Deze week komen premier Rutte en zijn collega regeringsleiders voor de laatste keer dit jaar bij elkaar. En het gaat zowaar eens niet over geld. Centraal staat de vraag hoe Europa in de 21ste eeuw zorgt voor de veiligheid van haar inwoners. We leven in de eeuw van de continenten. De Verenigde Staten en China blijven machtig. China groeit halsoverkop, en ook de invloed van andere opkomende landen als Brazilië, Rusland en India stijgt. Europese samenwerking biedt mensen al bijna 70 jaar vrede, veiligheid en vrijheid. Om dat te behouden, moet Europa beter samenwerken in haar buitenlandbeleid. Te beginnen met defensie.
Europa staat onder druk. Vijftig jaar geleden was 20 procent van de wereldbevolking Europeaan. Nu is dat nog maar 7 procent. Over 50 jaar nog slechts 5 procent. Nederland kan niet alleen zorgen voor de veiligheid van mensen. Alleen door in Europa samen te werken, kunnen we onze veiligheid garanderen. Daar zijn volgens D66 drie structurele keuzes voor nodig. Regeringsleiders moeten politieke keuzes maken over wat Europa in het buitenland moet kunnen. Het politieke primaat en de politieke verantwoording over het buitenlands- en defensiebeleid moeten in Europa liggen. Tot slot moeten de lidstaten hun krijgsmachten de spiegel voorhouden, dubbelingen in de Europese krijgsmachten opsporen en wapens samen moeten ontwikkelen en inkopen. Europa zou militair veel meer kunnen als iedere Defensie euro slim wordt ingezet.
Op strategisch vlak is Europa afwezig op het wereldtoneel. Zo is de inzet van de individuele lidstaten in Noord Afrika niet duidelijk ingebed in de bredere Sahel strategie, die Europa op papier wel heeft. Juist in zo’n regio kan je de ogen niet sluiten voor wat er in de omringende landen gebeurt op het gebied van veiligheid, politiek en ontwikkeling. Pas als de Europese regeringsleiders bereid zijn uit te spreken waar Europa voor staat en bereid zijn tot gezamenlijk optreden, zal hun stem ook serieus gehoord worden. De waarde van een gezamenlijke stem is al vaak gebleken.
De politieke keuzes en verantwoording liggen nu nog bij de lidstaten zelf. Dat moet anders. De Britten en de Fransen kunnen beginnen door hun eigen zetel in de VN Veiligheidsraad in te leveren voor één Europese zetel, zodat de Europese landen samen bepalen wat daar onze inzet is. De ontwikkelingen in Mali toonde wederom aan hoezeer het hieraan ontbreekt. De Europese “battlegroup” kwam toen een interventie nodig was nooit uit de startblokken, Frankrijk greep in en maakte sindsdien op eigen houtje afspraken met de VN en de Malinese regering.
Tot slot kunnen de regeringsleiders flinke stappen zetten op het vlak van de militaire “hardware”. Het defensiebudget van de 28 Europese lidstaten bij elkaar opgeteld komt neer op bijna 250 miljard dollar per jaar. Daarmee geeft Europa gezamenlijk bijna net zoveel uit als China (170 miljard dollar) en Rusland (bijna 90 miljard dollar) bij elkaar. Europese landen zouden moeten stoppen met ieder hun eigen variant van dezelfde helikopters of munitie te bestellen, waardoor samenwerken lastig wordt. In Turkije zijn nu Nederlandse en Duitse patrioteenheden gestationeerd die op verschillende software draaien, waardoor ze niet goed kunnen communiceren. In de praktijk probeert elk land een krijgsmacht te houden die alles als een Zwitsers zakmes zelf kan. Onnodig en inefficiënt. Want het gevolg is dat Europa als geheel van sommige dingen veel te veel heeft en andere te weinig.
De 21ste eeuw wordt de eeuw van continenten, maar het continent Europa durft tot nog toe niet gezamenlijk op te treden als het gaat om kernbelangen op gebied van veiligheid in de eigen regio. Deze week hebben de regeringsleiders de kans te laten zien dat Europa meer is dan een handelsblok. 500 miljoen Europeanen vragen ook om een veilig en vrij Europa. Laat Rutte deze week nu eindelijk eens vooroplopen in Europa en tegen zijn collega’s zeggen: “Vrienden, nu de Verenigde Staten hun aandacht verschuiven en Europa steeds meer zelf de eigen veiligheid moet garanderen, is het tijd om ons Europese veiligheids- en defensiebeleid meer te laten zijn dan papieren ambities en het samen inkopen van potloden en pennetjes. Aan ons de keuze: kwetsbaar door verdeeldheid of krachtig door goede samenwerking. Ik kies voor dat laatste.”
Wassila Hachchi is Tweede Kamerlid voor D66