Sinds de liefdevolle berisping die Volkert van der Graaf in 2003 kreeg na de moord op Pim Fortuyn is het met mijn vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak niet zo goed gesteld. Ik studeerde toen strafrecht in Leiden en snapte niet waarom ‘overtuigingsdader’ Volkert geen levenslang kreeg. Wie verdiende dat dan nog wel?
Hij had een persoonlijkheidsstoornis waardoor hij ‘overdreven gewetensvol’ was, bleek uit het vonnis. De voorzitter van de rechtbank die hem veroordeelde, Frans Bauduin, zei in een interview met NRC in 2012: ‘Hij (Volkert, red.) was ervan overtuigd dat dit de enige manier was om een einde te maken aan een voor hem onwenselijke ontwikkeling. Hij zag écht geen andere weg.’
Waar hebben we dat onlangs eerder gehoord? Ook ruitenvernieler Saleh A. kon op begrip rekenen, en dat was al te merken vlak voor zijn aanhouding.
Feit is dat Volkert van der Graaf niet gewetensvol wás. Laat staan ‘overdreven’. Hij gebruikt(e) ‘milieu en dieren’ (op Wikipedia wordt hij in de eerste zin geïntroduceerd als ‘een Nederlandse milieu-activist’) om zijn lafhartige, immorele en kwaadaardige motieven van een rechtvaardiging te voorzien – om als huichelaar de dag door te komen. Een glimp van deze echte Volkert konden we zelf ontdekken toen hij na zijn vrijlating gefilmd werd op een terras met een tomatensapje – en zichtbaar plezier toonde in de manier waarop hij iedereen voor de gek hield. Over zijn bezorgdheid om het welzijn van het land geen woord.
Hoewel Volkert niet ontoerekeningsvatbaar werd verklaard was er in de rechterlijke overweging destijds veel aandacht voor zijn ‘dwangstoornis’ – die overdreven gewetensvolle ‘gekte’. Je kunt zeggen, dit was belangrijk om zijn motieven inzichtelijk te maken – om de mate van verwijtbaarheid te bepalen, de kans op herhaling en de strafmaat, maar voor mij was duidelijk dat het draaide om morele bevrijding voor de rechtbank: ze konden zich er wel in vinden. Volkert kon in zijn beleving niet anders, en zo was het. De vraag of dat waar was, of het kwaad zelf niet zijn echte geestestoestand was, werd niet eens aangeraakt. Dat hij zonder geweten een politicus had vermoord, en de democratie als geheel wilde ontwrichten, dat paste niet in de zalvende uitwerking die dit proces toch vooral moest hebben.
In een rechtsstelsel als de onze, dat gedomineerd wordt door de idee dat mensen toch zeker niet al dat slechte wat ze doen écht willen, omdat we toch allemaal onschuldige kinderen zijn, wordt er veel te weinig en veel te slecht naar gedrag zelf gekeken, dat ons nog altijd het meeste kan vertellen over ‘willen’. Rechters zijn gestopt met oordelen, en teveel bezig met zichzelf op de borst kloppen voor begrip tonen.
Ook met Saleh A. – ‘de ruitenvernieler’, zoals de media hem liefkozend noemen – is de vreemde relatie die magistraten hebben met semi-psychiatrische ‘gekte’ als uitweg goed te zien. Voor je het weet is gekte dan: ‘niet zoals wij dat zouden doen’.
Als terugkerende IS-strijders ‘ook maar ontspoorde jongens zijn die hulp nodig hebben’, Volkert ook maar gewoon héél graag, iets té graag het goede wilde doen (en per ongeluk iemand doodschoot), en de toestand van Saleh A. ‘zorgwekkend’ wordt genoemd nadat hij aankondigt dat hij ‘een vulkaan is die op uitbarsten staat’, dan vindt er geen rechtspleging meer plaats, maar therapie. Zinloze therapie ook nog.
Saleh A. moet nu onderzocht worden. Alsof die mate van woede die hij afreageerde op het Joodse restaurant niet echt kan zijn, maar slechts ingebeeld, een gevolg van een ziekelijke stoornis, een plotselinge hevige gemoedsbeweging. Alsof Saleh A. ons niet gewoon zelf vertelt hoe het zit: ‘Deze zaak is afgelopen. Het was een boodschap. Er volgt een tweede stap, dat merken jullie vanzelf.’ De rechters hadden moeite hem te volgen, staat er in een rechtbankverslag.
Ik geloof dat de rechters het precies kunnen volgen. Saleh A. toont en vertelt ze dat hij antisemitische haat koestert die hij niet onder controle heeft en dat er nog meer aan komt. De reactie van de rechtbank: heeft hij last van wanen? Want dat kan toch niet waar zijn? Ook volgens het OM ging het slechts om vernieling en om het stelen van een Israëlische vlag. Van een antisemitische daad met een terroristisch oogmerk zou geen sprake zijn geweest.
Ze zijn welwillend blind voor het feit dat hij geen spijt heeft van het vernielen van een Joods restaurant, dat hij er een (politieke) bedoeling mee heeft en dat er vergelijkbare dingen gaan gebeuren die hij – al dan niet zelf gepleegd – zal steunen. Die waarheid moet eerst verdund worden. Mijn vertrouwen in de rechterlijke macht heeft opnieuw een deuk opgelopen, omdat de rechtbank blijkbaar weer geen enkele andere uitweg ziet dan niet te oordelen waar dat al lang had gekund.