Schelden heeft een slechte naam. Het wordt gezien als onbeschaafd, ongenuanceerd, een vorm van verbale agressie en om die reden geen welkom onderdeel van een overleg of een debat. De straf op schelden is diskwalificatie.
Tot zover de moraal, nu de praktijk. Want er is de afgelopen week weer van alle kanten op elkaar gescholden. Anonieme twitteraars schelden elkaar de huid vol over immigranten en Zwarte Piet, maar ook minder anonieme Nederlanders hebben het zwaar voor de kiezen gekregen. Ex-hoofdpiet Erik van Muiswinkel – zelf slachtoffer van het “smerige scheldwerk van rechts” – kon op Twitter het woord ‘kankerlul’ niet voor zich houden. Wat niemand in de gaten had was, dat hij voor de ‘ironische variant’ van het woord kankerlul gekozen had. Hij moest er speciaal voor naar de tv-studio om dat uit te leggen, anders was Van Muiswinkel gediskwalificeerd – of erger – ingedeeld bij het scheldwerk van rechts.
Een andere bekende talkshowgast was de afgelopen weken zo toe gescholden via social media en in kranten, dat zij het Tweede Kamergebouw had uitgekozen om de jacht aan te kondigen op het gespuis dat haar virtuele leven zo verzuurt. Geflankeerd door haar twee helden, die beloofden hun verbindingstroepen te mobiliseren, om ook achter de rest van Nederland aan te gaan.
Over helden gesproken. De honderd helden die deze week de barricades van de NTR bestormden, om eens echt wat voor dit land te doen, haalden het bloed onder de nagels bij TPO‘s Bert Brussen vandaan. Misschien zat er Brussen meer dwars, maar deze scheldpartij kwam er met zoveel kracht en overtuiging uit, dat het zowaar amusant werd. Zoals WF Hermans in Onder Professoren (1975) zijn oud-collega’s Tamsma en De Koning een publieke marteling toewenst op de Grote Markt in Groningen, zo gaat bij Brussen het venster der verwensingen wagenwijd open voor de BN-ers die in de volle aandacht zo graag willen deugen.
En dan was er nog het interview met columnist Annabel Nanninga in de Volkskrant met eigenlijk geen onvertogen woord. Nou misschien één dan: ‘klaagneger’. Nanninga bedoelt een donkere Nederlander, die klaagt dat zijn huidskleur hem maatschappelijk in de weg zit. Het schelden kwam een paar dagen later van Volkskrant-columnist Grunberg. Op basis van het onvertogen woord noemde hij zijn collega een psychiatrisch geval die de democratie verziekt. Dit is – zonder enge aandoeningen of genitaliën te noemen – de afdeling ‘fatsoenlijk schelden’. Daar is NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch ook een groot fan van, maar zelf durft ‘ie nog niet zo.
Ach schelden, big deal zolang er maar niemand echt bedreigd wordt. Schrijvers als Reve, Celine en Hermans deden het. Ik herinner me het studentenblad Propria Cures waarin mooi gescholden werd. De platformen waren toen beperkt; het publieke debat is van ons allemaal geworden en dat is juist winst voor de democratie. En ja, het levert meer scheldpartijen op. Onbeschoft, racistisch soms, en af en toe nog geestig ook.
Maar tegenover de grofheid van een aantal staat bij velen elke dag een overdosis lof en steunbetuigingen op de tijdlijn. Alsof het leven even uit louter complimenten bestaat. Misschien is het de kunst zowel het applaus als het schelden op social media wat minder serieus te nemen. Het leven gaat onder ons door terwijl we in de hoogste boom zitten om wat anderen zeggen. Kom naar beneden en ontspan.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTL Z.
Foto: Youp van ‘t Hek, scheldcabaretier die wekelijks een column bomvol scheldwoorden publiceert in NRC handelsblad, de krant van Peter Vandermeersch, die vindt dat schelden een psychische aandoening is.