Volgens tv-tycoon en miljardair Joop van den Ende ligt het maken van televisie rechtstreeks in het verlengde van de feesten- en partijenbranche, waarin hijzelf zijn loopbaan is begonnen. En bij een geslaagd feest draait veel, zo niet alles, om de aankleding, de ballonnen dus, de slingers, de confetti, het behang en de probleemloze meeprater die vroeger ‘spreekstalmeester’ werd genoemd, maar tegenwoordig ‘talkshow-host’ heet of ‘tv-presentator’. Een tv-programma moet, kortom, een feestje zijn. Een feestje, waar iedereen bij wil horen.
Van zowel Joop van den Ende als zijn kompaan John de Mol is bekend dat ze in staat zijn ruzie te maken over het haarmodel van een assistente, de exacte kleur van een quizknop, het uitlichten van een bosje bloemen en de wenselijke afstand van het microfoontje tot de mond van de spreekstalmeester. Persoonlijk zou ik helemaal gestoord worden als ik me dag in dag uit met dergelijke futiliteiten moest bezighouden, maar Joop en John zijn van die figuren – ‘workaholics’ worden ze wel genoemd, of ‘perfectionisten’, of ‘control freaks’ – die de zeven nullen van hun bankrekening eraan te danken hebben, nooit van ‘futiliteiten’ zullen spreken omdat het kijkerplezier (waar alles om draait) immers in het geding is en op straffe van ontslag of geen contractverlenging van hun personeel eisen dat ze net zoveel zin voor detail hebben als zijzelf. Álles voor het feestje, voor de kijk- en waarderingscijfers! Wie de historie van Joop en John een beetje tot zich door laat dringen, weet één ding: televisie maken is tot en met de laatste naam op de aftiteling één lange lik langs de wang van de kijker.
Tot zo ver niets dan lof voor de Hollandse werklust, vasthoudendheid en, jazeker, creativiteit, waarmee Joop en John hun eigen bedrijven annex geldmachines uit de grond hebben gestampt. Tot aan China en, wie weet, de Bermuda driehoek aan toe weten hun shows de kijkers te bekoren en van zichzelf geisers van omhoog spuitende euro- en dollarbriefjes te maken. Een geheel andere zaak is: waarom zou de publieke omroep in de feesten- en partijenbobo’s Joop en John een zowat goddelijk duo moeten zien? Waarom zou Matthijs van Nieuwkerk half op de grond moeten liggen, tong uit de bek, als hij Joop aan de DWDD-tafel mag feliciteren met een jubileum, de opening van een theater of de zoveelste aflevering van een soapserie?
Waarom is uitgerekend één van de initiatiefnemers van Endemol’s Big Brother, de heer Paul Römer, uitgekozen om leiding te geven aan de laatste ‘vrijplaats’ van de NPO : de ledenloze NTR? Waarom kijkt niemand raar meer op als weer een marketingjongen of – meisje, coördinator of zenderbaas van SBS of RTL overstapt naar de NPO? Waarom schaamt niemand zich meer als we bij de VARA ‘prime time’ zitten te koekeloeren naar een heuse discussie over ‘het nieuwe decor van het NOS Journaal’ tussen Matthijs en oppersymbool van de vervlakkende NPO, Marcel Gelauff? Omdat de hele NPO één lange optocht van feesten en partijen is geworden, die bij wijze schaamlapje, langs de randen van de nacht, nog wel eens een dichter, een componist of een filosoof wil uitnodigen, maar alleen als er een NPO-pop tegenover zit die, namens het volk, verluchtigende grapjes debiteert en op het moment dat het écht ergens over dreigt te gaan toch maar gauw terugschakelt naar het persoonlijke leven van de geïnterviewde (‘wanneer heb je voor het laatst gehuild?’).
Eerlijk gezegd denk ik dat Joop – een bijna geaccepteerde regent, inmiddels, iemand die zichzelf tegenwoordig een ‘culturele opdracht’ toedicht – op een goed moment zèlf is geschrokken van de slaafse navolging, die de realityshows uit zijn eigen fabriek ten deel viel. Menigmaal heeft hij zijn walging geuit over programma’s, die mede namens hem op de buis verschenen en, zoals tegenwoordig de regel is, bij gebleken succes terstond gekloneerd worden door de NPO, uit angst geen graantje mee te pikken van een trend die kennelijk ‘leeft’. Je hóórde Joop als het ware denken: heb ik den Totalen Krieg dan van A tot Z gewonnen? Van bierzuipende metselaar tot eminente hoogleraar? Maak me wakker uit deze nachtmerrie!
Het enige wat staatssecretaris Sander Dekker vorige week heeft gedaan, is de noodzaak aan te geven dat de NPO zich weer (en meer) gaat onderscheiden van de commerciëlen. Daar is politieke moed voor nodig. En die heeft hij getoond. Mag het ook een keer wat serieuzer ten koste van een kwartlitertje kijkers? zo vroeg hij zich, volkomen terecht, af. Kan het namens de belastingbetaler een graadje minder met de feesten en partijen, als die toch al beter en goedkoper worden gemaakt bij de ‘buren’ van RTL en SBS? Een NPO die over tien of twintig jaar nog wil meetellen, moet niet langer in ademloze aanbidding naar Joop en John en hun visuele bonbondoos staren, maar veel vaker op zoek gaan naar de kwesties en de krachten in de samenleving die deze pretfabrieken laten liggen.
Ook, of júist, als slingers, confetti en ballonnen daarbij geen rol vervullen en in een brandkast worden opgeborgen.