‘Nee, Ronald, wennen doet het nooit.’ Dat zei Roy Marlin, een belangrijke politicus op Sint Maarten, toen ik voor de eerste keer het eiland bezocht. Ik vroeg hem hoe het toch kwam dat politici van Sint Maarten en Nederland zo slecht met elkaar overweg kunnen. Hij zei dat het niet hielp dat Nederlanders zo direct zijn. Ik vond dat opmerkelijk, omdat onze landen al eeuwenlang bij elkaar horen, na zoveel jaren moeten we toch wel aan elkaar gewend zijn? Volgens Marlin was dat niet het geval. Al die kritiek en die harde woorden, in Nederland was dat heel gewoon, naar op Sint Maarten zou men er nooit aan wennen. Roy Marlin is onlangs overleden en met zijn dood heeft het Koninkrijk een goede en wijze man verloren. Maar toch zal ik altijd kritiek blijven geven. Dat zal ik ook komende week doen, als parlementariërs van Sint Maarten, Aruba, Curaçao en Nederland in de Tweede Kamer bij elkaar komen, om de problemen in het Koninkrijk te bespreken. Een gevoelig onderwerp is de corruptie in de politiek. Ik vraag me af hoe ik die discussie volgende week moet gaan voeren, met parlementariër Chanel Brownbill, die is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor belastingfraude, of met Frans Richardson, die wordt verdacht van fraude en het kopen van stemmen. Of met Theo Heyliger, de leider van de grootste partij van Sint Maarten, die wordt verdacht van contacten met maffiabaas Francesco Corallo, die eerder op Curaçao premier Gerrit Schotte heeft omgekocht – ook Schotte kreeg een gevangenisstraf, maar zit nog altijd in het parlement.
Het parlement van Sint Maarten heeft slechts vijftien leden, maar toch is de lijst van verdachten nog veel langer. Franklin Meyers wilde eerder premier worden, maar kwam niet door de screening, waarschijnlijk ook vanwege banden met gokbaas Corallo. Rolando Brison kwam in de problemen door verduistering van geld, Christophe Emmanuel heeft als minister fraude gepleegd met het uitgeven van grond. Ik weet, het klinkt hard en direct, maar ik zou niet weten hoe ik het anders zou moeten zeggen. Het lijstje is ook nog niet compleet. Het tegenargument laat zich raden, namelijk dat ook in Nederland politici worden verdacht van fraude en corruptie. Maar die mensen worden door hun eigen partij meestal gedwongen om af te treden. Op Sint Maarten zitten al deze mensen gewoon in het parlement. Ook als politici worden veroordeeld keren ze niet zelden gewoon terug op de kieslijst van een partij, zoals Maria Buncamper, die is veroordeeld voor fraude met belastingen, of Silvio Matser, die is veroordeeld voor fraude bij verkiezingen. Als één van de verdachte parlementariërs alsnog aftreedt, staan zij op de lijst om de vrijgevallen zetels in te nemen. Een paar jaar geleden heb ik al eens een parlementariër van Sint Maarten, die verdacht werd van het zich laten omkopen door een bordeelhouder (Patrick Illidge), gevraagd om de vergadering over integriteit te verlaten. Ik heb begrepen dat de meeste verdachte politici nu niet naar Nederland zullen komen, maar hoe kunnen we zo ooit een serieus debat voeren over integriteit?
Binnenkort begint voor Sint Maarten het orkaanseizoen en de bevolking van het eiland leeft in angst. Vorig jaar heeft de orkaan Irma het eiland verwoest en veel schade moet nog altijd worden hersteld. Nederland heeft noodhulp gegeven en de bevolking van ons land heeft geld ingezameld. Daarnaast heeft de Nederlandse regering 550 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de wederopbouw. Het is niet gemakkelijk om aan Nederlandse burgers uit te leggen waarom we zoveel geld investeren in Sint Maarten, zeker niet als we steeds berichten krijgen over corruptie. Het helpt ook niet als bestuurders van Sint Maarten klagen dat de hulp die we geven allemaal niet genoeg is en brutaalweg de schuld van hun eigen falen afschuiven op Nederland. Onlangs kwam de Raad voor de rechtshandhaving met een vernietigend rapport over het optreden van de regering van Sint Maarten tijdens de ramp van vorig jaar: ‘Het Land Sint Maarten heeft aangetoond volstrekt niet voorbereid te zijn geweest op een ramp van dit kaliber.’ De onderzoekers schrijven ook dat ‘de gevolgen voor de rechtsorde, het welzijn van de bevolking en schade aan de economie daardoor naar het oordeel van velen, vele malen groter (zijn) geweest.’ De mensen op Sint Maarten hebben na de verwoestende orkaan huizen nodig en wegen en werk. Maar de bevolking van het eiland heeft ook behoefte aan politici die eerlijk zijn over hun eigen falen. Ik weet, ik ben direct: maar hoe kan dat als het halve parlement verdacht is van fraude en corruptie?
Voor meer informatie over corruptie op Sint Maarten, zie het dossier Francesco Corallo.