Mensen die ver van de werkelijkheid staan baseren zich meestal op verouderde informatie. We hebben daar allemaal wel eens last van. Bijvoorbeeld als we denken dat Nederland een vooruitstrevend land is, of dat we ooit weer samen komen met die ene Grote Liefde, omdat onze band zo uniek en bijzonder was. Daar zit altijd een tikje idealisering van het verleden bij. Terugkomen in de realiteit begint altijd met twijfel: wat nou als het niet zo is? Wat nou als het nooit meer zo wordt als vroeger? En hoe erg is dat? Oude dromen loslaten en nieuwe zoeken levert uiteindelijk het meeste op. Maar voor sommigen is de realiteit niet te verkroppen. Die mensen worden zelfmoordterrorist, gaan hun ex stalken of richten de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en Zondagsheiliging op.
De voorzitter van deze vereniging, ene D. van der Sluis uit het dorp-met-de-bijbel Genemuiden, stuurde gisteren een brief aan het bestuur De Friesche Elf Steden, waarin hij stelt dat een Elfstedentocht op zondag “ontheiliging van de zondagsrust” is. Nu lijkt Wiebe Wieling, voorzitter van De Friesche Elf Steden, mij een man van de traditie. Niet iemand om heilige huisjes omver te schoppen. Toch zei hij maandag dat er eventueel op zondag gereden zal worden, “als het zo uitkomt”.
Zondagsontbijt
Natuurlijk had hij daar over nagedacht. Ik stel me zo voor dat hij er de hele zondag mee bezig geweest is. Fantaseert u even mee: Na een traditioneel zondagsontbijt met wit gesteven tafelkleed, zelfgemaakte jam, roggebrood en een extra beschuitje, gaan Wiebe Wieling en zijn vrouw Tjetje Dieuwke Stapensea, roepnaam Jessy, wandelen. Gearmd lopen ze door de sneeuw. Het is koud. De klokken in de zadeldaktoren van het Middeleeuwse kerkje in de verte klinken luider dan anders. De Wielinkjes stammen uit een gelovig geslacht.Friesland telt het grootste aantal kerken per hoofd van de bevolking. Ze koesteren de zondagsrust. Maar Wiebe is ook academicus en econoom. Zonlicht kaatst door het met sneeuw bedekte landschap. Dikke zwarte rook stijgt op uit de schoorsteen van de kerk. En Wiebe zegt: “Jessy, een dak vol zonnecellen zou helemaal niet misstaan op dat oude kerkje.”
Schaatsliefde
De liefde voor het schaatsen bij de Wielinkjes is groot. Zijn zoons zijn geoefende schaatsers. Hij heeft zelf twee Elfstedentochten gereden. In 1986 gleed hij samen met zijn Jessy over de eindstreep. Maar het is zondag. Ze zijn samen stil, proberen het even niet over werk te hebben. Zij denkt aan hun tocht samen. Hij maalt over zijn grootste zorg: of de vorst wel aanhoudt. Ineens zegt ze: “Ik weet hoe je over de zondagsrust denkt Wiebe. Maar je moet ook denken om de mensen. De kerk is leeg. Wij komen er toch ook niet meer? Wat nou als je het eens op zondag deed?” Hij kijkt haar aan. Dankbaar dat ze zijn gedachten verwoordt. Een Elfstedentocht op zondag. Het is nog nooit eerder gedaan. Maar… waarom niet? Hij beslist nog niet. Hij laat twijfel toe. Wat nou als het nooit meer zo wordt als vroeger? En hoe erg is dat? Ze lopen door knerpende sneeuw. Knotwilgen staan in silhouet. Houtduiven roepen. Ze zijn stil. Thuis, als hij de sneeuw van zijn schoenen geveegd heeft, kijkt hij haar aan en zegt: “Het kan toch, dat het niet anders kan dit jaar? Het kan gewoon een keer zo uitkomen. Toch?”
Wat er maandag gebeurde in huize D. van der Sluis in Genemuiden laat ik aan uw eigen fantasie over. Ik volsta met wat quotes: “Een aanslag op de zondagsrust.” “Ontheiliging.” “Grote zorgen.” “Volledig in strijd met de Bijbel.” “Wij zijn daar helemaal tegen.” “Wij betreuren het bijzonder.” Of ach, laat ik toch eindigen met een fantasietje: D. van der Sluis, hangend aan de grote wijzer van de klok van een Friese zadeldakkerk. Aan een ketting aan zijn been hangt een loodzware, antieke Statenbijbel. Hij probeert te tijd te stoppen. Hij verliest zijn grip.
CC-Foto: Tomasz Sienicki