Rutte, Roemer & de hopeloze rest

16-07-2012 14:05

Ik weet niet hoe het u vergaat, in dat hoofd van u. Maar als ik aan de aanstaande verkiezingen denk, denk ik allang niet meer aan ideeën, idealen, beleidsvoornemens, coherente gedachten of beloften. In mijn tijd leerde je nog van goedgelovige leraren Maatschappijleer dat het in het stemhokje draaide om een ‘maatschappijvisie’ en dat de socialisten daarin bijna tegengesteld waren aan de liberalen: de PvdA wilde voor iedereen zorgen, de VVD alleen voor de rijken. (Ja, de jaren ’70: altijd ruimte voor nuance!)

Nu weten we wel beter. Al die zogenaamde maatschappijvisies van toen zijn vanaf de jaren ’90 razendsnel naar elkaar toegegroeid en, stilletjes, door één overkoepelende ideologie vervangen: grijpen, graaien, geldpers oliën en tonnen dan wel miljoenen achterover drukken, al naar gelang je rang in een directie, Raad van Commissarissen, Raad van Toezicht of een ander schimmig ‘lichaam’ in een grote vergaderzaal. Met de sociaal-democraten Kok en Blair als de funeste architecten van deze gelegaliseerde plunderpartij. Nu de kredietcrisis feitelijk nog maar nét begonnen is, komen we erachter dat mochten er ooit al ‘maatschappijvisies’ geweest zijn, deze al decennia zijn opgeofferd aan het verkrijgen van baantjes en de illusoire beloften van de eeuwig expanderende wereldeconomie.

Dé vraag – voor mij althans – is dan ook allang niet meer: wie heeft ‘visie’? Maar: wie stopt de waanzin van het casinokapitalisme? Wie heeft ergens in zijn hoofd of lichaam een plekje zitten dat zegt: ‘Duw al die statistieken, factsheets en rapporten maar in je reet! Leg me liever in twee zinnen uit waarom ik dit of dat moet doen. Anders is dáár het gat van de deur!’ Geldinflatie, zo is mijn ervaring, begint bij taalinflatie.

Bullshitbarometer
Je hoeft geen politieke junkie te zijn om te constateren dat er maar twee (of eigenlijk drie) figuren in de huidige arena zijn, die in staat kunnen worden geacht ‘Káppen!’ of ‘Tot hier en niet verder!’ te roepen. Dat is Roemer, dat is Rutte en dat is Wilders, waarbij de laatste als nadeel lijkt te hebben dat ‘Káppen!’ en ‘Tot hier en niet verder!’ het enige is dat hij kan roepen. Bij zowel Rutte als Roemer heb je de indruk dat ze allebei beschikken over een bullshitbarometer. Een apparaat dat, mits genoeg verhit of op de proef gesteld, op een gegeven moment gaat loeien, waarop Emile en Mark tegen ongeacht welk een eminent of internationaal gezelschap dan ook de stekker er zonodig uit zullen trekken om, van voren af aan en liefst Jip en Janneke-taal, uitgelegd te krijgen waarom we nu weer ettelijke miljarden moeten overmaken naar een hulpfonds of luiwammesend land dat de pensioenleeftijd verlaagt.

Bij carrièristen als Pechtold, Samsom, Sap en Buma weet je nagenoeg zeker dat ze niet over zo’n bullshitbarometer beschikken. En ook al zóuden ze er één hebben: iedere kiezer voelt op zijn klompen aan dat Alexander, Diederik, Jolande en Sybrand, als puntje bij paaltje komt, gerust nóg wat Nederlandse belastingmiljarden wegpompen als het hun kans op een prestigieuze EU- of VN-functie verhoogt. Zeker bij Diederik staat ‘positieverbetering’ zo ongeveer in Pritt-letters op zijn kale voorhoofd geviltstift, en elke kiezer weet: als hij zijn superleuke gezin naar Brussel, Straatsburg of New York kan meenemen in ruil voor het spekken van een anoniem miljardenfonds dat het schip van de wereldeconomie moet redden, dan aarzelt hij geen moment.

Domheid als pré
Van een aanstaande premier eis ik, kortom, een gezonde dosis domheid. Een prettige portie poot stijf houden. Van al die waanwijze gymnasiasten en met abacadabra volgepropte businessmasters die aan protserige MBA-instituten hun flutdiploma’s hebben opgestreken, hebben we aan maatschappij geërfd met veel te veel en veel te hoge kantoren, bezaaid met flip-overs, powerpoints en organogrammen en bemand door wezenloze bureaucraten die meer weten van hun salarisschaal, vakantietoelagen en bonusregelingen dan van het onderwerp waarvoor ze zijn ingehuurd.

Hoewel Mark en Emile op een x-moment na de verkiezingen ook met deze veel te machtige echelons in onze samenleving te maken zullen krijgen, zijn zij de enigen in de aankomende verkiezingsstrijd die geloofwaardig uitstralen dat ze van hen niet de natuurlijke bondgenoten zijn. Alleen bij Mark en Emile kun je de ‘power’ vermoeden om, namens ons, de gekte een halt toe te roepen en een spaak in het wiel te steken. Emile omdat hij nu eenmaal schoon genoeg heeft van de bankiers en hun huichelachtige praatjes, Mark omdat hij weet wat een huishoudboekje is en niet de Gekke Henkie wil zijn die Nederland voor alles en nog wat laat opdraaien.

De komende verkiezingen draaien om het vermogen namens 16 miljoen Nederlanders een genezend ‘ho!’ te roepen. CDA, PvdA, D66 en GroenLinks weten amper nog hoe je dat woord spélt!

Hans van Willigenburg slaagde voor zijn VWO met allemaal zessen en wist dus al vroeg wanneer hij tijdens zijn zeldzame aandrang tot het maken van huiswerk ‘ho!’ moest zeggen.