Jawel, groot alarm! Er heeft weer een politicus met zijn vingers aan uw centjes gezeten. Schande! In dit geval is de Utrechtse Commissaris van de Koning, Roel Robbertsen, de dader. Gelukkig zijn er nog partijen wakker. Namens het volk slaan de PVV en SP alarm. Het zou zelfs ‘moreel onaanvaardbaar’ zijn. Schande? Moreel onaanvaardbaar? Het is erger. Het is gevaarlijke flauwekul. Van de SP en PVV wel te verstaan.
Gevaarlijk omdat het de bijl legt aan de wortel van onze democratie. De cultuur waarbij we iedere bestuurder afserveren als zakkenvuller kan onze democratie uiteindelijk vernietigen. Het geeft voeding aan een destructief en ongefundeerd wantrouwen. Wantrouwen dat de kloof tussen kiezer en gekozene nog groter maakt. Wantrouwen dat uiteindelijk de bodem wegslaat onder ons democratische bestel. Geen kiezer zal meer moeite willen doen om te stemmen op zakkenvullers.
Is er dan geen enkele reden voor wat gezond wantrouwen? Zeker wel. Er gaat veel geld om bij de overheid. Misschien zelfs wel te veel. En waar geld rolt, ligt fraude op de loer. Media en volksvertegenwoordigers hebben hier een belangrijke taak. Je kunt deze stelling echter niet omdraaien. Niet iedereen die overheidsgeld ontvangt maakt zich schuldig aan fraude. Vraag is of er in deze casus sprake is van fraude.
Dit brengt mij op het punt van de flauwekul. Vertrekkend Commissaris van de Koning Robbertsen doet geen greep in de belastingpot. Laat staan dat hier sprake is van fraude of oneigenlijk gebruik. Robbertsen heeft zich 35 jaar ingezet voor het openbaar bestuur. Een lange periode waarin hij veel werk heeft verzet en waarbij ongetwijfeld ook fouten zijn gemaakt.
Binnenkort bereikt Robbertsen de pensioengerechtigde leeftijd. In combinatie met het feit dat zijn termijn afliep was er voor hem alle reden om er de brui aan te geven en plaats te maken voor de volgende generatie. En dus maakt hij keurig zijn termijn af en stopt hij. Vier maanden voor zijn 65e verjaardag. In die paar maanden heeft hij recht op wachtgeld. Dat is in Nederland keurig geregeld voor iedere bestuurder. Er zijn een boel goede redenen voor die regeling.
De kale feiten zijn dus dat een gerespecteerd bestuurder stopt. Dat hij dat keurig doet aan het einde van een termijn. Dat de wet hem recht geeft op wachtgeld en dat hij van dit recht gebruik maakt.
Niks schande. Niks moreel onaanvaardbaar.
Speelt er dan niet meer? Wellicht.
Een politicus heeft een voorbeeldfunctie. Natuurlijk weerspiegelt de beloning de mate van verantwoordelijkheid die iemand draagt. Het is dus logisch dat een bestuurder met veel verantwoordelijkheden een goed salaris krijgt, maar excessieve beloningen zijn nooit te rechtvaardigen. Zeker niet in tijden dat er loonmatiging voor de werknemers wordt afgesproken en iedereen de broekriem moet aanhalen. Juist dan is het belangrijk dat de beloning van bestuurders blijft aansluiten bij dat van de gewone mensen namens wie ze hun werk mogen doen.
Wie op dit punt Commissaris Robbertsen iets wil aanwrijven staat echter bij het verkeerde loket. In Nederland gaat een bestuurder niet over de hoogte van het eigen salaris, nog over de wachtgeldregeling die volgt na vertrek. Net zomin een ontslagen werknemer gaat over de hoogte van zijn WW-uitkering.
En dat is maar goed ook.
Arne Schaddelee is fractievoorzitter van de ChristenUnie Statenfractie in de provincie Utrecht.