Nog één nachtje slapen en we mogen stemmen. Vrijwel alle nationale partijleiders bemoeien zich tegen deze verkiezingen aan. Ze lijken daardoor spannender dan ooit – wie interesseerde zich in het verleden voor de Provinciale Staten? Precies. En dat doet nog steeds vrijwel niemand.
De verkiezingen zijn uitgeroepen tot een tussenbalans voor dit kabinet. Niet dat de uitslag gevolgen zal hebben: het kabinet blijft zitten, hoe dan ook. Desnoods zoekt het straks in de Eerste Kamer meerderheden van negen partijen. Linksom, rechtsom, dwars door het midden en met of zonder hulp van God: van deze coalitie komen we pas af als ze de volle vier jaar heeft uitgezeten. Dan mag er nog een container bonnetjes verdwijnen of juist tevoorschijn komen, dan mogen alle duistere krachten in Nederland zich bundelen om de stoelpoten onder de ene na de andere VVD-minister vandaan te zagen, Rutte zal met onverstoorbare joligheid elke tegenslag tot een verkleinwoordje reduceren, en Samsom zal onvermoeibaar 24 uur per etmaal blijven uitleggen dat het begin naar herstel is ingezet.
Kun je daarom net zo goed thuis blijven? Nee.
Nederlandse kiezers stemmen lang niet altijd op de partij die hun voorkeur heeft. Dat komt omdat veel Nederlandse kiezers zichzelf kabinetsformateurs wanen. Ze stemmen niet op een partij, maar op een mogelijke coalitie. Hun stem wordt niet bepaald door hun voorkeur voor een partij, maar door hun afkeer voor anderen. ‘Ik stem PvdA omdat ik de VVD buiten de deur wil houden; ik wil een links kabinet.’ ‘Ik stem VVD omdat ik absoluut niet wil dat de sociaaldemocraten een vinger in de pap krijgen.’
De samenstelling van het huidige kabinet bewijst dat het zo niet werkt. De twee voormalige tegenstanders gingen doodleuk met elkaar in zee, nota bene met het argument dat de kiezer een andere keuze onmogelijk had gemaakt: ze waren immers de grootste twee. Eigen schuld, dikke bult.
Strategisch stemmen was altijd al zinloos, en is het nu helemaal. Als het resultaat van rechtstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer al zo ongewis is, dan is het resultaat van de huidige verkiezingen dat zeker. De leden van Provinciale Staten kiezen de leden van de Eerste Kamer, die bepalen of ze hun steun geven aan wetsvoorstellen van het kabinet of niet. Als leden van de chambre de réflexion mag je verwachten dat de Eerste Kamer dat naar eer en geweten doet. Gezien de vele lobby’s waarvan talloze Eerste Kamerleden een vooruitgeschoven post zijn, is die verwachting bepaald naïef.
Onze stem belandt in een grote grabbelton en wordt opportunistisch gebruikt.
Op wie wij morgen stemmen, is irrelevant voor het aanblijven van dit kabinet en voor het beleid dat het wil doorzetten. We beïnvloeden het type beïnvloeders, maar hebben geen idee in welke richting. Verbeeld jezelf niet dat je het onzichtbare spel van ruilen en huilen, van binnenhalen en inleveren, van overwinningen en compromissen, met je stem kunt sturen. Dat heeft ook een voordeel: je kunt luisteren naar je hart. Stem op de politicus (v/m) die je echt vertrouwt en die staat voor wat je vindt.
We zouden het bijna vergeten, maar dat is eigenlijk altijd de bedoeling geweest.