Aruba, Curaçao en Bonaire waren deze week wereldnieuws, nadat Venezuela de grenzen met de eilanden had gesloten. Aruba ligt 23 kilometer voor de kust van Venezuela. De Venezolanen zouden massaal geld en goed naar de eilanden smokkelen en daarmee de economie van dat land ik gevaar brengen. Maar Venezuela heeft de eilanden helemaal niet nodig om de economie kapot te maken, dat kan de regering heel goed zelf. Het gaat niet om smokkel, maar om wereldpolitiek. De VS en de EU hebben strafembargo’s tegen belangrijke personen en staatsbedrijven in Venezuela afgekondigd, als antwoord op de slechte politieke situatie in dat land. Mede in reactie hierop heeft Venezuela nu de grens gesloten met de Nederlandse eilanden voor de eigen kust. De politici op deze eilanden zullen daar weinig last van hebben, laat staan de politici in de VS of de EU. Wel de armen op de eilanden, die door de boycot door het grote buurland geen goedkoop fruit en betaalbaar voedsel meer kunnen krijgen. Deze week was ik op Aruba, voor overleg met politici van de andere landen van het Koninkrijk. Daar spraken we over de boycot. Ook wilden we graag meer weten over de raffinaderij op Aruba, die op dit moment door een Venezolaans bedrijf in gebruik wordt genomen. Maar dat bleek onmogelijk.
Al jaren ben ik woordvoerder Koninkrijk in de Tweede Kamer. Dat is soms een ondankbare taak, omdat maar weinig mensen in ons land echt interesse hebben in de eilanden. Maar de politiek op de eilanden is ook interessant, omdat de lokale problemen hier vaak direct verbonden zijn met de wereldpolitiek, vooral de strijd tussen de VS en Venezuela. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn bijna volledig afhankelijk van toeristen, maar het failliete Venezuela weigert schulden aan Insel Air te betalen. De vliegmaatschappij die veruit de meeste vluchten tussen de eilanden uitvoert is nu in grote financiële problemen gekomen. Curaçao heeft een raffinaderij die door het Venezolaanse staatsbedrijf PDVSA wordt gehuurd. Door de crisis in Venezuela is de toekomst van deze raffinaderij uiterst onzeker geworden. Aruba heeft ook een raffinaderij, maar die moest al eerder sluiten. Het verbaasde me dan ook dat Aruba de oude raffinaderij wil herstarten, samen met het Amerikaans-Venezolaanse bedrijf Citgo. Aruba heeft zich ook al voor honderden miljoenen garant gesteld, terwijl het land financieel al jaren aan de grond zit. Veel politici op Aruba verzekerden ons deze week dat dit project door zal gaan, ondanks de crisis in Venezuela. Maar dat wilden we ook graag eens met onze eigen ogen zien.
Naast overleggen met politici doen we bij dit soort gelegenheden ook veel werkbezoeken, om meer mensen te spreken en problemen beter te leren kennen. Bij de raffinaderij bleef de deur dit keer echter potdicht. We hebben het bedrijf Citgo gevraagd om een gesprek, maar ze weigerden om een Kamerdelegatie te ontvangen. We hebben de regering van Aruba gevraagd of we de voortgang bij de olieraffinaderij konden zien, maar onze bus werd angstvallig uit de buurt van het terrein gehouden. Maar een grote raffinaderij laat zich ook niet wegstoppen. Daarom ben ik samen met VVD-Kamerlid André Bosman en een kritische lokale journalist gisteren zelf maar het terrein opgegaan. Dat bleek opmerkelijk gemakkelijk, want er was niemand te zien. We vonden ook geen enkel teken dat de raffinaderij werd opgestart. Wel zagen we een terrein dat was vervallen tot een enorme hoop schroot. Het is tekenend voor de verhoudingen in ons Koninkrijk dat Aruba een politiek en financieel ongewis avontuur aangaat en vervolgens probeert Nederlandse politici met foute cijfers en politieke spelletjes voor de gek te houden. Terwijl Nederland binnen het Koninkrijk wel verantwoordelijk is voor goed bestuur en gezonde financiën. Nog erger is dat we ons op deze manier uitleveren aan Venezuela.