Vijftig jaar zat Leo Stolk bij de politie, onder meer als motoragent, wijkagent en rechercheur. Of bijna vijftig jaar, want vijf dagen voor zijn jubileum werd Leo Stolk met pensioen gestuurd. Door die vijf dagen liep deze agent zijn jubileum mis en ook een extra maandsalaris. Maar wat Leo het meeste miste was waardering door de korpsleiding. Die leiding had de aanstelling van Leo gemakkelijk een paar dagen kunnen verlengen, maar in plaats daarvan kreeg de agent een ‘oncollegiale’ ontslagbrief. In het verleden had Leo gebruik willen maken van een regeling voor oudere agenten om eerder te kunnen stoppen, met behoud van anderhalf jaar salaris. Maar daar had hij toen vanaf gezien, omdat er een tekort was aan agenten en de leiding een beroep op hem deed om te blijven. Maar nu liet de politietop hem stikken en kreeg hij wat VVV-bonnen in de hand gedrukt – en dat was het wel zo’n beetje. Het verhaal van Leo staat niet op zichzelf, gebrek aan waardering vanuit de politietop en vanuit de politiek is één van de redenen waarom agenten de komende tijd acties gaan voeren.
Toen ik het verhaal van Leo Stolk hoorde moest ik denken aan Bernard Welten, oud-hoofdcommissaris van Amsterdam. Na zijn vertrek in 2011 werd deze politiebobo als ‘buitengewoon adviseur’ in dienst genomen door de korpsleiding, voor 255.000 euro per jaar – dat is dik boven het wettelijke maximum en veel meer dan de minister krijgt. Na aanhoudende kritiek vanuit de agenten, de vakbonden en de Tweede Kamer is deze opmerkelijke constructie per 1 maart gestopt, vier jaar voordat Welten met pensioen gaat. Bernard Welten kreeg geen VVV-bonnen, zoals Leo Stolk, maar wel 15.000 euro aan vertrekpremie. Bovendien blijft de korpsleiding hem tot aan zijn pensioen inhuren voor ‘advies’, tegen een riante uurvergoeding. Gewone agenten begrijpen dit niet en het doet hen pijn dat in hun organisatie zo met twee maten wordt gemeten. Veel leidinggevenden bij de politie zijn het eens met deze kritiek en ondersteunen de acties, maar zij hebben van de korpsleiding te horen gekregen dat zij niet mogen deelnemen aan acties van de agenten en die ook niet mogen ondersteunen.
Door bezuinigingen zijn er overal tekorten bij de politie. Agenten hebben jarenlang gaten in de roosters gevuld, ten koste van hun vrije tijd en niet zelden van hun gezondheid. Thuis moesten ze telkens weer laten weten dat zij die avond niet bij hun gezin konden zijn of dat zij weer een familiefeest moesten missen. Jarenlang hebben agenten er nauwelijks geld bijgekregen. Minister Grapperhaus is nu bereid om een kleine loonsverhoging te geven, maar stelt daarbij als eis dat agenten ‘flexibeler’ moeten gaan werken. Dat heeft geleid tot veel boosheid, alsof agenten niet altijd uiterst flexibel zijn geweest! Ook zijn agenten teleurgesteld in de korpschef, die voor de minister ging staan, maar niet voor zijn mensen. Agenten hebben hun vertrouwen in korpschef Erik Akerboom verloren, die kan nu beter aftreden. Om te voorkomen dat opnieuw een zetbaas naar voren wordt geschoven heb ik voorgesteld dat agenten voortaan hun eigen korpschef kunnen kiezen, zodat ze zeker weten dat hun baas ook hun belangen zal dienen. Ik wens alle agenten in ieder geval veel succes met de acties.
Ronald van Raak schreef eerder over het gebrek aan waardering voor agenten.