Aan het einde van de VVD-vleugel in de Tweede Kamer, ingeklemd tussen twee ramen met uitzicht op het Binnenhof, hangt een reproductie van de Vrede van Münster (1648). Dit historische stuk hangt hier wat verloren, recht boven een kopieermachine. Terwijl dit document toch een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog en het begin was van de Nederlandse Republiek. Even verderop hangt ook een reproductie van de oprichting van de Vereenigde Oostindische Compagnie (1602). In de buurt staat nog een buste van Johan van Oldenbarnevelt, de initiatiefnemer van deze VOC. Als je daar langs de deur doorgaat kom je bij een trap, met aan de muren een serie portretten van al onze Koningen en Koninginnen, vanaf Willem I in 1815. Halverwege de trap staat ook een oude troon. Die stond ooit midden in de Tweede Kamer, voor als de Koning op bezoek zou komen, maar die deed dat heel zelden. In 1904 werd deze troon vervangen door een spreekgestoelte. Zestig jaar stond de troon in de kelder, in 1964 kreeg hij deze plek: een troon in het trappegat. Een mooi loopje als ik gasten heb, die de geschiedenis voorbij zien komen. Beneden bij de uitgang Binnenhof staat de Erelijst van Gevallenen, de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Een medewerker van de Tweede Kamer vertelde mij deze week dat zij in het archief een mooie reproductie van het Plakkaat van Verlatinghe (1581) had gevonden, dat onlangs werd verkozen tot Het Pronkstuk van Nederland. In deze akte verklaarden de Staten-Generaal dat zij het gezag van de Spaanse Koning, toen de heerser over onze gebieden, niet meer erkenden. Dat was een revolutionaire daad. Het protestantisme, dat in deze gebieden snel aan invloed won, werd een legitimering voor dit verzet tegen de katholieke Koning Filips II. In 1648 kwam een einde aan deze Opstand en werden de Nederlanden een onafhankelijke Republiek. Op school heb ik altijd geleerd dat ons land een ‘protestants’ land werd. Dat was op een katholieke school, in het katholieke Brabant. Als jongen vond ik dat al een vreemde geschiedenis. Want de Brabantse gebieden werden helemaal niet bevrijd, wij werden een Generaliteitsland, of een wingewest – zeg maar kolonie. Voor Brabanders was de Republiek helemaal niet zo vrij en tolerant als bij ons op school werd beweerd. Het zou nog tot in de negentiende eeuw duren, tot de Grondwet van Thorbecke in 1848, dat de katholieken formeel niet meer behandeld zouden worden als tweederangs burgers.
Het Plakkaat van Verlatinghe betekende dat de onderdanen in de Nederlanden de troon ‘verlaten’ verklaarden, omdat zij Filips II niet meer als hun Koning wilden erkenden. Dit historische stuk krijgt na de verkiezing tot Pronkstuk van Nederland binnenkort alsnog een plek in de Tweede Kamer. Dit keer niet boven het kopieerapparaat van de VVD, zoals de Vrede van Münster en de oprichting van de Vereenigde Oostindische Compagnie, maar op een mooie en eervolle plek. Het Plakkaat van Verlatinghe geldt als een document dat symbool zou staan voor de geboorte van het vrije Nederland. De acte is een belangrijk moment in de bevrijding van onze gebieden van de Koning van Spanje (dat is dezelfde Koning die in het Wilhelmus, ons nationale volkslied, nog altijd wordt ‘geëerd’). Deze acte was ook een opmaat naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar de Brabanders – en ook de Limburgers – helemaal niet vrij waren. Ook al ben ik als Brabander geboren, bij de onthulling van dit historische plakkaat zult u van mij geen protest horen. Want ik gun mijn ‘Hollandse’ landgenoten natuurlijk dit nationale feest. We zijn nu ook al zo lang samen.
En al duurde het lang, uiteindelijk hebben ook wij onze vrijheid verkregen.
Ronald van Raak schreef eerder over een opmerkelijke zelfmoord aan het Binnenhof, de grafkelders onder de Eerste Kamer, een spontaan en verborgen oorlogsmonument, een fietspad door de Tweede Kamer en een duel tussen een Kamerlid en een minister.
De Vrede van Münster boven het VVD-kopieerapparaat
De troon in het trappehuis