De gifbeker van het slavernijverleden moet helemaal leeg. ‘Een tentoonstelling die, zo hopen de samenstellers, aanzet tot nadenken over hoe je moet omgaan met deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis.’ Wie de berichten vandaag leest over een aangekondigde langjarige expositie in het Tropenmuseum komt regelrecht terecht in een door de linkse kerk met hernieuwde energie tot leven gewekte Christelijke werkelijkheid. Je ruikt gewoon de wierook en de koffie voor de napraat, je hoort het gekraak van de houten kerkbanken en je ziet hoe het kalme licht dat door de gebrandschilderde ramen schijnt de mensen vervult van deemoed. (Een beetje hetzelfde gevoel als bij klimaatalarmisten).
Gewoon een expositie over het slavernijverleden is niet genoeg, omdat het daar niet om gaat. Bovendien, die waren er al. Ook vroeger. Ik kan me herinneren dat ik als kind hierover hoorde – zo waren er de middagen in het Museon in Den Haag, waar we Indonesische Wajang-poppen moesten maken en les kregen over het ontstaan van de mens, godsdienstoorlogen en slavernij. Prima en goed, we moeten leren van onze fouten (zoals ook anderen moeten leren van hun fouten) – liefst binnen de context van de tijdsgeest.
Kennis van onze ‘bevlekte geschiedenis’, onder de aandacht gebracht door musea, belangengroepjes en figuren als cabaratier Erik van Muiswinkel, wiens oude Zwarte Piet-schoenen (die hij eerder overhandigde aan het Afrika Museum in 2016) opnieuw ‘ten toon worden gesteld’, is echter helemaal niet het doel – verzoening is het doel, met de bevlekking van ‘deplorables‘, de witte schaamteloze man, als bijgerecht. Het gaat hier niet om individuele verzoening (dat zou wat zijn), maar collectieve, zodat zonde als kalmeringsmiddel onderdeel van het bestaan kan blijven en niet bijvoorbeeld een reden om het te overkomen, er een punt achter te zetten en je druk te maken over andere, belangrijkere zaken.
Zoals ik het zie is Christelijk links – of gewoon ‘links’ dus – de belichaming en thuishaven van de hulpeloze, zondige mens geworden die het met God op een akkoordje wil gooien om altijd in de fout te kunnen blijven gaan, in de volksmond ook wel ‘hypocriet deugen’ genoemd. De zonden waarvoor een paar schoenen wordt ingeleverd op het kerkelijk offeraltaar zijn niet eens in de afgelopen eeuw begaan, maar dat maakt niet uit. Het liefst zou Erik van Muiswinkel de verboden appel terugleggen waarvan hij als Adam in Het Paradijs heeft gesnoept.
Door christenbashing en het verspreiden van progressieve ideeën over homohuwelijk, abortus en ‘multiculti’ kon links lange tijd wegkomen met het beeld van de moderne, sociaal rechtvaardige, rechtschapen mens, maar haar ware aard – vastgeketend aan het verleden en oude puriteinse gewoonten drijft onder druk van verloren politieke idealen steeds meer boven.
Kijk maar naar de taal van het museum. Er wordt gezegd: ‘Bezoekers kunnen aan de hand van een videoboodschap of ansichtkaart vragen stellen of gedachten achterlaten, die ook input vormen voor de vervolgexpositie.’ Alsof je net zelf een slaaf hebt vrijgelaten. Ook dit: “De expositie eindigt in een soort reflectieruimte, waar je volgens tentoonstellingsmaker Richard Kofi eigenlijk viert dat de slavernij er niet meer is. Jaarlijks wordt dit al gedaan op het Amsterdamse festival Keti Koti. Volgens Kofi is het nu de vraag: ,,Hoe kun je die geschiedenis nu van ons allemaal maken?”
‘Eigenlijk viert.’ Niet echt dus, want dat slavernij er al lang niet meer is, is geen reden voor optimisme. Feiten zijn geen reden voor optimisme. Alleen als iedereen schuld toont en knielt voor het altaar is er feest. Orgelmuziek graag.
Waarom doen mensen aan dit toneelstukje mee? Omdat de geschiedenis als een last op onze schouders drukt, omdat we de schuld van wereldoorlogen, slavernij en het tussendoor best wel comfortabele bestaan in samenlevingen die Bach, Beethoven, Einstein, Goethe en Shakespeare voortbrachten niet kunnen verdragen – blijkbaar. Dit verzin ik niet zelf. De Franse filosoof Pascal Bruckner schreef een essay hierover: de tirannie van berouw. En Nietzsche voorspelde het. Elk Europees land geeft zo zijn eigen invulling daaraan. Zo is Zweden zichzelf helemaal aan het opheffen, heeft Duitsland last van een dolende ziel, en lijdt Nederland aan een soort Erik van Muiswinkel-syndroom. Deugen tot je erbij neervalt, giro 555-activisme, ‘witte schuld’ lezingen en nooit, maar dan ook nooit toegeven aan de goddelozen. Mensen als Joshua Livestro en Leo Lucassen zijn ook zulke angstige Christenen. Arnon Grunberg (nummer 1 ‘meest invloedrijke cultuurmaker’ volgens NRC) en Freek de Jonge ook.
Ik zou er vrede mee hebben als het (weer) Christendom zou heten, als de mensen zouden bidden en de bijbel lezen. Maar dat het hardnekkige schuldcomplex zich opdringt via het biechtgedrag van Erik van Muiswinkel die niet eens in zijn eigen schoenen wil lopen, deugexposities en onverdraagzaamheid voor andersdenkenden betekent dat we nog heel ver verwijderd zijn van een oplossing.