Nederland is weer een politieke partij rijker. Gelukkig maar. Iedere partij die zich in de politieke arena meldt heeft mijn goedkeuring. Hoe meer partijen, hoe groter de kans dat er iets naar je gading bij zit. En aangezien zo’n 20 procent tot 30 procent van de stemgerechtigden in maart 2017 niet zal gaan stemmen is het potentieel van de Partij voor de Niet-Stemmers enorm. Het is misschien wel de grootste politieke stroming van dit moment.
Het mooiste is dat deze politieke nieuwkomer, in tegenstelling tot wat hun tegenstanders beweren, niets te maken heeft met nihilisme. Want als alles nutteloos is, is experimenteren met nieuwe vormen natuurlijk niet aan de orde. Nee, deze nieuwe partij roept niet op tot nihilisme maar tot participatie. De niet stemmers hebben vanaf nu geen enkele geldige reden meer om thuis te blijven. De stem van een grote minderheid wordt eindelijk gehoord. Overtuigde nihilisten en geheel onthechte enkelingen zullen nooit worden overtuigd. Maar de niet stemmer die twijfelt en zich nog steeds verbonden voelt met de maatschappij kan niet anders dan zich door deze partij te laten overtuigen.
Ook voor de zwevende kiezer is de Partij voor de Niet-Stemmer een uitkomst. De zwevende kiezer is een loyale stemmer die door de jaren heen steeds meer hoofdpijn krijgt als de verkiezingen naderen. Ze vinden het hun democratische plicht om te stemmen. Een aanzienlijk percentage van deze zwevende kiezer verlaat met een steen op de maag het kieshokje. Tegen heug en meug gestemd op de partij die ze uiteindelijk het minst erg vonden van alle kwaden. Ook deze stemmers hebben in maart een alternatief. Zij kunnen in maart vol overtuiging een schop onder de kont geven aan de huidige partijen. Volledig binnen het democratische bestel.
Zelf ben ik nog niet geheel overtuigd. Maar dat heeft vooral te maken met het feit dat de verkiezingen voor mij een verdienmodel zijn. Ik verkoop mijn stempas, inclusief handtekening, aan de hoogste bieder. Als armoedige kunstenaar kan ik deze penningen niet aan me voorbij laten gaan.
En dus gaat mijn eigen absurdisme vooralsnog nog voor het absurdisme van de Partij voor de Niet-Stemmers.