Thijs tikt: “De stadsdelen, dat is toch een godsgeschenk”

18-10-2011 12:00

Vorige week werd bekend dat minister Donner de stadsdelen, die zouden worden afgeschaft, toch niet helemaal zal afschaffen. In aangepaste vorm blijft een stadsdeelstelsel zoals in Amsterdam en Rotterdam mogelijk, al krijgen deze nieuwe bestuurslagen wel een stuk minder bevoegdheden. Het wordt Stadsdelen-light, en ze heten ‘verkiesbare bestuurscommissies’. In Amsterdam stonden opmerkelijk veel stadsdeel-politici juichend op de banken. Hun grote bestaansrecht was bewezen, hun positie veilig gesteld – al doen ze het werk uiteraard niet voor zichzelf, maar voor de burgers. Zonder stadsdelen zijn die namelijk aan de grillen van andere bestuurslagen overgeleverd. Bestuurslagen bovendien, zo luidt de collectieve mythe, die ‘veel te ver van de burger afstaan’.

Niet dat het kabinet toch ineens besloot dat stadsdelen wel nuttig zijn. Het liefst geven kabinet en Kamermeerderheid de stadsdelen een enkeltje vergetelheid. Minister Donner durft de door het CDA gedomineerde dorpsraden in gebieden ver buiten de A10, die anders door dezelfde wetswijziging zouden sneuvelen, tegen zich in het harnas te jagen. Amsterdam mag dus ook blijven aanmodderen. Wethouder Lodewijk Asscher sneerde vorig jaar dat het kabinet een hekel heeft aan de grote stad, maar in dit geval juicht de hoofdstad om het provincialisme in Den Haag.

De knieval van Donner weerhoudt veel Amsterdamse deelraadsleden er echter niet van om hun grote gelijk te tamboeren. Want de stadsdelen, dat is een godsgeschenk. We mogen Allah en Jahwe op onze blote knietjes danken voor de stadsdelen. Drie hoeraatjes voor onszelf: de stadsdelen staan tenminste dicht bij de burger.

Kloof
Zulke zelf-feliciterende tevredenheid begrijp ik niet. Alsof de kloof tussen burger en politiek fysiek is. Was het maar zo simpel. Als dat het probleem was hadden we op elke straathoek een dependance van het stadhuis gebouwd. Nee, de kloof tussen burger en politiek is er een van belevingswereld. Of een politicus ‘dicht bij de burger’ staat hangt af van het soort politicus dat iemand wil zijn, veel minder met de bestuurslaag waarin het vertegenwoordigende werk gedaan wordt. Ik ken Europarlementariërs die dichter bij de burger staan dan collega’s uit de stadsdelen.

Veel stadsdeelpolitici zijn vooral goed in het vertegenwoordigen van goed georganiseerde microbelangen van mensen met veel tijd. Gewone burgers (of hardwerkende Nederlanders) die geen tijd hebben om de borrelcarrousel af te lopen worden benadeeld door het systeem. Het zijn de mensen die na een lange dag om half 1 ’s nachts nog eens achter de computer kruipen om te voorkomen dat de parkeerplaats voor hun deur wordt opgeheven. De invloedrijke kaste van wijkcentra en belangenverenigingen mailt daarentegen opmerkelijk vaak om half twee ‘s middags, als andere mensen gewoon op werk zitten. Het zijn veelzeggende details.

Incest
Wie zich blind staart op het een incestueuze wereldje vol gevestigde belangen van mensen met teveel tijd, die elkaar bij elke borrel of bijeenkomst weer tegenkomen, wordt onherroepelijk wereldvreemd. Hoezo dicht bij de burger? Om enthousiast te zijn over de praktische werking van stadsdelen heb ik te vaak politici gezien die zich urenlang verloren in non-discussies over steigerdoekreclame, terwijl het opheffen van de zoveelste trits parkeerplaatsen in een gebied waar de wachttijd voor een parkeervergunning toch al meer dan vijf jaar is in een fractie van die tijd werd geregeld. De logica van een klein wereldje waar verhoudingen zoek zijn.

Precies daarin schuilt de echte kloof tussen burger en politiek. Die kloof is niet te dichten door een zoveelste overheidsgebouw met dikke muren net op de hoek bij het winkelcentrum te bouwen, maar alleen door echt te investeren in de relatie tussen kiezer en gekozene. Zolang politici en burgers niet dezelfde taal spreken maakt het openhouden van een paar stadsdeelkantoren de afstand niet werkelijk kleiner. Het idee van stadsdeelpolitiek ‘dicht bij de burger’ is in dat geval niet veel meer dan een luchtspiegeling voor ijdele politici.