Normaal doe ik er niet aan mee, het borrelgepraat en eeuwige geklaag. Brussel is één grote corrupte bende. En dat van onze belastingcenten! Het beeld van die ‘zakkenvullers’ in vooral het Europees Parlement leeft sterk en wordt mede gevoed door de maandelijkse verhuizing naar Straatsburg. Dat valt het Parlement niet te verwijten, maar voor veel nuance is in het beeld van een geldverslindend circus nu eenmaal weinig plaats. Ik moet er nu toch aan geloven, want de realiteit blijkt soms nog erger dan men denkt.
Eerst het goede nieuws: er is de afgelopen jaren veel verbeterd. Zo zijn sinds 2009 de salarissen van Europarlementariërs gelijkgetrokken. Uitgaven moeten beter verantwoord worden. De leden krijgen nu bijvoorbeeld hun reizen enkel vergoed op vertoon van een boarding pass. Business class, dat wel, maar daar zeur ik niet over. Het Nederlandse smaldeel gaat nog een stapje verder en heeft een eigen gedragscode, die strenger is dan moet. Die stamt uit 1999 (ik was co-auteur). Hiermee geeft Nederland het goede voorbeeld. Maar die code geldt natuurlijk niet voor de overige 728 Parlementsleden.
Naast de toch al riante bezoldiging van bijna 8.000 euro bruto per maand, krijgen de 754 Parlementariërs een trits aan onkostenvergoedingen, die hun salaris met gemak kunnen verdubbelen. Zo krijgt elke Afgevaardigde 4.299 euro vergoeding per maand voor kantoorkosten. Bonnetjes worden niet gevraagd en wat je ervan over houdt, hoef je niet terug te storten. Daar kun je volgens mij heel wat postzegels voor kopen.
Hier komt nog een dagvergoeding van 304 euro bovenop. De idee is dat als een Lid naar Brussel of Straatsburg afreist om zijn/haar werkzaamheden te vervullen, hij of zij kosten maakt, zoals hotels en restaurants. Voorwaarde is dat men de aanwezigheidslijst tekent. Daar gaat wel eens wat mis. Men is de tv-beelden van Parlementsleden die de presentielijst tekenden om hun dagvergoeding op te strijken en een uur later werden gefilmd op weg naar huis verre van vergeten. Presentiegeld zonder presentie dus.
Een Parlementslid dat twee a drie keer per week komt stemmen, kan zijn maandsalaris vrij simpel met 2.500 euro aanvullen. Ik vind dat idioot. Kan men van dat geld dan geen postzegels betalen? Bovendien, een aantal Leden woont in Brussel en slaapt en eet dus thuis. Waarom moeten zij ook nog een vergoeding krijgen voor hotel of restaurant?
Die presentielijst is op zich okee; het is een soort bewijs dat men ‘gewerkt’ heeft voor zijn (of onze) centen. ik heb echter altijd gedacht dat deze regel voor alle Leden geldt. Gelijke monniken, gelijke kappen. Maar dit blijkt niet het geval! belangrijke Europarlementariërs zijn van deze verplichting ontheven, zoals de voorzitter, vicevoorzitters en de fractievoorzitters. Zij worden zo gewichtig geacht dat men hen niet mag lastigvallen iets als een banale vraag om een handtekening. Deze super-Parlementsleden krijgen dus sowieso 304 euro presentiegeld per dag, ongeacht of ze wel aanwezig zijn of niet.
Toen ik dit ontdekte, viel ik bijna van mijn borreltafel. Zij die bij uitstek het goede voorbeeld zouden moeten geven, lappen de eigen regels vrolijk aan hun laars. Als ik een cynische zeurpiet was geweest, zou ik hen als super-zakkenvullers betitelen. Maar ja, zo ben ik niet.
Wytze Russchen is lobbyist met ruim 18 jaar ervaring in Brussel. Hij werkte onder andere in het Europees Parlement en voor werkgeversorganisaties, en heeft zijn eigen public affairs bureau Russchen Consultants. Hij schreef in 1999 mee aan de vrijwillige gedragscode voor Nederlandse Europarlementariërs.