Sonja Barend kwam dinsdagavond in de uitzending van De Wereld Draait Door vertellen wie de Sonja Barend Award had gewonnen. Het is een prijs voor het beste televisie-interview van het afgelopen jaar. Daar zat ze dan, de grand old lady van het interview, de vrouw die hele generaties een goede nacht en gezond weer op toewenste na spraakmakende interviews met de door Ellen Blazer zorgvuldig geselecteerde slachtoffers.
Ze was zichtbaar in haar nopjes. Want wat ‘waren er toch veel goede interviews op tv!’ In sneltreinvaart kregen we een aantal voorbeelden te zien, die echter zo snel voorbij trokken dat ik nauwelijks kon zien om wie het ging. Ik meende Jeroen Pauw te zien, en ook Mart Smeets, maar ik weet het niet zeker.
Sonja Barend gaf een kort college televisiekijken voor beginners.’Er wordt gezegd dat er geen goede interviews meer zijn op tv. Dat is niet waar, het is een kwestie van goed zoeken, u kijkt dan waarschijnlijk naar de verkeerde zenders.’
Naar welke zenders wij dan wel moesten kijken werd ons niet verteld, maar al snel bleek dat het met name om Nederland 1 ging, waar Joris Linssen in het programma Hello Goodbye nietsvermoedende passanten overvalt met vragen als ‘Hoe heeft u dat ervaren, de dood van uw partner?’
Huiltelevisie is helemaal niet zo makkelijk als het lijkt, doceerde Barend ons. ‘Je moet talent hebben om dit soort vragen te stellen.’
Met een virtueel tromgeroffel werd de winnaar aangekondigd: Coen Verbraak! Daar kwam hij aanlopen, glunderend van oor tot oor. Gelukkig was Joris Linssen niet in de buurt om hem te vragen hoe hij dat nou heeft ervaren, het winnen van zo’n grote prijs, want Coen zou ongetwijfeld in huilen zijn uitgebarsten van dit grote geluk.
Verbraak werd geroemd om zijn interview met Rijkman Groenink. ‘Hoe je het opbouwde, hoe je hem aanpakte,’ kirde Sonja. Tafeldame Gerdi Verbeet balde haar vuistje en riep Verbraak toe: ‘Ja, ik dacht tijdens dat interview steeds: en nu doorpakken!’
We kregen een kort fragment te zien van het interview waarin we, volgens Verbraak, vooral op het ooglid van de bankier moesten letten. Als dat ging trillen, had hij het moeilijk. Dat had hij waarschijnlijk van Joris Linssen geleerd. (‘Coen, als de oogleden gaan trillen, is het huilen nabij. En dat willen de kijkers, huilende mensen.’)
Ik zag geen ooglid trillen, maar ik heb dan ook geen HD-televisie. Wat ik wel zag was een streng kijkende Verbraak die met zijn vingertje wees en Rijkman Groenink in de hoek van de graaiers wilde duwen. De bankier probeerde steeds uit te leggen dat het zijn eigen geld was, in twintig jaar gespaarde aandelen die hij conform zijn contract met de bank moest cashen bij zijn afscheid. Maar Verbraak zat niet op antwoorden te wachten, hij wilde de man zien breken. Hij probeerde nog een Joris-truc: ‘Het emotioneert u he?’
De bankier bevestigde dat zonder in huilen uit te barsten, het raakte hem inderdaad om steeds maar voor graaier uitgemaakt te worden.
De antwoorden deden er niet meer toe. Rijkman Groenink is een graaier, want hij heeft geld en aandelen. En geld mag niet, dan ben je fout. De journalist is goed, want hij stelt het allemaal aan kaak. En Sonja Barend vindt het allemaal prachtig, huilende passagiers en bankiers met een trillend ooglid.
Verbraak staat trots op de foto met zijn trofee: een stuk plastic met de naamgever van de prijs. Waarde: ongeveer drie euro.
Marc Poorter is schrijver.