Politici maken voorzieningen voor het geval mensen werkloos worden, in de WW. Die regels gelden echter niet voor politici zelf, die hebben hun eigen wachtgeld, dat veel ruimer is dan de WW. Dat is al jarenlang reden voor veel boosheid, vooral omdat op de WW steeds wordt bezuinigd. Op 1 mei zal ik een wet indienen om dat wachtgeld af te schaffen en ook voor politici gewoon de WW te laten gelden. Voor bestuurders in gemeenten en provincies en voor leden van het kabinet en de Tweede Kamer. Door de regels voor politici gelijk te trekken met die voor alle andere mensen zullen Kamerleden er zo’n vijftig procent op achteruit gaan. Als politici daar een probleem mee hebben, is dat gemakkelijk op te lossen, namelijk door de WW voor iedereen te verhogen. En als ze dat niet willen, moeten ze ook niet zo zeuren over hun eigen sociale zekerheid. Het is niet voor het eerst dat ik dit voorstel doe, negen jaar geleden heb ik ook een wetsvoorstel ingediend om het wachtgeld af te schaffen. De reacties op mijn voorstel destijds waren furieus, vooral in de ‘progressieve’ media.
De Volkskrant vond mijn voorstel in 2009 ‘een kwalijke vorm van effectbejag’, dat ‘bovendien populistische vooroordelen’ zou voeden (op 31 juli). NRC Handelsblad schreef in een reactie dat wat deze krant betreft de vergoedingen voor politici ‘best wat hoger’ zouden mogen zijn (ook 31 juli). Trouw schreef later (in navolging van De Volkskrant) ook dat ik ‘vooral vooroordelen’ wilde voeden (op 3 augustus). Dezer dagen heb ik de commentaren van destijds nog eens nagelezen, als voorbereiding op de presentatie van de nieuwe wet deze week. Dat was interessante lectuur, die vooral liet zien hoe het denken over het wachtgeld is veranderd. Na het vertrek van D66-Kamerlid Hachchi in 2016 zei toenmalig minister van Financiën Dijsselbloem dat de Kamer zich moest afvragen of regels voor politici die zo afwijken van de voorzieningen van andere burgers wel te verdedigen zijn. Ook VVD-prominent Hans Wiegel zei dat de Tweede Kamer zelf een wet zou moeten maken om het wachtgeld voor politici af te schaffen. Aan die verzoeken wil ik graag voldoen.
Voorstanders van het wachtgeld wijzen er vaak op dat politicus zijn zo’n bijzonder beroep is en dat voor hen daarom andere regels zouden moeten gelden. Dat argument hoorden we in 2009 ook al, maar sindsdien zijn toch veel van de voorstellen die wij toen deden door de Tweede Kamer overgenomen. Ook politici zijn sindsdien verplicht om te solliciteren, de uitkering is teruggebracht van zes jaar naar drie jaar en twee maanden en er is een einde gemaakt aan de regeling dat veel oud-politici feitelijk met hun 50e met pensioen konden. Toch zijn de sociale voorzieningen voor politici nog altijd veel beter: de uitkering is nog steeds langer en ook nog altijd een stuk hoger en als politici nieuw werk vinden kan hun nieuwe inkomen worden aangevuld uit de wachtgeldregeling. Mijn nieuwe wet is niet bedoeld om politici te pesten, maar wel om een einde te maken aan een voorkeursbehandeling. Als politici vinden dat de WW voor hen te weinig is, dan geldt dat ook voor al die andere mensen die werkloos worden. Dan moeten politici maar een betere WW maken voor iedereen.