‘Het werd ‘selfie’, maar ‘privacy’ had net zo goed het woord van 2013 kunnen worden. En waarschijnlijk ook van de komende jaren.’ Met die zinnen begon Vodafone’s Harry Odenhoven dinsdag hier op TPO-Talk een discussie over de praktische kanten van privacy. Het moet in zijn ogen wel werkbaar blijven en natuurlijk benadrukt hij de kosten van de Nederlandse regelgeving.
Wat Vodafone natuurlijk niet vertelt dat vooral de kosten belangrijk zijn. Uit uw informatie valt nog veel meer omzet te halen. Door het bijvoorbeeld door te verkopen, in te zetten voor ‘big data’ analyses zoals file informatie, het beheersen van groepen mensen en het maken van profielen van gebruikers. Dat soort zaken zijn geld waard en daar wil je niet teveel in investeren om aan verplichtingen van de wetgever te voldoen.
Vodafone poogt hier een beeld van leiderschap neer te leggen, maar dat beeld is misplaatst. De onderneming wil niet verder dan de wetgever ze verbiedt. Dat stelt Odenhoven ook verkapt: “En ze de mogelijkheid te bieden zich aan of af te melden voor het gebruik van die gegevens, al naar gelang de privacywetgeving voorschrijft.”
Ergo: we doen wat we moeten en niets meer. Vodafone wil dus niet een eerlijk debat, maar vooral minder gezeur aan de kop.
Als voorbeeld van wettelijke beperkingen noemt Odenhoven het controleren van een rekening. Die zou het bedrijf niet mogen bijhouden. Dat is complete lariekoek, want wie de doelbinding (waarom je iets verwerkt) goed regelt mag best informatie bijhouden. Alleen je mag het niet voor andere doelen gebruiken dan het doel van de verzameling. En dat is nou net de crux: Vodafone wil kennelijk meer met onze gegevens.
Leiderschap was geweest als men verder als de wet was gegaan en was gaan nadenken hoe klanten volledige regie over hun data hebben zonder dit al te complex te maken voor de klant. Geef mensen een echte keuze wat ze willen. De techniek kan het, mensen kunnen echt wel keuzes maken en met een beetje moeite kan Vodafone zich echt wel beheersen.
Innoveren op het behapbaar maken zou niet alleen leiderschap tonen, maar ook uitdagen op basis van privacy te innoveren. Het recht op een persoonlijke levenssfeer is een fundamenteel recht op zelfbeschikking. Providers zijn machtig en moeten zich daarvan rekenschap geven. Dat kost wat moeite, maar gelet op de rekeningen die ze sturen mag dienstverlening ook wel iets kosten.
In het debat zou ik Vodafone willen vragen wat ik als trouwe klant verkeerd doe: ik betaal trouw mijn rekeningen, die zijn best fors. Ik wil gewoon infrastructuur.
Bespaar me het misbruik van mijn profiel van andere doelen. Zeker nu het Amerikaanse, aan de Patriot Act onderhavige, AT&T dreigt de provider te kopen.
Wat mij betreft is het 2014 niet ‘selfie’ moeten zijn, niet ‘privacy’, maar ‘zelfbeschikking’.