Column

Schaf die postdoctorale lerarenopleidingen maar gewoon af

29-10-2014 15:06

Het moet aan het eind van het derde jaar van mijn studie klassieken zijn geweest dat ik gebeld werd door mijn oude middelbare school in Tilburg. De beide docenten klassieke talen gingen weg, en omdat ik toch Grieks en Latijn studeerde, dachten ze dat het wellicht een idee zou zijn dat ik een paar van de vrijkomende uren op me zou nemen. Na een paar dagen twijfelen zei ik ‘ja’. Doodeng vond ik het, maar het is het beste besluit dat ik ooit genomen heb.

Twee jaar lang had ik een halve baan als docent, en behalve dat ik voor de klas mezelf opnieuw uitvond, leerde ik en passant de basiskneepjes van het leraarschap: klassenmanagement, lesopbouw, begrijpelijk spreken, leesbaar bordschrijven, en begrijpend luisteren. Oh, en eindeloos hannesen met dia’s en overheadsheets, dat leerde ik er ook – het was 1998. Goddank is dat soort gedoe nu verleden tijd.

Steile leercurve

Het waren twee leerzame, vormende jaren. Ik stond er in de klas weliswaar goeddeels alleen voor, maar al snel merkte ik dat leerlingen die bij mij soms wat onrustig waren, dat elders ook waren, en als ik ergens niet uitkwam, was er de lerarenkamer, waar de oude rotten soms met een half woord lieten zien hoe het ook kon.

In Nijmegen sprak ik met studiegenoten in dezelfde positie (nu zelf oude rotten in het vak), en zo lukte het eigenlijk best aardig. Het was een steile leercurve, en van mijn eigen studie kwam die jaren niet veel, maar het was eigenlijk prima te doen, al met al.

Een heel nuttige stage …

De opgebouwde ervaring werd overigens niet beloond: na mijn afstuderen moest ook ik gewoon een vol jaar aan de bak om mijn lesbevoegdheid te halen. Met frisse tegenzin, maar vol goede moed begon ik aan mijn postdoctorale docentenopleiding.

En inderdaad, het was op de keper beschouwd niet eens zo’n heel vervelend jaar. Ik had een uitstekende stagebegeleider die mij goed coachte op mijn zwakke punten, en door het aantal uren dat ik tijdens mijn stage gaf, was het beetje bijsturing dat ik van haar kreeg voldoende om mijn doceervaardigheden flink bij te schaven.

Ja, er bleven moeilijke momenten en aandachtspunten, maar – zo hoorde ik van alle kanten – die heeft vrijwel iedere docent, ook de meer ervaren collega’s, en daar wordt men slechts door ervaring beter in. Ik had een zeer nuttige stage, al met al.

… maar verder volkomen zinloos

Voor wat al het overige betreft was de postdoctorale lerarenopleiding die ik in Nijmegen deed volkomen zinloos. We kregen vrijblijvende college’s onderwijskunde die niet aansloten bij het niveau van de studenten (i.e. veel te makkelijk), we moesten opdrachten doen die je braaf deed, maar waarvan de leerwinst nihil was. Kapotgeprotocolleerde feedbackgesprekken waarbij je uiteindelijk meer met het opgelegde protocol bezig was dan met de doceerervaringen van de medestudent in kwestie.

Een hele administratie met verslagen zodat je kon bewijzen dat je ook echt deed wat iedere beginnende docent die niet overspannen wil worden noodzakelijkerwijs en voortdurend doet: reflecteren op wat je meemaakte voor de klas. Slechts de colleges vakdidactiek waren soms informatief, maar ook daar haalde ik voor de dagelijkse lespraktijk weinig tot niets uit. Het was allemaal niet per se heel demotiverend, maar vooral nutteloos.

Al doende leren

Met andere woorden: lesgeven, dat heb ik geleerd voor de klas. Het dappere legertje onderwijskundigen dat bij de totstandkoming van mijn diploma een formele rol heeft gespeeld heeft vermoed ik geen enkele invloed gehad op de docent die ik werd. De enigen waarvan ik echt serieus dingen geleerd heb waren de collega’s op de stageschool, mijn stagebegeleider, en mijn medestudenten.

Misschien dat het nu, een dikke tien jaar later, allemaal een stuk beter en inhoudsrijker is, maar de commentaren die ik her en der lees klinken toch akelig herkenbaar. Dat is jammer, want, eerlijk gezegd: de docentopleiding die ik volgde, was pure geldverspilling. Een hoop onderwijskundige dikdoenerij met belastinggeld om een flinterdun papiertje dat als je reëel bent vooral gebaseerd is op één ding: al doende leren, met een klein beetje begeleiding.

Van docentenopleiding naar leerwerktraject

Waarom houden we er niet gewoon mee op, met dat hele circus van postdoctorale lerarenopleidingen? Natuurlijk, docenten moeten hun bevoegdheid halen, en moeten uiteindelijk, binnen een paar jaar, laten zien dat ze de onderwijskundige basis van het docentschap beheersen. Dat kunnen ze echter heel goed in de praktijk leren, in de vorm van een soort leerwerktraject, waarbij je af en toe een (zelf gekozen) eendagscursus volgt, vanuit je werkgever begeleid wordt, en uiteindelijk door je collega’s beoordeeld wordt en zo, na een jaar of twee, je diploma krijgt.

Dat is veel goedkoper, grondiger en uiteindelijk veel zinniger dan een heel traject met allerlei nutteloze onderwijskundige overhead. Een studiegenoot merkte ooit botweg op dat de postdoctorale lerarenopleidingen verdacht veel lijken op werkverschaffing voor onderwijskundigen. Misschien is dat te cynisch, maar ergens kan ik hem niet geheel ongelijk geven.

Hoog tijd voor een andere aanpak.