Nederlanderschap. Juridisch gezien bestaat dat uit een paspoort dat elke ingezetene in Nederland bepaalde rechten en plichten geeft. Dit betekent niet dat de sociaal-culturele identiteit van iedere ingezetene zich weet samen te vatten in voetbal op zondag, bitterballen en bier. En dat hoéft ook helemaal niet.
In een ideale wereld zou hiermee de kous af zijn: wat je vindt, mag je lekker (achter de voordeur) houden en klaar zijn Kees en Kadir. Toch is deze kous bij lange na niet af: Volkskrant-journaliste Nadia Ezzeroili schreef in een zeer persoonlijke column hoe zij zichzelf had vervreemd van haar Marokkaanse sociaal-culturele identiteit, om vervolgens bij de meer Nederlandse variant de deksel op haar neus te krijgen. Haar conclusie: dikke doei, zoek het uit en ik ben geen Nederlander meer.
Wellicht kunnen twee zwaaiende middelvingers in de Volkskrant een louterende werking hebben, maar hiermee wordt er voorbij gegaan aan het feit dat Geert Wilders (die uiteraard genoemd werd in het stuk) zich geen betere reclame had kunnen wensen. “Marokkanen” die eindelijk inzien dat ze “geen Nederlander” zijn, in nota bene de Volkskrant. Zelf-polariserende allochtonen en de mislukte multiculturele samenleving als self fulfilling prophecy. Djing djing djing djing. Electorale jackpot.
Want, en of Nadia en Geert dat nu leuk vinden of niet, het gaat hier wél om Nederlanders. Het gaat om mensen die hier geboren en getogen zijn, dezelfde rechten en plichten hebben maar in toenemende mate aangeven hun sociaal-culturele identiteit te ervaren als een last. Dit laatste ontkennen gaat rechtstreeks in tegen allerlei onderzoeken. Stageplekken of sollicitatiegesprekken worden significant sneller gegeven aan mensen met de naam Piet de Boer op hun CV. Het is natuurlijk totaal van de gekke dat rechtse politici en media vervolgens de onderzoekers de schuld geven (want het zijn tenslotte maar sociale wetenschappers en dus hoef je de moeite niet te nemen het onderzoek te lezen), in plaats van zich af te vragen hoe het mogelijk is dat meritocratie niet altijd leidend is. Dito linkse politici en media, die doorslaan in de evenzo schadelijke verheffings-variant: zij drijven de laatste nagel door de doodskist der meritocratie door baantjes weg te geven zodat er wat paternalistische en PR-gevoelige positieve discriminatie puntjes (en misschien toekomstige stemmen) kunnen worden gescoord.
Rechtsom of linksom: Nederlanders die niet de heersende sociale-culturele identiteit van bitterballen, bier en broodjes aanhangen, worden niet voor “vol” aangezien. Het feit dat de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb elke keer naar voren moet worden geschoven om het tegendeel te bewijzen, zegt eigenlijk al genoeg. Maar bovenal dient zowel rechts als links Nederland twee ongemakkelijke waarheden onder ogen te zien: een meritocratie is (net als het leven) niet altijd per se eerlijk noch zaligmakend, en een overheid kan onmogelijk elke ongewenste sociaal-economische uitkomst corrigeren. Doen alsof dit wel zo is (of defaitistisch met je middelvinger zwaaien terwijl je met je tong nog een scheetgeluid erachteraan gooit) helpt de discussie, en daarmee Nederland als geheel, geen steek verder.