Als wij met Oudjaar feest vieren, zijn zij aan het werk. Dan worden ze uitgescholden en agressief bejegend en wordt er vuurwerk naar ze afgeschoten. Maar toch staan onze agenten die nacht weer voor je klaar als je in gevaar bent en je hulp nodig hebt. En komen ze als dat nodig is je leven redden. Waarom doen deze mannen en vrouwen dat? Niet voor het grote geld en ook niet vanwege de gemakkelijke werktijden. Maar omdat ze blauw bloed hebben en trots zijn op hun vak. Ik loop wel eens een dienst mee en vind het indrukwekkend om te zien hoe agenten met mensen omgaan. Zoals met die jonge vrouw die net uit de schulden was en een huisje had gehuurd, maar waar ’s nachts al haar spullen waren gestolen. De agenten werden ineens van strenge handhavers tot sociale werkers, die de vrouw troostten en hulp boden. Of de verwarde man die in één maand al voor de veertigste keer was opgepakt, omdat hij op straat steeds overlast veroorzaakte. Het geduld dat agenten voor zo iemand weten op te brengen, terwijl ze weten dat ze de man ook weer moeten vrijlaten – en even later weer zullen oppakken –, omdat er geen plek is in de GGZ. De politie treedt op waar anderen falen. Maar de armoede en de eenzaamheid die agenten zien, het geweld en het verdriet waarmee ze te maken krijgen, het doet ook hen veel.
“Ronald, het telt op”, vertelde mij een agent. Elke dag maken politiemensen van alles mee en daar kunnen ze ontzettend goed mee omgaan. Daarvoor zijn ze getraind, daarover praten ze met collega’s en daarvoor hebben ze ook het juiste karakter. Dat is het blauwe bloed dat agenten door de aderen stroomt. Maar het telt op, al die ellende en al dat geweld – elke dag weer. Ze kunnen het verwerken, maar toch blijft er altijd wat achter. Fysiek en mentaal: “En na een jaar of veertig jaar is het wel op. Ik zie het ook bij collega’s die de zestig zijn gepasseerd.” Voor het reces bezocht ik een actie van de politie in Amsterdam, die protesteerde tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Oudere agenten vertelden dat ze als achttienjarige bij de politie gingen werken, met de belofte dat ze na veertig jaar wat anders zouden kunnen gaan doen. Maar die belofte is verbroken, nu ze veel langer moeten doorwerken, tot 67 jaar en drie maanden. Een aantal jonge vrouwen vertelden me dat ze nog maar kort agent zijn, dat ze het heel mooi werk vinden, maar dat zij tot hun 71e moeten werken: “Maar hoe moet dat nou, dat kan toch helemaal niet?” We zijn de stakende agenten daarom maar nieuw materieel gaan aanbieden, een politie-rollator, voor na hun 65e. In de hoop dat ze daarmee in de toekomst achter de boeven aan kunnen.
Wees eens aardig voor een agent, vooral met Oudjaar. Maak eens een praatje, laat eens weten dat je blij bent dat ze er zijn. Als een teken van waardering. Meer kennis en begrip mag ook worden gevraagd van de politiek, al is het maar door te stoppen met domme plannen en van onze agenten niet steeds het onmogelijke te verwachten. Het werk van de politie op straat is vaak onvoorspelbaar, maar sommige dingen in de organisatie zijn heel goed te voorzien. Zoals hoeveel agenten er zijn en wat voor leeftijd deze mensen hebben. Dan weet je ook precies wanneer agenten met pensioen gaan en hoeveel nieuwe mensen je zult moeten opleiden. Maar dat is dus niet gebeurd. Wel is er flink bezuinigd op de opleidingen. Als je ziet hoe agenten worden bejegend, hoe weinig ze verdienen en wat er allemaal van ze wordt verwacht, is het niet zo vreemd dat op dit moment jongeren niet in de rij staan om agent te worden. En dat enthousiasme wordt niet groter als jonge agenten ook nog eens te horen krijgen dat ze dit zware en gevaarlijke werk tot op hun oude dag moeten blijven doen. Maar als onze agenten wat meer steun krijgen van de politiek, is het ook een prachtig vak. Daarom steun ik de acties van de politie tegen de verhoging van hun pensioenleeftijd. Ik hoop dat minister Grapperhaus dit ook doet.