De Nederlandse regering wil voor 17 miljoen euro aan hightech aftap-apparatuur kopen waarvan de capaciteiten grondwettelijk niet zuiver op de graat zijn: zonder wetsaanpassing mag het spul niet eens gebruikt worden. Maar dat boeit ons als burgers allemaal niet zoveel. Ze doen maar, met hun speelgoed. Wij hebben immers toch niets te verbergen. En inderdaad, veel mensen hebben gelijk wanneer ze verzuchten dat hun leven niet zo interessant is, of dat de overheid niet bepaald zit te wachten op het doorspitten van gigabytes aan angstaanjagende babyfoto’s, foodporn en pathetische selfies.
En nee, de overheid is al helemaal niet geïnteresseerd in je boring burger bolide, noch in de 2.1 carbon copy kids op de achterbank, en ook niet in je uitgezakte vrouw die er alleen nog maar patent uitziet als ze voorzien wordt van het juiste instagramfiltertje. Kortom. Dat je een saai burgermannetje bent, zien we zo ook wel op je Facebookpagina, daar heeft de overheid geen hightech taptechniek voor nodig. Maar verrassing: het gaat niet over jou, burgerlul.
Jij heet waarschijnlijk geen Willem Oltmans, Fred Spijkers, Gerrit de Wit, Johan Wilman, Harrie Timmerman, Paul Schaap of Edwin de Roy van Zuydewijn, en zal afgezien van ruzie met de lokale parkeerwachter of af en toe een bezwaarbrief aan de Belastingdienst niet snel in discussie geraken met de overheid. Maar ook al zijn wij over het algemeen inderdaad de brave sheeple die wij zelf ontkennen te zijn, dat mag nog geen excuus zijn voor algehele apathie. Het zijn de hiervoor genoemde mensen – maar ook journalisten, ambtenaren met wroeging en soms zelfs politici – die de overheid (en zodoende ook ons) er aan herinneren hoe de verhoudingen dienen te liggen. Namelijk dat een overheid in dienst staat van de burger, en niet andersom.
Het enige dat ons burgers beschermt tegen de overheid, is de Grondwet. In de afgelopen jaren is een zichzelf als liberaal omschrijvend kabinet echter flink aan het knagen aan de eigen enkels en polsen, in de hoop zich van enkele hinderlijke grondwettelijke ketens te kunnen bevrijden die hen belet de burger beter te observeren. Een overheid zoals de onze, die zodoende de Grondwet stelselmatig probeert te omzeilen, verdient al het wantrouwen in de wereld. Zo’n overheid is als een Berlusconi die de wet probeert te wijzigen zodat hij zichzelf keer op keer terug in een machtspositie kan katapulteren, of als een Poetin die een slinkse stoelendans doet met zijn minion Medvedev. Het gekke is: als zij het doen, komt het hele vaderlandse mediacircus op stoom om te duiden hoe zeer onze zuider- of oosterbuurtjes de weg kwijt zijn. Maar wanneer de Nederlandse regering een loopje probeert te nemen met onze grondrechten blijft het (op een paar wakkere Kamerleden na) oorverdovend stil.
De loopjes die de overheid probeert te nemen met wetten die bedoeld zijn om hun machtslust in toom te houden, zijn een democratie onwaardig. Dergelijke omtrekkende bewegingen of creatieve invulling kunnen in een autocratie nog wel opgedrongen worden als een patriarchale ‘we doen het allemaal voor u, burger’, maar een integrale internettap van al ons communicatie- en internetgedrag om ons zogenaamd te beschermen tegen terrorisme, is een belediging voor de intelligentie . Alsof wij nog geloven dat het de paniekerige overheid niet om machtsbehoud (door een informatievoorsprong of –monopolie) te doen is.
Argumenten als ‘we moeten nou eenmaal meegaan met de technologische ontwikkeling’ en ‘iedereen doet het’ zijn natuurlijk quatsch. Dat zou inhouden dat elke discussie omtrent de inzet van bepaalde veiligheidsmiddelen (drones, en in het verleden chemische of nucleaire wapens) op voorhand overbodig zou zijn. Want de technologie bestaat, dus daar moeten wij in mee gaan. Er spreekt alleen uit dat de regering niet nuchter naar risico’s kan kijken, of meent geen keuze te hebben. Maar of de Grondwet nu uit pure domheid, uit incompetentie of uit kwade wil onder druk komt te staan: het resultaat voor de burger is hetzelfde. Namelijk dat de dijken die hem of haar tegen de overheid beschermen, worden afgekalfd.
De Willem Oltmansen of De Roy van Zuydewijns hebben kunnen navertellen hoe de overheid en het koningshuis (in principe: mensen met macht) zich hebben laten verleiden tot infantiel revanchisme, waardoor ze vervielen in onvervalst machtsmisbruik. Een overheid die hier echter mee wegkomt, of dergelijke acties weet te verbergen voor het publiek, is niet langer het stamhoofd van een liberale democratie, maar vormt een repressief machtsblok. Wij als burgers moeten namelijk kunnen controleren of de overheid nog wel in onze dienst opereert. Patrick Henry, een van de Founding Fathers van de Verenigde Staten, waarschuwde al dat “the liberties of a people never were, nor ever will be, secure, when the transactions of their rulers may be concealed from them.” Als er dus iemand is die anno 2013 een tap nodig heeft, dan is het wel deze zittende regering. Zeker niet de burgers. Want dat zijn allemaal saaie burgermannetjes die toch niets te verbergen hebben – in tegenstelling tot, blijkbaar, onze huidige regering.