In Nederland verdragen we de trui van Hans Spekman beter dan de gesoigneerde aantrekkelijkheid van Thierry Baudet. Nu het verkiezingsstof weer een beetje is neergedaald, slijpt deugdzaam Nederland haar vileine pen om Baudet ongenadig te laten boeten voor zijn recente succes.
Het is boeiend om te observeren op welke thema’s hij wordt aangevallen omdat het veel zegt over onze volksaard: de onstilbare behoefte om te controleren, te castreren en te nivelleren. Het aanzwellende wolvengehuil in de media over zijn ideeën ten aanzien van vrouwen en de Nederlandse cultuur en het voorspelbaar neersabelen van zijn uiterlijk en zijn intellectuele bagage.
We zijn en blijven doordrenkt met calvinisme, waardoor we ons beter voelen als we minzaam kunnen neerkijken op de lijdende medemens en hypocriet afzeiken prettiger vinden dan eerlijk toegeven dat we iemand misschien wel bewonderen.
Baudet wordt aangevallen op zijn machismo, maar erotische werkjes zoals Vijftig tinten grijs gaan als warme broodjes over de toonbank en de dominante Christian Grey heeft waarschijnlijk veel van de ‘verontwaardigde’ dames sneller doen ademen van opwinding. De Nederlandse man feminiseert namelijk in rap tempo en laat zich koeioneren door vrouwen die zich feminist noemen en een fanatisme aan de dag leggen waar de vrouwelijke bidsprinkhaan geschrokken van opkijkt. Zij verslindt haar mannetje voor, tijdens of na de paring, waarbij het mannetje zonder hoofd nog steeds kan doorparen. Goddank zijn we nog niet in dát stadium beland.
Ook het ‘verheerlijken’ van de eigen cultuur wordt Baudet scherp aangerekend omdat het voor velen blijkbaar lastig is om onderscheid te maken tussen trots mogen zijn op de eigen culturele kenmerken óf het nationaalsocialistisch willen zuiveren van een bepaald ras. Nederlanders zijn bijvoorbeeld dol op Italië en haar specifieke cultuur, waar mannen nog echte mannen zijn en vrouwen nog iets van mysterie met zich meedragen. Een land waar het als vanzelfsprekend wordt beschouwd dat je trots bent op je afkomst. Maar Italië en andere mediterrane bestemmingen zijn relatief veilig: we reizen er als geoefende kolonisten naar toe, proeven de geneugten, fantaseren over ‘het roer moet om’, maar gaan altijd weer braaf naar huis. Alle lusten blijven achter de Alpen, want hier leven we volgens de Consumentengids en is Rob Geus onze Don Juan. Unox maakt rauw bonen zoet en er gaat niks boven die heerlijke maar vooral eerlijke stamppot.
Als psychiater is het vast reuze flauw om alles weg te schrijven als onhandig afgeweerde jaloezie en misschien gaat het ten diepste ook meer om de angst voor controleverlies. Baudet roept gevoelens op waar we ons niet goed raad mee weten. Hij is de romantische held die officieel is uitgestorven en die we binnen de veilige context van boeken en films nog steeds graag zien als hij wil sterven voor de goede zaak, vrouwen én de wereld redt, geniet van bewondering en zichzelf in de finale beloont met goede seks.
Wij zijn in ons dagelijks leven echter gewend geraakt aan zorgvuldig geconstrueerde hologrammen zoals Jesse Klaver, waarvan je zeker weet dat ze binnen de lijntjes van hun protocol blijven kleuren. Waar verschillen in intellectueel vermogen taboe zijn en de racisme-kaart altijd in de aanslag wordt gehouden.
Uit een openstaand raam van de Tweede Kamer klinken de zachte pianoklanken van Alle Menschen werden Brüder, terwijl op het Binnenhof woedende feministen een pop verbranden. Ik neurie mee en bid voor een happy end.