De voorzitter van de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep, Shula Rijxman, vraagt het Nederlandse publiek in een artikel in de Volkskrant om haar met een mes los te snijden. Ze zit met een touw vastgebonden aan een stoel, op de zolder van de Publieke Omroep, waar ze -als het haar niet lukt te ontsnappen- straks ingerekend zal worden door andere omroepen, internet-tv en de niet meer zo passieve, gedesillusioneerde kijkers, die de rode knop op de tv eindelijk gevonden lijken te hebben en die zich geen knollen voor citroenen meer laten verkopen. Mensen van vlees en bloed, blijkt nu, die niet meer geloven in de ‘groepen tegenover elkaar’ retoriek als een probleem dat ze zelf, ergens tussen ontbijt, file, werk, afhaalpizza en het dagelijkse biertje op de bank, hebben gecreëerd.
Rijxman acteert zelfreflectie en vernieuwing en belooft verbetering -zonder schuldbesef- en dat allemaal op een gênant smekende toon. Die toon, ik weet niet goed waarom, is altijd overal bovenuit te ontwaren, alsof het op een andere frequentie wordt uitgezonden, via het ‘gekke henkie-kanaal’ of zo. Het is de toon van de wanhoop zonder besef.
Ik dacht, toen ik het lamlendige artikel las, aan de scene uit de film Gaslight uit 1944, waarin Gregory, gespeeld door Charles Boyer, aan zijn vrouw Paula, gespeeld door Ingrid Bergman, vraagt om hem met een mes los te snijden. Hij zit met een beteuterd gezicht vastgebonden aan een stoel, in de zolderruimte van hun woning, nadat een detective hem daar zo -in afwachting van de politie- even achterlaat. Gregory heeft in de jaren hiervoor Paula min of meer wijsgemaakt dat ze gek is door schilderijen te verstoppen, de gaslichten te dimmen en meer van dat alles, om haar gevoel van realiteit en gezond verstand te verstoren. En hoe gekker zij denkt te worden, hoe meer hij ervan geniet en het verlangde overwicht krijgt. Dat is ook wel nodig. Gregory blijkt de moordenaar van Paula’s tante te zijn en bovendien een dief die antiek en sieraden verbergt voor zijn vrouw. Die dag op zolder kan Paula uiteindelijk niet meer om de waarheid heen. Het gaat zo:
Gregory: Paula, you remember our first days? You remember Italy?
Paula: There are times I only dreamed those days.
G: Paula come closer, closer. Look into my eyes. If I ever meant anything to you, -and I believe I did-, then give me another chance. Look in the drawer of the cupboard over there, there is a knife. Get it, and cut me free. Be quick Paula, get me the knife and cut me free!
P: …yes I’ll get it, i’ll get it for you.
G: Hurry Paula.
P: There is no knife here.
G: Yes, Paula I put it there.
P: (ze heeft het mes losjes in haar handen) Are you suggesting this is a knife I’m holding in my hands? Have you gone mad my husband, or have I gone mad? Yes, I must have gone mad. I’m always losing things, and hiding things, and I can never find them. (laat mes vallen). Oh!
That was a knife wasn’t it, and now I’ve lost it. I must look for it, mustn’t I? Or you will put me in the madhouse. (… ) Where could it be now? Maybe behind this picture, yes it must be here. Oh, no, where should I look now, perhaps I put it over here. (opent lade) My brooch! The brooch I lost at the tower. (…) I am too mad (gek) to help you, you see. I’m mad.
G: No Paula, that wasn’t true!
P: Yes, my mother was mad and now I am mad! I can’t help you when I’m mad.
Dan valt het doek voor Gregory. Hij merkt dat ze hem definitief doorheeft, en dan komt -eindelijk- haar woede.
P: Because I am mad I hate you. (…) I’m watching you go with glory in my heart!
Nu we het zicht kunnen terugkrijgen op de problemen van deze tijd, nu we onze broches terugvinden in de lades waar ze verstopt lagen, moeten we Paula durven zijn. Onder andere niet meer vallen voor het zelfbeklag van de Publieke Omroep dus, de minachting voor het gewone volk, het luie denken, want dat zal -als ik het allemaal zo bekijk- voorlopig zo blijven, at best.
Rijxman:
Over onze pretentie om alle groepen in de samenleving te bereiken en te verbinden wordt soms lacherig gedaan. Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat die opdracht om er voor iedereen te zijn soms moeilijk is. En dat het altijd beter kan. Want ook ik stel mezelf de vraag of we alle geluiden serieus nemen en laten zien en horen. Of we wel de juiste onderwerpen agenderen in onze programma’s.
Dit is gaslighting zoals je het zou willen kweken in een laboratorium voor wetenschappelijke onderzoek. De boodschap is hier dat de opdracht onafhankelijk te zijn, moeilijk is. En ze worden nog uitgelachen ook. Arme tv-mensen. Dat is geen zelfreflectie van Rijxman maar een aanmoediging toch vooral het mes te pakken: ‘Hurry Paula!’
Net als Paula zal ik de Publieke Omroep in figuurlijke zin niet lossnijden met een mes dat ik eerst niet (want ‘niets aan de hand, wij hebben uw wereldbeeld niet nodig’) maar nu ineens wel blijk te bezitten. Ik kijk liever nog even met ‘glory in my heart’ naar het hoopje ellende dat een betrapte dief heet. Een beroepsdief van onze perceptie en realiteit. Waar blijft die politie?