Politiek gaat over sommetjes, en dan heb ik het niet over een kloppende begroting, een voorgenomen bezuiniging, een afgebouwde subsidie, maar over koppen tellen. Hoeveel zetels houden PvdA en VVD over na de komende Provinciale Statenverkiezingen? Betekent een fors verlies dat het kabinet onder druk staat? Dat Diederik Samsom zijn biezen moet pakken? Dat het land onregeerbaar wordt? Dat de C3 uitgebreid moet worden met andere partijen? Dat Pechtold zich warm kan draaien voor een premierschap?
Allemaal vragen die ik de afgelopen week in de media tegen kwam, en allemaal vragen die laten zien hoe volkomen achterhaald, ouderwets en niet-democratisch onze parlementaire democratie is. Want ze gaat niet over mensen, maar over de ‘bestuurbaarheid’ van het land. Over de manier waarop wij en onze problemen risicomijdend gemanaged kunnen worden – en met dat risico wordt dan, voor de goede orde, niet bedoeld dat er beleid wordt ontwikkeld dat meer problemen oplost dan oproept. Nee, dan wordt bedoeld dat de coalitie intact moet blijven.
Allemaal vragen ook die laten zien dat het tellen van poppetjes kennelijk het eerste is dat moet gebeuren om een land van een kabinet te voorzien – dat laatste misverstand begrijp ik trouwens wel. Was het niet zo dat VVD en PvdA beweerden dat ze wel met elkaar móésten regeren, omdat ze samen in de Tweede Kamer een meerderheid hadden? Zo is het tellen begonnen. Niet de inhoud van hun programma’s deed ertoe, maar het aantal zetels dat ze bij elkaar opgeteld hadden. Alsof je visies en ideeën kunt reduceren tot een getal.
Als politici ergens hebben laten zien dat het ze niet gaat om de inhoud maar om een telraam – jij vijf blauwe kraaltjes naar links, ik vijf rode naar rechts – dan was het wel bij deze uitruilformatie. Maatschappelijk draagvlak? Wat is dat? Dat de bode de koffie op tijd brengt en er niet in pist?
Samsom en Rutte hadden besloten dat ‘elkaar iets gunnen’ de manier was om de crisis te lijf te gaan. Dat het echt om ‘elkaar’ ging, bleek snel daarna. Want ‘elkaar’ bleek een heel klein clubje: de formatieonderhandelingen werden gedaan door twee informateurs, twee fractievoorzitters en twee secondanten. VVD- en PvdA-stemmers trokken zich daarna de haren uit het hoofd. Hadden ze nou juist op de ene partij gestemd om te voorkomen dat de andere aan het roer kwam, zat hun natuurlijke tegenstander doodgemoedereerd als duo-kapitein aan tafel.
Dat deze managers de Provinciale Statenverkiezingen zien als aparte verkiezingen waarbij regionale thema’s een hoofdrol spelen en waarin Den Haag er voor geen meter toe doet – nee, zo is het niet. En de journalisten die hen op de voet volgen, zijn het daarmee eens. De uitslag van de komende statenverkiezingen vertellen hoe dit kabinet ervoor staat, lees ik overal. Hoe narcistisch en badinerend wil je zijn? Over de staten, over het belang en de betekenis van regionale thema’s, over de inzet van provinciale politici (waarom zou een uitstekend werk leverende PvdA’er afgerekend moeten worden op het functioneren van Diederik Samsom?), en over de inhoudelijke motivatie van de stemmers?
Als volgens politiek en media de statenverkiezingen niet meer zijn dan een populariteitspoll voor het zittende kabinet, moeten ze worden afgeschaft. De mensen op wie we stemmen en wijzelf als stemmers, moeten het niet pikken dat onze stemmen worden gekaapt voor rekensommetjes in de ivoren toren. Dan organiseren we zelf wel een manier van besluiten en vertegenwoordigen waarmee we een lange neus kunnen trekken naar Den Haag. Waarbij het niet gaat om de optelsom, maar om de inhoud.
Als wij dat elkaar nou eens gunnen?