In september ben ik begonnen aan een danscursus jazz, klassiek ballet en moderne dans. Deze week kreeg ik mijn tweede les ballet. Voor het eerst kwam ik persoonlijk in aanraking met deze dansvorm toen ik drie jaar geleden het boek Vaslav van Arthur Japin in handen kreeg, waarin het einde van de carrière van legendarische balletdanser Vaslav Nijinsky wordt beschreven. Sindsdien koester ik een diepe fascinatie en bewondering voor de klassieke dans, ontwikkeld in de tijd van Lodewijk XIV.
Ik was altijd benieuwd wat ik er zelf van zou bakken, maar ik had nooit gedacht dat ik ook echt ooit aan de barre kwam te staan of spitzen zou dragen. Toen deze cursus zich echter voordeed dacht ik geen twee keer na.
Van de vorige les herinnerde ik me de eerste positie, de tweede, de derde. Plié. Pointen van je tenen. “De doorgehakte dame, alleen je onderlijf beweegt!”.
Voor de spiegel oefenden we sprongetjes. Ik keek naar mezelf, ik leek net een kikker. Ik moest een beetje grinniken van het serieuze hoofd wat er boven dit Kermitesque figuur uitkwam.
Het was nog verdomde lastig om steeds weer op dezelfde plek terecht te komen en niet met mijn hielen tegen elkaar te knallen. Maar de muziek ging langzamer en de sprongetjes werden krachtiger – en opeens waande ik me een mini-Vaslav. Ik wilde hoger, ik wilde strakker, ik wilde beter. De piano muziek leidde ons, steeds weer omhoog en omlaag. Ik wilde meer dan la première position, ik wilde een arabesque, échappé, vliegen door de zaal! Maar vooralsnog keerde ik terug naar de eerste positie.
Die nacht droomde ik. Ik stond in de coulissen van het theater van Moskou, mezelf preparerend voor mijn optreden. Ik had een rode tutu aan, haar strak vastgebonden als een ballerina. Aan mijn voeten bevonden zich spitzen – ze deden, tot mijn grote verwondering, geen pijn. Ik heb overigens geen idee hoe het theater in Moskou er daadwerkelijk uitziet, maar ik voelde de aanwezigheid van Anna Karenina en Vronski in de zaal.
Ik vertrok uit de coulissen en vloog het podium op. Mijn rode tutu vloog met me mee en mijn spitzen hielpen mij de aarde te verlaten. Ik waande me opnieuw een kleine Nijinsky. Ik sprong en ik sprong, ik draaide, en draaide door. Mijn benen in hun volle kracht, ik stond geen seconde stil en toen vloog ik – buiten ruimte en tijd over het podium van het Bolsojtheater. Het moment leek eeuwig te duren. Ik staarde naar het publiek, zag het balkon van vijf hoog met daar de Russische elite met hun hoge kapsels. Ik spotte Poetin – hij lachte niet.
Toen kwam ik neer, raakte weer in contact met het menselijke. De zaal barstte uit in een daverend applaus. Ik maakte nog wat pirouettes en eindigde in een revérence uit dankbaarheid voor de warme ontvangst van mijn geliefde publiek. In de coulisse wachtte mij Aleksandr Petrovski, de Rus waar Carrie Bradshaw in Sex And The City mee aanpapt in seizoen 6 (in het echt Mikhail Baryshnikov). Hij nam me mee in een slee, gaf me een bontjas. Hij brabbelde Russisch, maar ik begreep hem perfect. Hij gaf me een collier met diamanten.
De volgende ochtend werd ik wakker met een glimlach op mijn gezicht. Helaas zijn de meeste dromen bedrog. Ook de droom dat het Nederland-Rusland jaar de band tussen de twee landen zou versterken was te mooi om waar te zijn. Op 9 november wordt het bilaterale jaar afgesloten in Moskou. Hoog tijd om weer wakker te worden.