Een Amerikaanse komiek die ik volg op internet gaat zijn dorp verlaten omdat hij in een show, die hij daar vorige week in het gemeentehuis gaf, het ‘N-woord’ gebruikte.
Het was een goede grap: er werd hard gelachen, geklapt en er waren staande ovaties. Behalve de inwoners waren er ook veel mensen van buiten het dorp gekomen en na afloop werd er de hele nacht gefeest. Iemand uit het dorp – die er niet eens bij was geweest – had van de grap gehoord en geklaagd.
Kort daarop kreeg de komiek bericht dat de babysitter van hun zoontje niet meer wilde komen, dat de kerk hun donaties niet meer wilde en dat hij, zijn Mexicaanse vrouw – en blijkbaar de zwarte mensen in de zaal – racisten waren.
Dames en heren, de terreur van de gekwetsten: politiek correcten en ronduit slechte mensen is ondraaglijk (vervelend) voor veel artiesten geworden die niet de verplichte koers van ambitie-vrij deugen volgen. Iedereen met twee ogen kan zien dat het anti-racisten helemaal niet gaat om gekwetst zijn door die ene grap of al die andere dingen waar vreugdeloze mensen hun giftige tanden in zetten, zoals cowboy- en indianen feestjes, de naam van een straat, of een kunststof zwarte gorilla in een speeltuin.
Er is slechts die opening voor macht, gecreëerd door in te werken op aangeprate schuldgevoelens van ‘witte’ mensen. Een schuldgevoel waarvan ik nog nooit een oprechte versie heb gezien – psychologische herstelbetalingen doe je namelijk niet door werkelijk racisme te creëren. ‘Een zwarte man mag het N-woord zeggen, een witte man niet, een zwarte gorilla is racistisch.’ Wie zijn hier nou de racisten?
Ik ben er achter dat schuld voor de Gutmenschen gewoon makkelijker is dan iets anders voelen. Makkelijker dan ‘nee’ zeggen tegen gekwetsten. Makkelijker dan opkomen voor een toekomst voor je kinderen. Makkelijker dan tegen een dorpsgek zeggen: nee, wij geloven niet dat een komiek brodeloos maken juist is. Ik begin in te zien hoe beide kanten een deal sluiten met de duivel.
Ik denk dat het niet uitmaakt hoe ik de N-grap van de komiek zou omschrijven. Ik heb er ook geen zin in. Alles voelt als zinloze zelfverdediging in een wereld waarin ‘hoe het zit’ er niet meer toe doet. Elke verdediging is al gauw een bezegeling van hun oneindige gejammer, zoals ze dat met alles – met hun onzinwoorden en manipulatie proberen te bereiken.
De vrouw (de komiek noemt haar ‘that human being‘) die het dorp ‘tot de orde riep’ was helemaal niet gekwetst natuurlijk, ze was niet eens bij de voorstelling. Ze roept nu dat ze bedreigd wordt, wat niet kan, omdat de komiek haar naam niet naar buiten bracht. Maar zo werkt het. Anderen een kopje kleiner maken is simpele ‘game theory’, zegt de komiek zelf in een reactie op Youtube.
Voor mij, aan de andere kant van de oceaan, als Nederlander in Duitsland, is duidelijk dat er een omslagpunt bereikt is is in dit spel. Dat steeds meer mensen voor veiligheid kiezen binnen de ideologisch uitgestippelde marges in plaats van voor principes en moraal – en de waarheid. En waar leidt dat op deze schaal toe? Genocide. ‘Maar we gaan elkaar heus niet te lijf hoor, haha,’ hoor ik dan.
Het is een simpele optelsom. Als we geen grappen meer mogen maken en komieken ‘woke’ worden, als onze leraren leugens vertellen aan kinderen over regenboog-geslachten en witte schuld, dan zullen straks ook grote en kleine bedrijven gaan beslissen wie er mag kopen, werken en wie niet, dat is onvermijdelijk, en gebeurt al.
Alle communicatie, waaronder ook lichaamstaal, wordt gereguleerd en voorgeschreven. Wie afwijkt gaat eraan. En daarna de anderen die het spelletje te goed snappen.
Mensen die over zulke gevaren in multiple choice reacties praten: ‘je hoeft dat N-woord niet te gebruiken he?’ ‘Je hebt ook een verantwoordelijkheid’, ‘wat als mijn kinderen dat zouden gaan gebruiken?’ ‘Er zijn grenzen,’ zijn mentaal al vertrokken. Die hebben al geen herinnering meer aan de vrijheid die we hadden en kwijt zijn geraakt. Of denken dat ze veilig zijn.
Die horen al niet meer dat een man met zijn gezin zijn dorp moet verlaten omdat hij ‘nee’ zei en zich niet verontschuldigde. Ze horen de grap niet meer en het hele punt dat hij ermee wilde maken. En ook niet meer de ‘nee’ van een hele beschaving die dit spel op deze manier niet zal overleven.