Rusland bewijst diplomatieke onmacht Nederland

18-10-2013 10:11

Nederland heeft een heuze diplomatieke rel met Rusland. Oog om oog lijkt de enige taal te zijn die de Russische regering kent als zij zich beledigd voelt, dat patroon kennen we van de aanpak van mensenrechten activisten en journalisten. De verontwaardiging in Nederland is groot, maar zal Poetin daar minder door slapen, zelfs nadat Kerry ook zijn zorgen uitte? Een Russisch importverbod van Nederlandse kaas dreigde en belangen worden zorgvuldig gewogen tegenover principes.

Verdeeldheid

“Kom de koopman niet aan zijn waar” moet het Kabinet gedacht hebben, waarop excuses snel volgden. Mocht Minister Timmermans (PvdA) zijn Europese ambtgenoot Catherine Ashton om raad of daad hebben gevraagd, dan was zij de juiste ervaringsdeskundige. Ashton heeft de afgelopen jaren keer op keer moeten ervaren hoe Europa het diplomatieke onderspit delfde. Europa is een diplomatieke speelbal in plaats van speler.

Door interne verdeeldheid zijn we nodeloos zwak, terwijl in onze snel veranderende wereld alle achtentwintig individuele EU lidstaten internationaal in hetzelfde schuitje zitten. Nu denken Londen en Parijs daar vast anders over (ook vanwege hun zetel in de VN veiligheidsraad), maar de feiten spreken voor zich. De anti-terreur missie in Mali slaagde alleen door Amerikaanse hulp, vergelijkbaar met de acties tegen Gaddafi in Libië. Voornemens om Syrische rebellen te bewapenen of Assad te straffen voor zijn gifgasaanvallen bleven uiteindelijk bij woorden, ook door gebrek aan “Westerse eensgezindheid”. Waar een Franse of Britse Alleingang eenduidig Europees optreden de pas afsnijdt, trapt Duitsland juist achter de schermen op de rem. Het beheersen van de Eurocrisis is voor Berlijn de absolutie prioriteit. Hoewel noodzakelijk, is daarmee in de hele EU een andere crisis, die van Europese irrelevantie in geopolitieke kwesties, onzichtbaar gebleven.

Handelsoorlog

Morgen zullen de Europese handelsministers de Europese Commissie waarschijnlijk unaniem een mandaat geven om een investeringsverdrag met China te onderhandelen. Nog geen twee maanden geleden ging EU-handelscommissaris De Gucht met gestrekt been in op door staatssubsidies spotgoedkoop gemaakte Chinese zonnecellen die Europese producenten bijna de kop kostten. De eerste Europese krachtmeting met China, een handelsoorlog, dreigde. Angela Merkel vloog in allerijl naar Beijing om de Duitse handelsrelatie met China veilig te stellen. Een tweespalt onder lidstaten tekende zich af en De Gucht zag zich gedwongen een deal te maken die voor de EU ronduit slecht is, de imago schade nog daargelaten. Kennelijk zijn het internationale leedvermaak over een kwakkelende Eurozone al vergeten. De perikelen met China illustreren dat ons gemeenschappelijk handelsbeleid ook nog rammelt.

De potentie door krachten te bundelen is enorm. Namens de Europese liberalen ben ik nauw betrokken bij onderhandelingen met de Verenigde Staten over een handel- en investeringsverdrag. Een breed verdrag kan de Europese economie structureel 120 miljard euro opleveren. Dat zijn duizenden nieuwe banen, zonder dat daarvoor publiek geld nodig is. Afzonderlijk zouden de lidstaten niet tot zulke verdragen kunnen komen of wordt de wereldmarkt een lappendeken.

Waarden in plaats van belangen

Verdragen met Zuid-Korea, Colombia en Peru zijn afgesloten, Canada volgt mogelijk ook al morgen en met Singapore is er overeenstemming. Met een groot aantal Zuid-Oost Aziatische landen zijn er ook deals in de maak. Terwijl de EU met met hen onderhandelt zijn de Amerikanen zelf ook een heel eind op weg om een trans-Pacifisch partnerschap af te sluiten. In een snel veranderende wereld moeten we onze welvaart opnieuw realiseren, concurrentie ligt overal op de loer. Handelsonderhandelingen zijn tegelijkertijd het moment om bescherming van mens en milieu stevig af te dwingen.

De ervaring heeft mij geleerd dat handel en diplomatie met het juiste uitgangspunt een krachtige combinatie zijn. Het steunen van dictators omwille van ons eigenbelang bij stabiliteit, energietoevoer of investeringen is na de revoluties in Noord-Afrika failliet. Een Europees buitenland beleid, gestoeld op onze waarden in plaats van belangen, is dus essentieel. Feit is dat alle externe optredens van de EU haar fundamentele principes, democratie, mensenrechten en het bevorderen van de internationale rechtsorde, moeten respecteren. In die zin is het Europese externe handelsbeleid al een belangrijk diplomatiek instrument. Wat ontbreekt is een juridische basis en mandaat voor een volwaardige Europese Minister van Buitenlandse Zaken. Zonder dat mandaat zijn we zelf minder sterk dan de som der delen. Daarmee is de EU ook geen partner voor mensen die vertrouwen op onze hulp, blijven we aan de zijlaan staan terwijl onze zuidelijke achtertuin in brand staat, blijven Iran, Israël en Amerika een gevaarlijke dans dansen of kan Poetin in Oost-Europa oude banden herstellen.

Gemeenschappelijke krijgsmacht

Zoals de Verenigde Staten niet met achtentwintig Europese handelsministers succesvol een handelsverdrag kan onderhandelen, evenmin zullen President Assad, Generaal Sissi of President Rouhani dat over politieke kwesties doen. Het is hoog tijd dat lidstaten dat besef eindelijk laten indalen en erkennen. Dat betekent ook dat we uiteindelijk een gemeenschappelijke krijgsmacht hebben. Europese diplomaten kunnen niet zonder Europese soldaten. Alle zachte of slimme macht ten spijt, woorden moeten kunnen worden versterkt met kracht of daden. Europa kan als handelsblok misschien een vuist maken en door economische sancties repressieve regimes in de weg zitten, meedoen in militaire operaties of vredesmissies kan alleen door slim samenwerken. Met een China dat zich snel bewapent, Amerikaanse militaire terughoudendheid en een ongekend instabiele buurtregio is dat geen luxe. Die Europese Minister van Defensie komt er ook.

Alleen een combinatie van handel, diplomatie en defensie kan van de EU een wereldspeler maken en irrelevantie tegengaan. Lidstaten kunnen zichzelf niet langer voor de gek houden en zelfredzaam wanen, de werkelijkheid dringt zich op. Het is tijd voor een strategische EU die in plaats van paniekvoetbal te spelen de lijnen uitzet en daarmee haar toegevoegde waarde ook kan gaan bewijzen. We moeten de vicieuze cirkel van mondiale irrelevantie doorbreken voor het te laat is.

Marietje Schaake is kandidaat lijsttrekker D66 voor het Europees Parlement