Internet is heel fijn en handig. Informatie delen doen we zo graag, dat Google onderhand 20 petabyte per dag verwerkt en Facebook 1 petabyte aan foto’s bezit (ongeveer 10 miljard plaatjes). De easy access tot informatie zorgt dat iedereen overal direct een mening over vormt. Hardop, meestal. Was het in het pre-digitale tijdperk nog vreemd om bijvoorbeeld een homokroeg binnen te lopen en te vragen of dat nou allemaal wel nodig is, dat gerommel in die donkere kamertjes – op het internet is het doodnormaal.
Het is makkelijk om digitaal te ventileren in de richting van iemand die je niet onder ogen hoeft te komen. Wanneer in een sociale omgeving, zoals op het internet, alle gedragingen onderworpen worden aan een continue becommentariëring, dan bestaat het risico dat uiteindelijk reputatie steeds belangrijker wordt. Misschien zelfs belangrijker dan kunde, capaciteit of inhoud. Hiermee zetten we de deur wagenwijd open voor het ontstaan van een dictatuur van groepsgedraging en groepsmoraliteit, en dus voor opgelegd conformisme op individueel vlak. Want als je anders bent dan anderen, kun je rekenen op commentaar – meestal verpakt in de impliciete boodschap dat je je zou moeten schamen.
Dat klinkt tegenstrijdig. Hoe sociaal exhibitionistisch we ook zijn, wanneer reputatie belangrijk wordt, zien we steeds minder communicatie die buiten de spreekwoordelijke sociale ‘foutmarge’ valt. Resultaat: een eindeloze stroom aan grijze massa. Lekker consistent. Lekker voorspelbaar. Als u denkt: ‘dat valt wel mee’, scroll dan even door uw eigen Facebook timeline. Wat staat u er leuk op zo, hè? Springend op dat ene speciale Mediterraanse strand met die prachtige zonsondergang. Lekker gek en vrij van geest ook. Of die selfie tijdens die drieweekse knapzakreis door India (de McDonald’s van de ontdek-jezelf-industrie) vanaf die berg, helemaal in je eentje ook beklommen? Stoer hoor. En wat was het eten goed hè, in dat restaurant – ja wij houden van lekker eten, gewoon: lekker eten. Wij doen thuis geen gekke dingen in de kelder hoor! Nee wij houden gewoon van lekker eten. Net als iedereen. Die korrelige instragramfilter geeft ook helemaal dat sfeertje van een surfalicious lifestyle weer, en dat gewoon op het strand van Bloemendaal. Heerlijk Corona’tje erbij, met een limoentje: intens genieten hoor! Kijk eens? Dit is mijn leven. Ziet er goed uit hè?
Nou. Ik vind dat dus doodeng. Helemaal wanneer ik lees dat (ondanks die ellenlange stroom babyfoto’s en kattenmemes) alsnog een kwart (!) van de sollicitanten het voor elkaar krijgt om op basis van digitale kroeggesprekken te worden afgewezen. Ik zeg kroeggesprek, want laten we wel wezen: veel verder dan dat komt Facebook (en Twitter al helemaal) niet. Uiteraard heeft u de digitale voetprint zoveel mogelijk uit de openbaarheid gehouden en ach, er is over iedereen onderhand wel wat te vinden als je wilt. Ja, maar weet u zeker dat degene die iets weg te geven heeft (zoals een baan) net als u, de redelijkheid zelve is? Dat het echt gaat om uw kunde en capaciteit? Niet om u zenuwachtig te maken, maar het merendeel van de ‘recruiters’ (zo heet dat kaartenbak-baantje tegenwoordig) zijn Schoevers-meisjes. Van die juffrouwtjes Ooievaar die het presteren al geschockeerd te zijn als iemand “verdomme!” roept, die Adolf Hipster-memes bestempelen als antisemitisch, die standaard zelf altijd de grootste passief agressieve zuigerts zijn op de sociale mediaas – “nou het is maar hoe je het bekijkt :)”, die verwachten dat iedereen met een academische opleiding Mulischiaanse volzinnen produceert in 140 tekens en een d-t fout zien als een brevet van intellectueel onvermogen, terwijl ze zelf qua literatuur nooit verder zijn gekomen dan Kinsela-pockets of Je-bent-wat-je-eet-bijbels. Houd dit beeld even vast en bedenk dat deze ‘ik heb alles’-vrouwen potentiële nieuwe werknemers langs de morele meetlat gaan leggen en gaan bepalen wat valt onder “goede smaak”. Want daar hebben wij het hier over: de definitie van goede smaak.
Het is dat de GoGo Tours-vakanties naar Tormelinos uit de jaren ’90 van vóór het social media-tijdperk waren, want ik durf mijn hand er voor in het vuur te steken dat bij dergelijke TempoTeam-troela’s die nu achter hun ergonomische bureau zitten te zuurdesemen met een kop Sterrenmix óók ‘tegenstrijdigheden tussen gedrag en cv’ kunnen worden aangemeten – of ze moeten allemaal met de Spanjaard getrouwd zijn die ze toen ontmoet hebben op een 538 Beachmasters-feestje.
Zeker, bij een openbare functie mag je extra eisen stellen, zelfs buiten de baas zijn tijd: een politieagent met een dikke djonko achter het stuur wil niemand. Of dit terug te vinden is op social media, is dan niet eens relevant, dat zou het hooguit beschamender maken. En daar gaat het om: schaamte. Schaamte om niet consistent over te komen, en uit deze schaamte maar zoveel mogelijk consistent gedrag te vertonen. Heeft u ook zo hard met de rest van Nederland meegezocht naar Ruben en Julian? En is er eigenlijk al een twibbon voor Syrië?
In een dergelijke omgeving, in zo’n schaamtecultuur, zal het incassatievermogen van de samenleving (in ieder geval die op het internet) op den duur kleiner worden: alles wat qua gedrag buiten de foutmarge valt, staat er dan ook direct buiten. Toch zonde dat een fenomeen dat met al haar informatie en openheid een broeiplaats zou moeten zijn voor nieuwe, originele en innovatieve ideeën en observaties. Maar de dictatuur van de middelmatige meerderheid maakt alles kapot. Zoals Hyves om zeep ging toen alle ouders er op kwamen, zo wordt Twitter verpest door de vernietigende sociale omgangsnormen van huismoeders, coaches, politici & middelmanagers, en is Facebook ten onder gegaan aan het collectieve individualisme van de hipstergeneratie. Bij nader inzien: ik zou zelf niet weten wie ik nog wél zou willen aannemen.
*scrollt teleurgesteld door Facebook-timeline*