De meest versleten zienswijze op ons buitenlands beleid is wel die van de koopman en de dominee. De koopman laat zich doorgaans leiden door handelsbelangen, waar de dominee in het buitenland predikt hoe andere landen zich dienen te gedragen. Vaak wordt Nederland opgeroepen zich als één van de twee te gedragen – en dat terwijl ze, als die karakterisering ons werkelijk past, juist twee kanten van dezelfde medaille zouden moeten zijn. Zelden leidt die karakterisering ertoe dat deze twee comfortabel naast, maar ook onlosmakelijk met elkaar kunnen bestaan. Elk politiek debat draait op die manier telkens weer uit op een schijnkeuze tussen de ene of de andere.
De valse tegenstelling van de koopman en de dominee is enige tijd weggeweest. Recent werd duidelijk dat Saoedi-Arabië handelsmaatregelen heeft getroffen tegen Nederlandse bedrijven, naar aanleiding van de stickeractie van Geert Wilders, vorig jaar december. Velen in Nederland haalden in december hun schouders op, en lieten de actie aan zich voorbij gaan, inclusief de moslimgemeenschap. Nederland lijkt inmiddels ongevoelig voor de provocaties van Geert Wilders: niets nieuws onder de zon.
Met een vertraging van enkele maanden heeft de actie wel de aandacht van de Saoedi-Arabische regering getrokken. Deze maakte kenbaar verontwaardigd te zijn over het beledigen van respectievelijk de islam en de nationale vlag. Even later werden afspraken met Nederlandse bedrijven afgezegd en leveranties geannuleerd.
Natuurlijk begrijpt de politieke elite van Saoedi-Arabië heel goed dat de actie van Geert Wilders niet de Nederlandse opvatting weerspiegelt. In Saoedi-Arabië weet men dat Wilders een parlementariër is en dat de opvattingen van parlementariërs in Nederland niet representatief zijn voor die van de regering of parlement. Maar om binnenlandpolitieke redenen kan het regime dit niet aan zich voorbij laten gaan. Een felle reactie is een signaal naar de bevolking dat de Saoedische regering de nationale en religieuze eer hoog in het besmeurde vaandel heeft. Ook in Saoedi-Arabië wordt buitenlandpolitiek nog altijd door binnenlandpolitieke overwegingen gedreven.
Dit is zo’n moment waarop je goede diplomaten nodig hebt: diplomaten die over het vermogen beschikken om deze brand te blussen, zeker nu andere Arabische landen zich geroepen kunnen voelen vergelijkbare handelsmaatregelen in te stellen. Het betreft een uitdaging die buitengewoon veel tact vraagt, waar alleen onze diplomaten – en dus niet politici – over beschikken. En daarom moet ook onze hoogste diplomaat, minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans, wat ons betreft naar Saoedi-Arabië om deze klus te klaren.
Kiezen we dan voor de weg van de koopman? Geert Wilders en de zijnen zouden beter moeten weten. De VVD was de eerste die het voor Wilders opnam toen hij uit het Verenigd Koninkrijk werd geweerd toen hij daar zijn film Fitna wilde vertonen. En daarom aarzel ik niet om tegen Wilders te zeggen dat deze opzettelijke belediging geen vrouw in Saoedi-Arabië vrijer maakt, geen dissident uit de gevangenis bevrijdt en de mensenrechten in dit land op geen enkele manier zal verbeteren. De stickeractie leidt er enkel toe dat mensen die godsdienst beleven op een manier die niet de mijne is gekrenkt worden. Maar wel over de rug van ondernemers en werknemers, die in Wilders’ strijd tegen de islam, nu als pionnen worden gebruikt.
Anders dan Geert Wilders, zet de VVD zich wel in voor mensenrechten in Saoedi-Arabië. Zelf heb ik me in 2012 ingezet voor de vrijlating van de Saoedische blogger Hamza Kashgari . Op dat moment en in dat specifieke geval hielp het dat we ons als parlementariërs hard maakten voor zijn zaak. Inmiddels is hij vrijgelaten.
Maar ook ons kabinet zet zich in voor mensenrechten in Saoedi-Arabië. Dat kunnen we doen omdat we met elkaar handelen. Zonder handelsrelatie zouden onze inspanningen veel minder effect hebben. Onze diplomaten wonen rechtszaken bij en onze mensenrechtenambassadeur spreekt de Saoedi’s aan op de doodstraf, de beperkte vrijheid van meningsuiting en gebrekkige vrouwenrechten. Daar ben ik niet trots op, dat vind ik normaal. Net zo normaal is het om bij het uitoefenen van kritiek rekening te houden met de ontvanger. Tenminste: als je wilt dat de ontvanger er ook iets mee doet.
Dit kabinet hoeft niet te kiezen tussen de koopman en de dominee. De echte vraag is hoe het kabinet deze twee stijlen met elkaar verzoent. En anders dan het zwart-witbeeld dat door collega’s en andere opiniemakers wordt gewekt, ben ik ervan overtuigd dat dat kan. Nederland weet immers als geen ander dat de koopman en de dominee elkaar kunnen versterken. En daarom kan Timmermans, zonder zich bezwaard te voelen, naar Saoedi-Arabië afreizen om de schade die Geert Wilders heeft veroorzaakt te herstellen.