Houd het uniform uniform – Een agente met hoofddoek kan niet

04-12-2017 18:24

Het College voor de Rechten van de Mens heeft besloten dat de Nationale Politieagente Sarah Izat discrimineert wanneer zij haar niet toestaat een hoofddoek bij haar uniform te dragen. De JOVD vindt dit een kwalijke zaak en roept daarom de Nationale Politie op de uitspraak naast zich neer te leggen, omdat het toestaan van religieuze uitingen bij de politie een gevaarlijk precedent schept.

Eerder dit jaar barstte een grote discussie los over of moslima-politieagentes wel of niet een hoofddoek mogen dragen bij hun uniform. Aanleiding hiervan was de klacht die agente Sarah Izat indiende vanwege de weigering van de politie om de religieuze hoofdbedekking te mogen dragen bij haar uniform. Hoewel Izat slechts een administratief medewerker was kwam de geest met volle kracht uit de fles met als gevolg dat er een roep ontstond om voor alle politieagenten religieuze symbolen (in de praktijk vaak de hoofddoek) bij hun uniform toe te staan. Dit ondanks het feit dat er een zeer duidelijke reden is waarom iedereen bij de politie haar of zijn keppeltje, haar of zijn kruisjes, haar of zijn hoofddoek af moet doen. Namelijk om de neutrale houding van de staat te waarborgen en de staat gescheiden van religie te houden.

Izat’s klacht is succesvol gebleken: het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens stelt nu officieel dat de Nationale Politie Izat heeft gediscrimineerd. De JOVD vindt dit onbegrijpelijk, zeker als naar de nogal oppervlakkige argumentatie van de rechters wordt gekeken. Izat zou volgens het College voor de Rechten van de Mens als administratief medewerker nauwelijks invloed hebben op politiehandelingen, waardoor de neutraliteit van de functie niet ondergraven zou worden.

Gelijkheidsbeginsel

Het College vergeet echter één heel belangrijk punt: Izat’s zaak is in de landelijke schijnwerpers gekomen, waardoor haar gesluierde uniformdracht als voorbeeld zal dienen. Door haar klederdracht te gedogen zijn stemmen opgegaan om religieuze kleding ook bij agenten die meer op de voorgrond treden voortaan toe te staan.

In de eerste weken van de ophef om de zaak-Izat heen werd de impact van deze landelijke voorbeeldfunctie al duidelijk: het publieke debat ging geen seconde over of Izat al dan niet bepaalt wat er met aangiftes gebeurt, maar over of er religieuze uitingen in het algemeen toegestaan moesten worden bij het politie-uniform. Terwijl het juist belangrijk is om ook in dit geval sterk aan het principe van neutraliteit van de politie vast te houden. De politie is voor iedereen in Nederland neutraal en objectief, wat voor geloof, afkomst of distinctie je dan ook hebt. Als agent spreek je niet als privépersoon maar als ambt, namens de overheid, dus neutraal.

Dit gelijkheidsbeginsel zet je opzij als je ineens voor één religie een uitzondering gaat maken. Er wordt een precedent geschapen om grotere, belangrijkere beleidszaken ook op basis van geloof te beslissen. Dat kan niet in een seculiere staat. Ook voor moslims moet je geen uitzondering maken, juist om iedereen gelijk te behandelen. Daarbij, politie-uniformen zijn ook in seculiere staten met een moslimmeerderheid, zoals Turkije en Marokko, geheel neutraal. Daar doen moslim-agenten hun hoofddoek gewoon af wanneer ze het ambt moeten laten spreken, omdat persoonlijke voorkeuren of religieuze overwegingen er niet toe doen.

Geen religie bij de overheid

Beetje bij beetje eist de islam in Nederland meer ruimte op. Het zijn privileges om onder het secularisme uit te komen, waarbij de neutrale uitstraling van de overheid in het geding komt. De voorbeelden zijn talrijk. Afgelopen juli besloot de Raad van State bijvoorbeeld dat er, ondanks verzet van de gemeente Amsterdam en het Ministerie van Onderwijs, toch een islamitische middelbare school mocht komen in de stad, met een bestuurslid dat openlijk ISIS verheerlijkt. Elk jaar weer gaan allerlei politiekorpsen op bezoek bij iftar-bijeenkomsten ter gelegenheid van de Ramadan in moskeeën: dit is het enige religieuze feest waar de politie zich mee bezig houdt. Na de Charlie Hebdo-aanslagen wordt een docent die de cover van Charlie Hebdo in de klas ophing berispt, omdat het blad aanstootgevend zou zijn voor moslims.

Maar Nederland kiest bewust voor een neutrale staat. Nederland kiest er bewust voor om religie en staat gescheiden te houden. Nederland kiest er bewust voor om religieuze praktijken als een privéaangelegenheid te zien. Op die manier wordt iedereen door de staat op dezelfde manier behandeld en zijn er geen verschillen. Zo bestaat er geen weigerambtenaar bij de overheid en draagt de politie een uniform. Dat is juist géén discriminatie: iedereen, elke vrouw, elke man, moet zijn of haar religieuze uitingen afdoen bij de politie. Op die manier wordt iedereen écht gelijk behandeld. Het nu opeens toestaan van de hoofddoek, zou deze gelijkheid uit evenwicht halen.

De gevolgen van deze ogenschijnlijk pragmatische beslissing van het College voor de Rechten van de Mens om één moslim-agente in haar gelijk te stellen kunnen al met al verstrekkend zijn. Onze politie kan minder neutraal worden dan de politie in Marokko en Turkije en de deur wordt opengedaan voor nog meer religieuze afwegingen bij seculiere kwesties. De JOVD roept de Nationale Politie dan ook op om religie als een privéaangelegenheid te blijven zien en de uitstraling van de staat neutraal te houden. Daarom moet de politie voet bij stuk houden en het besluit van het Mensenrechtencollege naast zich neer leggen. Houd het uniform uniform!