Van opluchting tot jubelstemming. Het is steeds hetzelfde geluid als populisten in Europa naast de macht grijpen. In Oostenrijk wordt Norbert Hofer (FPÖ) de pas afgesneden door Van der Bellen (De Groenen), Wilders wordt geklopt door Rutte, Le Pen verliest van Macron. Ik gun iedereen zijn overwinningsroes, maar hier komt de kater: het populisme is verre van verslagen. Met dank aan degenen die zeggen het te bestrijden.
Een van de grootste jubelaars deze week is Volkskrant-columnist Bert Wagendorp. De overwinning van Macron in Frankrijk is voor hem een enorme opluchting. Hij spoort zijn lezers aan het optimisme te hervinden, Macron te erkennen als de nieuwe leider van Europa en dit jaar te onthouden als het jaar van de ommekeer. “Een revolutiejaar!”
Bijzonder om een jaar waarin de zittende politieke klasse zijn macht weet te behouden uit te roepen tot revolutiejaar. Het zijn verwarrende tijden voor de progressieve goegemeente.
We zien de populistische partijen de macht weliswaar mislopen, maar tegelijkertijd blijft hun aanhang groeien. Op Duitsland na, omdat daar de CDU aanhang van de AfD weet af te snoepen op een belangrijk thema van de Alternativen. In de rest van Europa blijven de populisten aan populariteit winnen. Dat gaat niet zonder de obsessie van hun tegenstanders met de economie.
Ook in de campagne van Macron draaide alles om de economie. Maar voor meer dan alleen de stemmers op Le Pen ging het óók om immigratie, integratie en veiligheid. Macron moet hen de antwoorden schuldig blijven. Het lijkt erop dat ie gelooft, dat met een aanzienlijke verbetering van de Franse economie, ook die problemen als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen.
Zo’n aanpak zien we deze week ook terug in het deltaplan van de Europese Commissie tegen euroscepsis en populisme. In een poging het tij te keren stelt Brussel ‘progressieve handelsakkoorden’ voor, die meer winnaars moeten opleveren dan de huidige vrijhandel. De schadelijke effecten van globalisering aanpakken in de veronderstelling ermee het populisme met wortel en al uit te roeien.
En ook in Den Haag zullen Rutte, Pechtold, Klaver en Buma elkaar aan de onderhandelingstafel vinden in een sociaaleconomische aanpak van de onvrede. Ik vraag me af op welke planeet de heren zitten, om te denken dat ze Wilders er de wind mee uit de zeilen nemen.
Op z’n best zijn dit zachte heelmeesters, maar kwakzalvers is eigenlijk een beter woord. Na 15 jaar populisme in Nederland dient het inmiddels toch wel duidelijk te zijn, dat de onvrede niet voortkomt uit een procent meer of minder economische groei.
De voedingsbodem voor het populisme in Europa is ongecontroleerde immigratie, een slechte integratie van nieuwkomers en de weigering van de politiek om daar iets aan te doen. Die voedingsbodem ligt er in de hele unie.
Politici die zeggen het populisme te bestrijden en tegelijkertijd de echte oorzaak negeren, bedriegen niet alleen zichzelf, maar de hele kluit.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.
Luister ook elke week Roderick Veelo & Bert Brussen in de TPOpodcast.