Acht jaar lang was Sa’id Vanenburg leerling op De Vuurtoren, een rooms-katholieke basisschool in de kop van Noord-Holland. “Men deed zijn best ons een gevoel te geven dat we bijzonder waren. Ik had geen enkele reden daaraan te twijfelen,” zegt de inmiddels 35-jarige Vanenburg. “De eerste jaren deed ik gewoon wat me opgedragen werd. De meesters en juffen, die weten toch hoe het hoort? Daar luister je dan naar.”
Na zo’n drie jaar op de school kwam echter het besef dat hetgeen zich daar afspeelde niet tot normaal gedrag gerekend kan worden. Nerveus friemelt hij wat met zijn handen voor hij verder spreekt over zijn ervaringen. “Een aantal leerkrachten overschreed de grenzen van wat toelaatbaar is.” Vanenburg vertelt van sadistische rituelen waar hij gedwongen aan deelnam. Hoe lang deze rituelen aanhielden, weet hij niet meer precies: “Enkele dagen, misschien een week. Na afloop werd er gedurende langere tijd in alle toonaarden over gezwegen, alsof er nooit iets was gebeurd. Na verloop van tijd raakte het op de achtergrond, je probeerde het te vergeten. En dan begon het weer opnieuw. De pakjes die we droegen terwijl we door de school moesten paraderen terwijl we elkaar vast moesten houden. Daar werden dan foto’s van gemaakt. En die liedjes. Die liedjes.” Hij laat een stilte vallen, hij is zichtbaar aangedaan.
Via internet leerde Vanenburg lotgenoten kennen en ontdekte hij niet de enige te zijn die met de problemen kampt. Hij somt op: “Depressies, wantrouwen, een teruggetrokken leven leiden. Sommigen hebben nog altijd nachtmerries.” Gesterkt door de wetenschap er niet alleen voor te staan durven zij nu, tientallen jaren later, het zwijgen te doorbreken. Het openlijk uitkomen voor wat hen is aangedaan heeft een ware tsunami aan onthullingen veroorzaakt. Vooralsnog is onduidelijk wat de precieze omvang van het schandaal is, maar het vermoeden bestaat dat het om enkele honderden scholen gaat. Bijna 34 procent van de kinderen in het basisonderwijs krijgt les op een rooms-katholieke school. “Het aantal potentiële slachtoffers is bijzonder verontrustend.”
Inmiddels hebben er gesprekken plaatsgevonden tussen enkele slachtoffers, waaronder Vanenburg, en vertegenwoordigers van het katholieke onderwijs. Het eerste treffen maakte veel indruk en zorgde voor een gevoel van bevrijding bij de oud-leerlingen. De keer daarop ging het echter over geld, wat direct tot een verharde toon bij de vertegenwoordigers leidde.
Veel slachtoffers zijn ongeduldig. Zij willen dit hoofdstuk kunnen afsluiten. Boven alles willen ze bijstand, bijvoorbeeld in de vorm van therapeutische hulp. Dat kost geld en daarom wordt van de scholen geëist snel met een voorstel te komen. De overkoepelende raad voor het RK-onderwijs weigert het boetekleed vooralsnog aan te trekken. “Wanneer ouders hun kinderen op onze scholen inschrijven gaan zij feitelijk akkoord met alle activiteiten die plaatsvinden. Wij voelen er daarom niet voor de verantwoordelijkheid op de scholen af te schuiven.”