Mijn broer bedacht ooit op weg van de kroeg naar huis dat hij de vlag van de lokale supermarkt wel wilde hebben. Na wat acrobatisch gestuntel was hij dermate euforisch dat hij besloot Sparta te gaan en victorie schreeuwend door de winkelstraat te rennen met de zojuist veroverde vlag. Een agent had het tafereel op afstand gniffelend staan bekijken. Hoewel oom agent sympathie kon opbrengen voor de dronken overmoed van mijn broer, was het resultaat desalniettemin een boete wegens baldadigheid op de openbare weg.
Acties die voor de wet strafbaar zijn kunnen alsnog sympathie op wekken. Of het nou mijn dronken broer is met een supermarkt-vlag, of een jarenlange in elkaar getrapte en vernederde vrouw die het op een dag zat is en haar man iets te hard slaat met de koekenpan. Toch weten wij allemaal dat het jatten van supermarktvlaggen en het elkaar de hersens inslaan met een koekenpan, niet ok is. Oftewel: ergens sympathie voor op kunnen brengen doesn’t make it right.
Toch lieten diverse journalisten en columnisten – waaronder onze eigenste Sietske Bergsma van de TPO’s – zich deze week overmannen door emoties. De Friezen die de Kick Out Zwarte Piet-demonstranten de weg blokkeerden op de A7 zouden in hun recht staan. De levensgevaarlijke situatie die zij veroorzaakten, maar ook het gegeven dat de Friezen kozen voor eigenrichting was blijkbaar acceptabel. Want “wie niet voor eigenrichting is, begrijpt niet wat oorlog is” en “soms moet je de rechten van anderen schenden en de wet overtreden om erger te voorkomen: in dit geval het verlies van onze democratie”, zo las ik op deze site.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat sommigen columnisten zoals Bergsma even gevoelig, hysterisch en lichtgeraakt reageren als de SJW’s die zij zeggen te bestrijden. Een tufbusje snowflakes op All Stars met rugzakjes EKO-krentenbollen hummus op weg naar Dokkum, en we zijn blijkbaar in een staat van “oorlog” waarbij het blokkeren van deze bussen op de A7 een verzet tegen de “heerschappij van slachtofferschap” zou zijn. Stel je niet zo aan, vrouw.
Volslagen ridicuul is het dan ook om op basis van deze hysterische premisse (“we zijn in oorlog”) te beargumenteren dat je dus voor eigen rechter mag spelen. Fuck de rechtsstaat en die demonstratievergunning, soms moet je anderen hun rechten ontzeggen voor “behoud van de democratie”. Wat de (zowel op links als rechtste) sympathisanten van de Friese actie niet helemaal door lijken te hebben is dat die grondrechten juist voorwaardelijk zijn voor een goed functionerende democratie. Omdat de grondwet juist voorkomt dat de tirannie van de meerderheid prevaleert boven een (andersdenkende) minderheid. Oftewel: er is geen liberale democratie mogelijk zonder een Rechtsstaat. Vandaag beschermt die rechtsstaat iemand met wie je het niet eens bent, en morgen misschien jou weer. Grondrechten werken alleen maar als ze onvoorwaardelijk, altijd en overal voor iedereen gelden. Je hebt ze, of je hebt ze niet. Je kunt niet een “beetje” grondrechten hebben, net zo min als je een “beetje” zwanger kunt zijn.
Door anderen deelname aan het openbare debat te ontzeggen – waar het recht op demonstratie een onmiskenbaar onderdeel van is – is het onmogelijk om het debat op gelijkwaardige gronden aan te gaan met elkaar. Het pleidooi om andermans rechten te beperken voor de “democratie” is een zwaktebod. Het is gesnowflake vanaf digitaal rechts wier argumenten een repetitieve combinatie zijn van copy-pastes van de podcasts van profeet Jordan Peterson en uit verband getrokken quotes van grote denkers met gewichtige oud-Europese schrijversnamen. Het is een rookgordijn voor de treurige staat van het rechtse discours: de onkunde om betere en meer overtuigende argumenten te formuleren wordt verhuld door op dramatische wijze een staat van bijna-oorlog uit te roepen. Een noodtoestand afkondigen, zodat men vervolgens kan oproepen tot draconische onliberale maatregelen zoals de ander de mond snoeren. Het ironische is dat een handhaving van de grondwet ons nou juist precies dient te beschermen tegen dit soort gedrag (maar dan van onze overheid).
Deze alinea schreef ik enkele maanden geleden in een artikel over gekrenkte linkse snowflakes, maar ze gelden net zo goed voor de overgevoelige zieltjes op rechts: “de vrijheid van meningsuiting is er niet om dingen te beschermen die iedereen grappig en leuk vindt. De vrijheid van meningsuiting is er niet om dingen waar iedereen het mee eens is gezegd te laten worden. De vrijheid van meningsuiting is er juist voor die uitspraken waar bijna niemand het mee eens is, die mensen als beledigend of kwetsend ervaren. Het zijn namelijk de meningen en uitspraken die niemand of weinig mensen willen horen, die bescherming behoeven. Het feit dat weinig of niemand iets wil horen, of weinig tot niemand op bepaalde uitspraken zit te wachten – wil nog niet zeggen dat het daarom maar niet gezegd hoeft te worden. Integendeel”.
Daarnaast: de grondwet beschermt je primair tegen de overheid, en dus niet tegen stomme meningen of uitlatingen van anderen. Deal with it.