In restaurants zijn niet alleen bloggers een irritant volkje. Er komen steeds meer zwelgers die ieder wijnetiket dat maar opdoemt en elke vezel van de sterren-amuse met tablet en weet-ik-veel-foon willen vastleggen. Zelfs in zo’n ‘informeel’ restaurant van stand kun je nergens een glas meer inschenken of er wordt om je heen geflitst dat het een aard heeft. Want al die likers in de gelederen van digitale friends moeten weten waar die flitsers zijn geweest en wat ze daar naar binnen hebben gegoten of geslagen. Liefst met de prijs erbij. Ofwel om indruk te maken op schamele besteders onder de ‘volgers’. Of om te bewijzen hoe slim ze zich weer voor weinig geld hebben laten verwennen.
Godlof komen steeds meer restauranthouders daartegen in het geweer. Die flitsers verpesten de ‘ambiance’. Ze brengen niet eens de bescheidenheid meer op om het onopvallend te doen. Ik heb al van die horken op een stoel of zelfs op een tafel zien klimmen om vette braspartijen in etappes van eten en drinken vast te leggen. Geen hond die ertegen optrad of er iets van zei.
Een paar weken terug kreeg ik van de Franse correspondent een bericht dat actie tegen flitshorken aankondigde. Niet, zoals onlangs in New York, in de vorm van een verbod of een verwijdering. Maar als schriftelijk klantvriendelijk verzoek om zulk gedoe achterwege te laten. Vooral restaurants die wat romantisch zijn ingericht en waar gedempt licht ieders presentie wat flitsender maakt dan op straat, hebben er een hekel aan. De intimiteit wordt erdoor verstoord. En gewichtige aanwezigen lopen zelfs de kans de dag daarop als vreemdgangers te figureren in de media.
Het wordt tijd dat dit ‘patron’-ingrijpen in een wat dwingender variant voor het polderlandse ‘wining & dining’-volk wordt doorgevoerd. Nee, niet die recht-voor-z’n-raap-methode van ene Ron Blaauw die je als lastige klant met een rotvaart zou laten ‘opsodemieteren’. Maar wel een rustgevende surveillance met een vooraankondiging op de kaart. Een soort verkeersbord met een flitsverbod op restauranttafels zou dat kunnen ondersteunen. Raken we eindelijk die verspieders eens kwijt die bij gebrek aan foto-vakmanschap fraai ogende gerechten als een zooitje varkensvoer afbeelden. Of bij elke haar in de soep ‘feesboek’ het afbraakwerk laten doen.
Vlak intussen ook al die zogenaamd ‘professionele’ bloggers niet uit. Die verzieken tegenwoordig ieder tafelplezier door tablet en foon als bestek in de aanslag te houden, waarmee ze anderen de eetlust ontnemen. In plaats van de lamsrug consumeren ze ieder wijnetiket dat maar voorhanden is. Alleen maar reclame voor het huis, is de reactie op hun hinderlijke aanwezigheid. Maar wie later hun op scoringsdrift drijvende ‘recensies’ leest, weet wel beter.
O heer, verlos ons van deze barbarij. Al is het maar met een visitatie voordat het eerste gerecht door komt.
John Bindels, auteur van het satirische boek Wijn met prik, werd in 2010 winnaar van de oeuvreprijs wijnjournalistiek, toegekend door de Wine and Food Association. Hij staat bekend om zijn kruistocht tegen reclamevervuiling in de journalistiek, tegen verhuftering van het taalgebruik en tegen wijntjespluggers die zich voor ’columnist’ uitgeven. Zijn collega Cuno van ’t Hoff noemde hem eerder: ‘Verreweg de scherpste wijncolumnist van ons land’. Wijnauteur Christian Callec kwalificeerde Johns columns als volgt: ‘Prachtige taal. Literatuur’.