De PvdA is failliet, maar de SP niet. Mijn partij heeft een afdrachtregeling, waarbij politici een flink deel van hun vergoedingen investeren in hun partij – de SP is financieel gezond. Wij laten ons ook niet sponsoren door bedrijven – wij zijn onafhankelijk. Dat betekent ook dat wij kritiek kunnen hebben op mensen die zichzelf te grote inkomens geven, te veel bijbanen hebben of te grote bonussen innen. Ik begrijp dat sommige politici daar niet zo blij mee zijn, maar de manier waarop de PvdA nu de aanval opent op de SP is toch wel ongekend. Een van de laatste daden van minister Plasterk is het aankondigen van een verbod op de afdracht van de SP. Het voorstel is op vrijdag 7 juli aangenomen door de ministerraad – onder leiding van vicepremier Lodewijk Asscher. Het demissionaire kabinet maakt geen nieuw beleid, maar maakt een uitzondering voor de SP. Alle onderwerpen die in de ministerraad worden besproken zijn geheim, maar dat geldt niet als gesproken wordt over de SP. Plasterk heeft actief de media benaderd. Op de eerste dag van het reces, toen hij wist dat hij ons in de Kamer niet meer zou spreken.
Tweede Kamerleden krijgen ongeveer 6.000 euro netto per maand, die van de SP krijgen 2.750 euro netto. Het verschil investeren wij in onze partij. SP-wethouders, raadsleden, Statenleden etc. dragen ook een deel van hun vergoedingen af. Dat geld investeren we bijvoorbeeld in de scholing van onze leden, maar ook in hulp aan andere mensen, zoals in de lokale hulpdiensten van SP-afdelingen. De afdracht helpt ons ook om baantjesjagers buiten de deur te houden. Wij zijn niet de enige partij met een afdracht, ook Partij voor de Dieren, GroenLinks, ChristenUnie, CDA, D66 en zelfs PvdA hebben een regeling. Het verschil is dat de afdracht bij deze partijen een paar procent is en bij ons veel meer. Maar dat kan toch geen reden zijn om onze afdracht te verbieden? In de media lees ik ook dat onze afdracht in strijd zou zijn met de onafhankelijkheid van Kamerleden. Het lijkt mij dat juist politici die geld aannemen van sponsoren niet onafhankelijk zijn. Ik krijg echter van niemand iets, maar draag vrijwillig een deel van mijn vergoeding af. Dat maakt mij bij uitstek onafhankelijk.
De dag voor de ministerraad had Plasterk mij tijdens een debat in de Tweede Kamer nog bedankt voor de ‘goede samenwerking’ in de afgelopen jaren. Maar de minister hield zijn kaken op elkaar over het voorstel dat hij de volgende dag zou gaan doen – dat moest ik in de krant lezen. Dat is onfatsoenlijk en ook tegen alle regels, want de agenda van de ministerraad is vertrouwelijk. Aandacht in de media lijkt echter precies waar het de PvdA om te doen is, negatieve publiciteit over een regeling die de SP tot een sociale en zuinige partij maakt. Dat was ook het geval bij eerdere pogingen van de PvdA om onze afdracht te verbieden. In 2007 was het minister Ter Horst die voor het eerst een wet aankondigde tegen onze afdracht en ook dat ging gepaard met veel aandacht in de media. Daarna kwamen steeds andere voorstellen, gevolgd door nieuwe media-berichten. Maar de wetten kregen kritische adviezen van de Raad van State (PDF), iedereen heeft immers het recht om te doen met zijn inkomen wat hij wil. De kritiek was zo groot dat Plasterk in 2012 besloot om de wet in te trekken. Vijf jaar lang hield Plasterk zijn mond. Tot nu dan, in de nadagen van zijn ministerschap.
Ik snap niet goed wat Plasterk bezield. Of eigenlijk wel. Het lijkt vooral een pesterij, voortgekomen uit jaloezie met een partij die zijn zaakjes wel op orde heeft. De minister kan de afdracht van de SP niet verbieden, dan zou hij de afdracht van alle partijen moeten verbieden – ook die van de PvdA. De minister probeert nu gemeenten over te halen om niet meer mee te werken aan onze regeling. Het lijkt de laatste actie van een zure PvdA tegen een zuinige SP. Snapt u nu waarom samenwerken zo moeilijk is?