De liefde voor Zwarte Piet kent bij bepaalde volwassenen geen grenzen meer. T-shirts, mokken, theemutsen, sokken, buttons, washandjes, prullenbakken, pennen, gummen en nog veel meer prullaria hebben inmiddels afbeeldingen van de knecht der knechten. De kleur zwarter, de mond roder en de haren meer kroes dan ooit.
Het is dan ook goede handel. Hoe donkerder en stereotieper je Zwart Piet neerzet, hoe liever de volwassen fans van deze sprookjesfiguur de spulletjes in huis willen hebben. Niet alleen tijdens het sinterklaasfeest, dan komt het activistische karakter van het statement namelijk helemaal niet lekker over het voetlicht. Nee, het liefst hangen ze een bungelende Zwarte Piet aan hun achteruitkijkspiegel of tatoeëren ze een Piet met gouden neusring in hun nek. Niets is ze te dol om hun solidariteit met het vredelievende kinderfeest te etaleren.
Door al die doorgeslagen liefde van ouders en grootouders voor Zwarte Piet is hij witter dan ooit geworden. Een deerniswekkende figuur met een identiteitscrisis. Terwijl de kinderen bij de optochten in Nederland, geschminkt als roetveegpiet of smurfpiet, met open monden naar hun grote held Sinterklaas kijken, proberen de Pieten meer dan ooit alle aandacht op te eisen. Kijk mij eens goed zijn! Jullie houden toch van mij! Ik ben jullie grote zwarte vriend!
Door deze krampachtigheid is Zwarte Piet witter dan ooit geworden. En ook overbodiger dan ooit. Kinderen onder de negen jaar kennen geen traditie. De enige kennis van traditie die zij hebben, is dat ze vorig jaar bij het Sinterklaasjournaal Pieten hebben gezien die niet zwart waren. En dat vonden ze prima. De pepernoten smaakten even goed.
Het is voor de onschuldige kindjes van nu te hopen dat ze niet over dertig jaar schuimbekkend boven hun bier zitten omdat in hun kindertijd de Pieten nog pofbroeken droegen. En dat ze die traditie niet moeten afpakken.