Europa kijkt terug op een al te rijke historie van oorlogen. Duurde de Eerste Wereldoorlog vier jaar, de Tweede Wereldoorlog zes jaar, de dertigjarige oorlog (1618-1648) en de honderdjarige oorlog (1337-1453) duurden vele malen langer. Europa kent nu al weer 70 jaar een relatieve vrede, al vonden er in de jaren ’90 bloedige oorlogen plaats in voormalig Joegoslavië en gaat het uiteenvallen van de voormalige Sovjet-Unie tot op heden gepaard met conflicten, zoals in Georgië, Tsjetsjenië en recentelijk Oekraïne.
Een van de belangrijkste sleutels tot het beëindigen van een oorlog is oorlogsmoeheid, die op haar beurt weer veroorzaakt wordt door dood en verderf die oorlogen nu eenmaal met zich meebrengen. Dat was een van de oorzaken van de afloop van de Eerste Wereldoorlog: Duitsland lag maatschappelijk op apegapen en gaf zich uiteindelijk over. De dertigjarige oorlog die vooral een oorlog was tussen katholieken en protestanten eindigde onder andere omdat het besef doorgedrongen was dat als de strijd zou worden voortgezet er helemaal geen katholieken en protestanten meer waren: dan maar godsdienstvrijheid. Maar soms moet de beker van een oorlog tot op de bodem worden leeggedronken. Dat was het geval bij nazi-Duitsland dat zich pas overgaf toen er werkelijk geen enkele ruimte meer was de strijd door te zetten.
Als we dan onze blik wenden van Europa naar het Midden-Oosten, dan zien we daar een situatie die verdacht veel weg heeft van de vele oorlogen die Europa indertijd voerde. Is er een land in het Midden-Oosten waar nu geen oorlog, strijd of conflict is? De natiestaten Syrië, Irak, Libië en Jemen zijn verwikkeld in (burger)oorlogen. Israël en Gaza vochten in 2014 hun zoveelste bloedige conflict uit. Libanon doet haar best de balans vast te houden tussen allerlei facties die actief zijn in het land en Turkije kan moeilijk haar ogen sluiten voor de strijd aan haar zuid- en oostgrenzen. Het zijn overigens geen klassieke oorlogen tussen staten. Er is in de eerste plaats sprake van religieuze strijd, tussen soennieten en sjiieten, de eerste vertegenwoordigd door Saoedi-Arabië en de tweede door Iran. Daarnaast is er een strijd om natuurlijke bronnen zoals olie en water. Om het plaatje compleet te maken is er de strijd tussen de wereldgrootmachten, de Verenigde Staten en Rusland, en in mindere mate de grote landen van de Europese Unie om invloed op het gebied. En binnen dat plaatje hoort ook de staat Israël waarvan de politieke leiders meer en meer radicaliseren.
Met het wapentuig dat Saoedi-Arabië van de Verenigde Staten gekocht heeft wil het land zich nu doen gelden als politieagent van de regio en zet ze hoog in in de strijd tegen de Houthi-rebellen in Jemen. Een Iraanse invloed in de achtertuin van het Saoedische Koninkrijk is immers onaanvaardbaar. Tegelijkertijd worden de Saoedi’s geconfronteerd met de paradox van de Amerikaanse vriend en bondgenoot, die onderhandelingen voert met aartsvijand Iran over het atoomprogramma van dat laatste land en die min of meer aan de zijde van Iran helpt om Islamitische Staat uit de Iraakse stad Tikriet te verdrijven. Ik zou me als Saoedische koning behoorlijk genaaid voelen.
De chaos die nu mede door de Saoedi’s wordt vergroot in Jemen is in het voordeel van terroristische organisaties als Al Qaeda en Islamitische Staat, die beide al aanwezig waren in het land. De geschiedenis leert dat chaos de ideale broedplaats voor dit soort bewegingen is. Was het niet de chaos in Syrië die ISIS-kalief Ibrahim een uitgelezen kans gaf zijn kalifaat te stichten? Elke grootmacht die meent nu voor eens en voor altijd de zaken te gaan regelen in het Midden-Oosten komt bedrogen uit. De Saoedi’s zullen deze dure les nog leren.
Het is een heikele suggestie, maar een blik in de geschiedenisboeken van Europa zou de strijdende partijen een antwoord kunnen geven op de vraag wanneer de strijd nu eindelijk eens over is. Dat gebeurt pas als er een duidelijke winnaar uit de strijd tevoorschijn komt, of als de partijen en bevolkingen oorlogsmoe zijn. De strijd in het Midden-Oosten kan, zo meen ik, alleen tot een einde komen door oorlogsmoeheid. Een overtuigende winnaar zie ik niet opstaan.
En er zijn voorbeelden uit het Midden-Oosten van oorlogsmoeheid en het intreden van een relatieve vrede: Libanon hervond haar rust na een 15-jarige burgeroorlog en Algerije na een bloedig conflict met islamitische extremisten. Ik zie veel overeenkomsten tussen wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt en de Europese dertigjarige oorlog. Dadelijk zijn er geen soennieten en sjiieten meer over om te vechten. Zal dan het besef komen elkaar toch maar de hand te gaan rijken en vrede te sluiten? De dertigjarige oorlog vond 400 jaar geleden plaats. Ik hoop niet dat we 400 jaar moeten wachten om te weten dat ook het Midden-Oosten zich begaf op het pad van tolerantie en compromis. Maar als het Midden-Oosten ons iets leert, dan is het wel dat het onmogelijke immer mogelijk is.