Her en der verschenen de afgelopen dagen in de media de cv’tjes van de leden van het nieuwe kabinet. Daarbij viel me wel iets op. Kajsa Ollongren, de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, was ooit ambtenaar (bij Algemene Zaken en bij Economische Zaken). Wouter Koolmees, de minister van Sociale Zaken, was ook ambtenaar (bij Financiën). Sigrid Kaag, de minister van Buitenlandse Zaken, was ook al ambtenaar (bij datzelfde ministerie van Buitenlandse Zaken). Ingrid van Engelshoven, de minister van Onderwijs, u raadt het misschien al, was ambtenaar (bij Verkeer en Waterstaat). Alle vier de ministers van D66 waren ooit topambtenaar. Maar hoe zit het dan met de staatssecretarissen van deze partij? Stientje van Veldhoven, de staatssecretaris van infrastructuur, was: topambtenaar (bij Economische Zaken). Menno Snel, staatssecretaris van financiën, was: topambtenaar (bij datzelfde Financiën). D66 wordt vaak de partij van de consultants genoemd, maar dat is niet waar. D66 is de partij van de opdrachtgevers van al die consultants, de partij van de topambtenaren.
Maar zitten er dan geen consultants in het kabinet? Natuurlijk wel. Wopke Hoekstra, de minister van Financiën, is consultant. Eric Wiebes, minister van Economische Zaken, was consultant. Halbe Zijlstra, minister van Buitenlands Zaken, begon als consultant. Naast al deze ambtenaren en consultants zitten in Rutte III: nog meer ambtenaren. Carola Schouten, minister van Landbouw, begon als ambtenaar (bij Sociale Zaken). Mona Keijzer begon als ambtenaar en werd raadslid, wethouder, Tweede Kamerlid en nu staatssecretaris van Economische Zaken. Ank Bijleveld begon ook als ambtenaar, werd raadslid, wethouder, Tweede Kamerlid, staatssecretaris, burgemeester, commissaris en nu dan minister van Defensie. Dit is nog een ander kenmerk van deze ploeg, het zijn mensen die een lange tocht maakten door de politieke instituten. Ook Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, die twee keer de politieke assistent was van de minister van Onderwijs, in de Tweede Kamer werkte, politiek assistent was van een wethouder, daarna wethouder werd en nu dus minister.
Ook Barbara Visser begon als ambtenaar, op het ministerie van Financiën. Daarna werd ze raadslid, wethouder, Tweede Kamerlid en nu staatssecretaris van Defensie. Tamara van Ark begon eveneens als ambtenaar en werd eerst wethouder en Tweede Kamerlid en nu staatssecretaris van Sociale Zaken. Toch is ambtenaar zijn geen verplichting. Bruno Bruins ging van raadslid, via wethouder, naar staatssecretaris, naar burgemeester en nu minister van Volksgezondheid. Ook Sander Dekker ging van lid van de gemeenteraad naar wethouder, naar staatssecretaris, naar nu minister van Justitie en veiligheid. Cora van Nieuwenhuizen ging van raadslid, naar Provinciale Staten, naar bestuurder in de provincie, naar de Tweede Kamer, naar het Europees Parlement, naar nu minister van Infrastructuur. Er zijn maar weinig mensen in Rutte III die niet zo’n lange tocht hebben afgelegd, al is een enkeling op een andere manier begonnen. Arie Slob, minister van Onderwijs, is ooit begonnen als onderwijzer. Paul Blokhuis, de nieuwe staatssecretaris van Volksgezondheid, begon ooit in het kerkelijk jeugdwerk. Raymond Knops, de staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, is ooit begonnen als beroepsmilitair. Mark Harbers begon als communicatie-adviseur en werd raadslid, wethouder, Kamerlid en nu staatssecretaris van Justitie en veiligheid. Ferdinand Grappenhaus, de minister van Justitie en veiligheid, heeft een iets andere carrière gemaakt, maar zit als advocaat uit een politieke familie in dezelfde netwerken.
Ik heb me er al veel langer over verbaasd, hoe je in Den Haag op verschillende posities steeds weer dezelfde gezichten ziet. Van ambtenaar, naar Kamerlid, naar minister. Maar ook van journalist, naar voorlichter, naar lobbyist. Het is allemaal hetzelfde soort van mensen, met dezelfde soort ideeën en opvattingen. En je ziet ook altijd de invloed van grote bedrijven, zowel minister Wiebes (Economische Zaken), als minster Hoekstra (Financiën) als minister Kaag (Buitenlandse Zaken) komen van Shell. En premier Mark Rutte? Die begon als personeelsmanager bij Unilever. Waar hij heeft geleerd hoe je de belangen van het bedrijfsleven moet dienen. Door de macht stevig in handen te houden van een kleine groep van mensen. Die zo’n beetje allemaal dezelfde achtergond hebben en deel uitmaken van dezelfde netwerken.
Ik moet het toegeven: het is Rutte weer gelukt.