Thierry Baudet is op dit moment de nieuwe ‘lieveling’ van de gevestigde machten, ofwel, geen politicus die momenteel zoveel verdachtmakingen over zich heen krijgt als de heer Baudet. De reden is duidelijk. In tegenstelling tot de volkomen uitgewoonde nestgeur van Wilders en zijn PVV – van wie de geharnaste standpunten al jaren exact hetzelfde ruiken – lanceren Baudet en zijn Forum voor Democratie een geheel nieuwe (en uitermate beweeglijke) aanval op onze krakende en deels fictieve democratie. Laat het maar aan Thierry over een haarscherp en onthutsend beeld te schetsen van het boven ons gestelde regentendom. Van de leegte die achter de salarisschalen gaapt. Zie en hoor de zurige lachsalvo’s vanuit de regeringsbankjes, waar ze maar al te goed weten dat Thierry dicht in de buurt zit als hij zegt dat het enige wat er voor ‘hotshots’ als Dijsselbloem en Rutte écht toe doet de baantjescarrousel in Brussel is, die vanaf een x-moment weer gaat draaien.
Op het Binnenhof is Baudet, kortom, veruit de beste ‘commentator’ van de morele rot in het Haagse circus. Zijn zinnen lopen soepel. Hij richt zijn straal effectief op de muur waartegen hij wil pissen, genaamd ‘het partijkartel’. En niet te vergeten: hij komt met een concreet model voor een ander type bestuurscultuur voor Nederland, jazeker, een Doordacht Alternatief (laat non-politieke experts de regering vormen en geef De Kamer alle ruimte de politiek-ideologische strijd te voeren). Al met al zit er meer vernieuwing en verbeeldingskracht in de rugzak van Baudet, dan in die van 99% van zijn collega’s. En dat trekt de (negatieve) aandacht van zijn tegenstanders. Maakt ze jaloers. Zeker nu dat clubje van hem, Forum voor Democratie, ook nog goed overweg blijkt te kunnen met de sociale media en de harten van jongeren grootschalig aan het stelen is.
Hoe trefzeker de analyse van Baudet ook is, en hoezeer een meer directe democratie zou aansluiten bij de toegenomen verantwoordelijkheden die de afgelopen decennia naar de burgers zijn overgeheveld: garantie op een doorbraak en een succesvolle uitrol van zijn meer directe democratie is nog ver weg. Hoe dat komt? Welnu, zonder het zelf te weten, tapt Baudet uit hetzelfde vaatje als ‘het partijkartel’ waartegen hij zo enthousiast en eloquent fulmineert. Zoals de parlementaire democratie in zijn huidige vorm intellectuele luiheid faciliteert, en slechts één keer in de zoveel jaar een actieve daad verlangt (het rood kleuren van een hokje), zo nodigt Forum voor Democratie de burgers uit, al klikkend tijdens referenda, de juiste instructies naar Den Haag te sturen. Weliswaar wil Forum de frequentie van het consulteren van de bevolking opvoeren (alsmede de status van hun afgegeven signaal), maar de vorm waarin is net zo passief. En de kans dat de keuzes van die burgers vervolgens op dezelfde leest van intellectuele luiheid geschoeid zullen zijn, is levensgroot.
In feite stoelt de directere democratie van Baudet dus op dezelfde gemakzucht bij het electoraat als het parlementaire systeem waartegen hij te hoop loopt. De kritiek dat hij met niets anders bezig is dan een paleisrevolutie en alleen ‘de poppetjes’ wil vervangen (om zelf ook ‘een poppetje’ te worden), snijdt helaas hout. Wil je ‘het partijkartel’ namelijk serieus aan het wankelen brengen, dan volstaat het niet de gemakzucht onder burgers aan te wakkeren door klikmogelijkheden in de vorm van referenda te promoten, nee, dan zul je de bestuurskracht van burgers zèlf (verder) moeten activeren. En aantonen dat allerlei zaakjes, van dichtbij tot veraf, beter geregeld worden als ‘het partijkartel’ buitenspel wordt gezet. Dat vraagt om geestdriftige samenwerking met de bevolking, brute organisatiekracht en bescheidenheid bij de kopstukken van Forum. Niet bepaald het profiel van een ogenschijnlijke solist als Baudet, en van zijn grijzende kompaan Hiddema.
Tot slot is het misschien nuttig de blik naar Frankrijk te richten. Met een operationele slagkracht die zijns gelijke amper kent, heeft Macron (knap staaltje) onlangs aangetoond dat ‘het partijkartel’ inderdaad omver te blazen is. De grote vraag is nu of zijn zelf gecreëerde partij ‘En Marche’ zich, net als de PVV, tot een machinerie rond één persoon zal ontwikkelen. Of tot een daadwerkelijke volksbeweging, die niet-luie burgers inspireert om verantwoordelijkheid te nemen. En bestuurlijk de handen uit de mouwen te steken. Liefst zodanig dat de Franse bevolking over een paar jaar niet meer begrijpt waar ze de Parti Socialiste, Les Republicains of het Front National ooit voor nodig hadden. Pas dán zal de luiheid van de gemakkelijke mening verslagen zijn, en is er sprake van een waardevolle cultuuromslag en een democratie die de 21-ste eeuw zelfverzekerd tegemoet kan treden. De kenniseconomie is, dunkt me, niet alleen een financieel groeimodel, maar evenzeer de weg naar een rechtvaardige democratie.
Dus, Thierry, richt je pijlen allereerst op de (geestelijke) luiheid van de Nederlanders. Laat voortdurend weten dat bij het feest van referenda de plicht komt kijken je serieuzer in zaken te verdiepen. Ga van mijn part net zo hard door met het belachelijk maken van ‘het partijkartel’, maar dan niet om wie de volgevreten bestuurders zijn, maar om waar ze het resultaat van zijn – verdoving, denkarmoede, cultuurhaat. Want zolang onze eigen luiheid niet in het volle licht komt te staan, we als bevolking niet de ambitie hebben (of opgedrongen krijgen) zélf aan een nieuwe politiek deel te nemen, gaat het slechts over poppetjes. En zal het cynisme zegevieren.
Ons politieke systeem is failliet, ja. Loopt op zijn laatste benen, zeker. Maar als je de luiheid niet aanpakt waar het de resultante van is, zullen Nederlanders, antirevolutionair tot in het merg, blijven kiezen voor het bekende.
Dus minder TV-studio’s, Thierry en volgelingen, en meer onooglijke zaaltjes. Aan de slag!