De PvdA is de PvdA niet meer. Dat is goed nieuws. Sinds de ‘overname’ van Diederik Samsom is er weinig of geen plek meer voor de morele superioriteit waarmee het sociaaldemocratische voetvolk zich verheven voelt boven de ambachtsman, de kleine ondernemer, de leraar, de verpleegster of de politieagent.
Samsom is feitelijk in ‘oorlog’ met de arrogantie van zijn eigen achterban, maar – slim als hij is – snapt hij dat hij voor het winnen van die oorlog alle zweterige zaaltjes af moet waar die rode fossielen hun gebruikelijke ‘Prinzipienreiterei’ rond bazuinen.
Wat mij betreft stelt Samsom voorgangers als Bos en Kok nú al in zijn schaduw door de al of niet terechte onvrede in het land niet te negeren, maar juist met het hem kenmerkende fanatisme op te zoeken, te bevragen, te besnuffelen, en zodoende zijn partij – die vaak nog ál te trots is op haar eigen smetvrees voor de PVV – een bedompte hoek in te duwen waar men vroeger zijn neus voor ophaalde.
Het leidde onder meer tot zijn realistische en verstandige Europa-verhaal van een paar dagen terug, waarin Samsom adviseerde vergezichten ‘on hold’ te zetten en eerst, hoe weinig spectaculair ook, te werken aan het ‘repareren van Europa’.
Tóp was ook zijn optreden bij Buitenhof, gisteren. Hoe Diederik beleefd, maar o zo effectief de vloer aan veegde met de enquêtecultuur van ons nationale keffertje: Maurice de Hond. Hij gaf aan vaak met ontevredenen door te praten, die bij Maurice slechts één vakje hoefden aan te vinken.
En het had hem geleerd dat vrachtwagenchauffeurs natuurlijk de schurft in hebben als Polen hun baantjes voor een hongerloon dreigen over te nemen, maar dat ze als berijders van de Europese snelwegen, na een half uur praten, óók begrepen dat zomaar wegrennen uit de EU misschien niet zo’n goed idee is.
Samsom mag dan een geslepen en hyperambitieus ‘linksmensch’ zijn, mede aangedreven door straatvechter Spekman weet hij waar de slag om de kiezer gewonnen wordt: in de harten van hen die PVV hebben gestemd of dat nog steeds overwegen.
Dat hij die strijd aan gaat, niet terugschrikt van een modderspatje meer of minder en zich in vrijwel elk debat kan bedienen van zelf meegemaakte praktijkvoorbeelden in wijken en op marktpleinen vind ik ijzersterk en onderscheidt hem, qua stijl en inhoud, van de geparfumeerde doctorandussen die in cohorten hun pennenvruchten afscheiden op Joop.nl en véél te lang de dienst hebben uitgemaakt in zijn partij. Zeg maar het type Mei Li Vos. Of meisje Hilkens.
Mijn vaste volgers weten dat ik pukkels krijg van de ideeënloosheid en het carrièrisme dat in de hedendaagse politiek hoogtij lijkt te vieren. Er zijn dagen geweest dat ik hier op TPO het politieke midden heb aangewezen als zijnde ‘extreem’, omdat het ons, brave stervelingen, stilletjes onderdeel heeft gemaakt van complexe en soms bijna onbegrijpelijke projecten als de EU, de Bankenunie en diverse ondoorzichtige noodfondsen.
Wat zo geruststellend is aan Samsom is dat hij zich als eerste PvdA-politicus ten volle bewust lijkt te zijn van deze spagaat. Van zijn kant geen sussende of zalvende woorden over de EU, maar de erkenning dat nieuw vertrouwen, na alle mislukkingen en crises, van de grond af moet worden opgebouwd.
Leuk hoor en atypisch dat je ineens zo enthousiast bent over een PvdA-er, hoor ik u al reageren, maar waar is in godsnaam dan het idee van Samsom? Is hij niet exact de ideeënloze en carrièregerichte politicus die je zegt te verafschuwen? Wellicht!
Maar misschien – zo werp ik tegen – dient het hebben van een ‘idee’ in de kakofonie van 2013 voor het overgrote deel wel negatief geïnterpreteerd te worden. En is de belangrijkste kwaliteit van een politicus anno nu dat hij waanideeën en wensdromen met charisma en geloofwaardigheid terzijde schuift. In mijn ogen doet Samsom dat. Behoorlijk goed, zelfs. En energiek.
Nu ik toch bezig ben tamelijk opzichtig veren in Diederik’s reet te steken, zal ik die laatste veer er ook maar gezwind en doortastend in proppen: de wijze waarop De Grote Diederik zijn partijgenoot Jantje Pronk ogenschijnlijk respectvol, maar in de grond snoeihard naar de vuilnisbelt van de geschiedenis verwees met zijn huilie-huilie over het illegalendebat.
Dekselse Diederik beweerde bij Buitenhof dat hij – haha! – ‘altijd een bewonderaar van Jan Pronk was geweest’, maar meldde onmiddellijk daarna dat hij de bezwaren van de heer Pronk, wijzend naar diens eigen periode als minister, ‘niet snapte’.
Om er vervolgens fijntjes op te wijzen dat de strafbaarstelling van illegalen het sluitstuk was van een proces van marginalisering van illegalen waar Pronk, tijdens Paars, middels de zogenaamde Koppelingswet een lel van een bijdrage aan had geleverd.
Hier was, potdomme, méér dan alleen een politicus aan het woord. Hier danste Diederik als een volleerde Mohammed Ali om de politieke mastodont Jan Pronk heen en knalde hem, na een schijnbeweging, bám, tegen het canvas.
Diederik? Héél goed bezig, dus!
@Hanstw deed in HP/deTijd met ‘Zwartboek Inholland’ ooit een spraakmakend boekje open over de megalomane depriwereld van het HBO en rust niet voor ambachtsmensen in onderwijs, zorg en rechtshandhaving weer de plek en de waardering krijgen die ze verdienen .