Afgelopen maandag stond er een opiniestuk in de Volkskrant, geschreven door onder andere mijn collega psychiater Bram Bakker. Het ging over de wetenschappelijk aangetoonde effectiviteit van running therapie. Dat betekent dus dat je gaat hardlopen als je depressief bent. Ik vond het opvallend dat een aantal mensen beledigd waren door dit artikel. Alsof je niet serieus wordt genomen met je depressie als “gewoon hardlopen” ook zou helpen om de depressieve symptomen te bestrijden. “Ja maar dan bestrijd je alleen maar de symptomen” schreef iemand op Twitter. Bij mijn weten bestaat er nog steeds geen oorzakelijke behandeling voor een depressie, behoudens amputatie van het hoofd en dat gaat natuurlijk veel te ver.
Het is uiteraard van groot belang dat iemand met een depressie goed wordt onderzocht en de juiste diagnose krijgt, waardoor de juiste behandeling kan worden ingezet. Door de bezuinigingen in de GGZ wordt dat binnenkort wishful thinking, omdat primaire diagnostiek niet door een expert wordt gedaan, maar wordt overgenomen door een praktijkondersteuner van de huisarts die daar onvoldoende voor is opgeleid. Maar afijn, dat is voer voor een andere discussie. Waar het hier om gaat is het feit dat running therapie een prima behandeloptie is voor milde tot matige depressie. Dit staat nota bene als eerste stap interventie in de GGZ richtlijn voor de behandeling van een depressie.
Als psychiater snap ik dus echt niet dat mensen hier gepikeerd op reageren. Dit is nou eens een behandeloptie die geen geld kost, geen bijwerkingen heeft, op allerlei manieren bijdraagt aan de gezondheid en waar de farmaceutische industrie geen geld aan verdient. Veelgehoorde kritiek op psychiaters is immers dat we het liefst de patiënten zoveel mogelijk “onder de pillen stoppen” en dat we heulen met de pillenboeren.
Inmiddels wordt het echter steeds duidelijker dat pillen niet het enige en niet altijd het beste antwoord zijn op psychische klachten.Ten eerste zijn er veel bijwerkingen en moet je als specialist samen met de patiënt goed afwegen of de noodzaak van medicatie opweegt tegen de risico’s op bijwerkingen. Soms ontkom je niet aan pillen, bijvoorbeeld als iemand zo ziek is dat hij ernstige zelfmoordneigingen heeft, niet meer kan concentreren op bijvoorbeeld psychotherapie of nauwelijks meer slaapt. Een ander punt is het feit dat de farmaceutische industrie langzamerhand niet zoveel aanknopingspunten meer heeft om nieuwe medicijnen te ontwikkelen voor psychische aandoeningen. De huidige medicijnen zijn maar deels effectief en hebben vaak de eerder genoemde bijwerkingen.
Omdat we het nog zo lastig vinden om psychische stoornissen te vangen in een duidelijk concept is het ook ingewikkeld waar nieuwe medicatie op aan moet grijpen in het brein. Vragenlijsten waarin je kan aangeven op een Likert-schaaltje hoe somber je bent zijn geen mooie uitkomstmaten om het effect van een behandeling mee te meten. Het liefst zouden we meer biologische maten hebben, zoals bepaalde bloedwaarden en lichamelijke functietesten, waardoor we beter begrijpen wat er in het lichaam gebeurt als iemand depressief is. We kunnen dan medicijnen of andere vormen van therapie ontwikkelen die echt aangrijpen op de ‘plaats des onheils’. Hierdoor kunnen we vervolgens de effecten van behandeling beter meten en vervolgens optimaliseren naast het minimaliseren van bijwerkingen.
Dat is helaas nog toekomstmuziek en tot die tijd zullen we elke vorm van effectieve behandeling moeten aangrijpen om depressies te bestrijden. Het is helemaal mooi meegenomen als zo’n behandeling ook nog eens extra gezondheidswinst oplevert in de vorm van een verbeterde conditie en een leukere BMI. Het is echt quatsch om running therapie af te schieten onder het motto dat je niet serieus wordt genomen als patiënt. Nee, dan liever pillen waardoor je libido naar een arctisch dieptepunt daalt.