarom werd er gisteren in de Tweede Kamer weer op de grote trom geslagen over de Sinterklaasintocht in Dokkum. Ditmaal was het de politiek partij DENK die een nieuwe nagel aan de doodskist van het Sinterklaasfeest toevoegde.
Tunahan Kuzu, partijleider van DENK, fulmineerde dat het een aard had over de intocht van Sinterklaas. Niet dat hij zich zorgen maakte over de enorme stormen die de goed heilig man moest trotseren. Want als Kuzu ergens wel een bloedhekel aan heeft dan is het wel aan een Bisschop uit Turkije die om welke reden dan ook geëmigreerd is naar Spanje. Maar net als zijn grote voorbeeld Wilders, pakt Kuzu elk onderwerp aan om zonder gene volledig op los te gaan, als hij ook maar enig electoraat gewin ruikt.
Ditmaal constateerde Kuzu dat de blokkeerders van de anti-Zwarte Pieten demonstratie het demonstratierecht omver hebben geworden. Door niet ferm in te grijpen autoriteiten een knieval hebben gemaakt voor neonazi’s. Hij wilde weten of het begrip hebben voor mensen die strafbare feiten plegen het nieuwe kabinetsbeleid is.
Voor een nieuwe minister is zo’n frontale aanval als een ijsbaan vol bananenschillen. Het is niet meer dan menselijk om vol vuur de aanvallen te weerleggen. Emotie ligt op de loer. Kasja Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken, bleef echter uitermate kalm. Ze sprak de legendarische woorden: ‘Het zou mooi zijn als we proberen over en weer begrip te krijgen voor elkaars vertrekpunten.’ Niet alleen schitterende woorden maar het haalde ook nog eens alle angels uit het veenbrandje dat Kuzu zo zorgvuldig had opgestookt.