In theorie een mooie kop: ‘Mensen snakken naar idealen.’ Het is een uitspraak van Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) in een interview vrijdag met Follow The Money. De interviewster schrijft: ‘Er lijkt een momentum voor mensen als Marianne Thieme: mensen die het over een andere boeg willen gooien en daarbij de barricaden opgaan voor méér gelijkheid en humaniteit, en mínder uitbuiting en consumentisme.’
Nietszeggend is niet meer het woord, omdat deze verlossingsretoriek van radicale gelijkheid inmiddels veelzeggender is dan ooit. We vinden de taal van de socialistische utopie momenteel in overvloed bij GroenLinks, SP, op universiteiten, overal waar men risicoloos wil converseren over ‘de problemen van deze tijd’, en – zoals Thieme verderop zelf zegt – bij jonge mensen die bezig zijn met een betere wereld, met ‘gezondheid’, met ‘voeding’ en ‘maatschappelijk verantwoorde start-ups’. Alles uiteraard door het verfoeien van het kapitalistisch systeem.
Ik richt me in mijn kritiek op Thieme even op de gevolgen van haar boodschap voor die groep.
Ik ben ervan overtuigd dat jonge mensen snakken naar iets anders dan ‘het redden van de planeet’, dat ze in de ruimte tussen hun smoezelige slaap- of studentenkamers en die van de grote, volwassen wereld te weinig horen dat hun eigen levens er ook toe doen, dat idealen geen plastic polsbandjes zijn maar hard werken, en dat hard werken beloond mag worden.
Thieme zegt: ‘maar de toekomst van de aarde ís hun eigen leven.’ Dat is een hele hoop toekomst om in een jong leven te stoppen. Zeker nu het ideaalbeeld van een schone aarde volgens Thieme niet met poten in de modder, maar via de overheid moet worden bereikt. Zo is ‘de barricaden opgaan’ eigenlijk maar een metafoor geworden voor het heldhaftig uit handen geven van de eigen autonomie. Aan almachtige NGO’s en (federale) overheden die het ‘goed met ons voorhebben’, die ‘een tegenwicht bieden tegen de multinationals’. Die het allemaal zullen ‘managen’. Zulke leugens zijn ook een offer ja, een fataal offer.
Snakken naar idealen die je niet op behapbare wijze zelf – samen met anderen – kunt verwezenlijken zijn geen idealen maar luchtkastelen. Machteloos ronddobberend rest voor deze jongeren straks alleen nog het afwijzen van alles wat in strijd is met het ideaal. De voorbodes daarvan zie je al in hun blik, die nergens op is gericht.
Sowieso, te veel jongeren worden geïndoctrineerd dat ‘het systeem failliet’ is (in plaats van de politieke ideeën). En in plaats van een aanmoediging het goede van het systeem te bewaren en op de schouders van reuzen te gaan staan, wordt ze door Thieme gevraagd naar dieren op te kijken:
“Vanuit het vertrekpunt dat dieren het slachtoffer zijn van onze ongebreidelde zucht naar méér kijk je anders naar de wereld, want je kijkt voorbij de belangen van je eigen soort. Je denkt ecocentrisch in plaats van egocentrisch, waarbij je de bescherming van de zwaksten, de stemlozen, als uitgangspunt neemt, in plaats van het zogenaamde recht van de sterksten.”
Geheel in strijd met de lessen van de geschiedenis speldt Thieme hier een kwetsbare generatie op de mouw dat het redden van zwakkeren voorrang heeft op de versterking van je eigen positie. Alsof je überhaupt iets van blijvende betekenis kunt doén voor anderen zonder iets van overvloed, invloed en status na te streven. Het is zo hopeloos naïef en kwalijk eenzijdig allemaal.
Thieme mag haar inzet voor milieu, dierenwelzijn en een groene planeet zo ver oprekken als ze wil, graag zelfs, maar haar retoriek is uit op het verzwakken van zelfredzaamheid, uit schuldgevoel voor een taak waarvan geen mens tijdens zijn leven mag kunnen zeggen: het is gelukt. Want (ook) Thieme werkt met het uitgangspunt: meer breken dan opbouwen. Want wij zijn slecht.
Thieme breekt de mens – uit een onbeantwoorde liefde voor een aardkloot. Dat is geen hoger doel of ‘ecocentrisme’, dat is narcisme. Compleet met martelaarssyndroom:
“Als we dan kijken naar de economie, dan vragen we ons af hoe het toch kan dat wij, terwijl we rijker worden en meer kennis lijken te hebben, nog steeds zo barbaars omgaan met kwetsbare en weerloze groepen. Waarom is die progressie niet daar te zien? Als je jezelf zulke vragen stelt, dan komt de systeemkritiek vanzelf. Want dan wordt al snel duidelijk dat het systeem niet deugt.”
Ze heeft blijkbaar zo weinig vertrouwen in de mensheid dat ze moet moederen tot het einde der tijden.
Het idealisme van deze fractievoorzitter, die in dit interview door de mand valt (ik heb het nog niet eens gehad over haar feministische ideeën), is niet duurzaam maar een schijnoplossing voor jonge mensen die geen zinvolle taken krijgen, die niet serieus genomen worden, en niet voor zichzelf mogen denken. En die ‘maatschappelijk verantwoorde start-ups’ klinken heel leuk, maar begin dan eens met de financiële barrières weg te halen. Laat ze winst maken, laat ze groeien, samenwerken en onafhankelijk worden. Laat ze delen in succes – niet in teleurstellingen.
Dáár snakken mensen naar. Mensen snakken niet naar idealen, ze willen iets doén.