Een van de grootste fabels van dit moment is dat we in een postideologische wereld leven. Na de val van het communisme bleef weliswaar alleen het kapitalisme over, maar dat is niet het begin van die postideologische tijd. Ook kapitalisme is een ideologie en het enige postideologische aan het hier en nu is dat het kapitalisme geen tegenstander meer heeft. Dat gebrek maakt het kapitalisme zelf echter niet minder een ideologie. Om die reden is technocraat bijvoorbeeld een misleidende term: een technocraat is een politicus die anderen wil laten geloven dat hij niet ideologisch denkt of handelt.
Nu het oordeel van de rating agencies ook Nederland als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt zal de roep om technocraten hier ook gehoord worden. Niemand wil immers de AAA-status kwijtraken.
Marktwerking is een keuze
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid publiceerde eerder deze maand een studie over de relatie tussen publieke zaken en marktwerking. In de studie beschrijft de WRR hoe er vanaf de jaren ‘80 een eind kwam aan het idee van embedded liberalism. Onder andere gemotiveerd door ideologische keuzes werd de markt sindsdien veel meer vrij gelaten. Het idee van embedded liberalism (een veel meer door de staat ingeperkte marktwerking) was ontstaan na de Tweede Wereldoorlog: de Beurskrach van 1929 lag nog vers in het geheugen. Embedded liberalism beschouwde de markt wel als wingewest voor het creëren van welvaart en het financieren van de verzorgingsstaat, maar de markt moest ook door het primaat van de politiek worden beheerst. Sinds de jaren ’80 werd de noodzaak daarvan echter steeds meer betwist.
Deze omslag in het denken over de economie markeert ook een verandering in ideologie, concludeert de WRR. Ronald Reagan verwoordde dat het meest kernachtig toen hij zei: “Government is not the solution to our problems, government is the problem.” Het primaat van politiek over markt raakte geërodeerd, het gezag van de staat was niet langer vanzelfsprekend. In de rolverdeling tussen markt en staat draaide iets zeer wezenlijks om: aan de ideologie van de markt is sindsdien het blinde vertrouwen, alles wat riekt naar overheid mag rekenen op een flinke dosis argwaan.
Ondermijnde democratie
Dat is niet zonder risico. Waar vroeger politiek een bepaalde hoeveel ruimte in de markt kreeg, lijken de markten en de rating agencies, gesterkt door het marktgeloof, steeds meer en steeds vaker te bepalen hoeveel ruimte politici kunnen nemen. Een zorgelijke omkering. Vervangen economische doemscenario’s en als advies vermomde dreigementen straks de moties in het parlement? Zoiets ondermijnt in potentie de democratie, en het is niet zonder reden dat zowel Angela Merkel als de beide Franse presidentspretendenten Sarkozy en Hollande beloofden het primaat van de politiek over markt en rating agency te herstellen.
Voor het weekend, toen het er nog naar uitzag dat de partijen in het Catshuis tot een akkoord zouden komen, waarschuwde kredietbeoordelaar Fitch voor een downgrade van Nederland. Fitch stelde: “Geert Wilders has not been irresponsible in fiscal policy, but if a situation arises where his presence is no longer compatible with stable government, we would expect the other parties to draw the proper conclusions.”
Het einde van de politiek
Hoe groot is de stap van het bestuderen van de ziekte naar inhoudelijke bemoeienis met de genezing? Downgrades zijn een machtig wapen. De vraag of rating agencies echt slechts een objectieve waarnemer zijn lijkt me niet onterecht. Ze kijken immers niet meer alleen naar kale cijfers, maar houden zich steeds meer met het beleid. Als de agencies landen straks van onversneden politiek advies gaan voorzien, welke ideologie volgen zij dan? Wat bedoelde Fitch eigenlijk met irresponsible in relatie tot Wilders? Ook CPB-directeur Coen Teulings meende immers dat nu fors bezuinigen niet per se een goede zet is.
De bemoeienis van een agency kan nooit vrij zijn van ideologie. Als diezelfde agencies tegelijkertijd het machtige wapen van de downgrade hanteren is dat een probleem. Agencies die stellen dat er iets moet veranderen zijn geen probleem, agencies die willen bepalen hoe wel, omdat ze zich met zulke uitspraken in het domein van het politieke begeven. Wat als er een conflict bestaat over de beste manier om de economie weer gezond te maken? Een agency kan zijn visie opdringen door een downgrade in het vooruitzicht te stellen.
Voldongen feiten
In zijn studie schrijft de WRR: “Het dwingende, door de regering-Thatcher uitgedragen motto “there is no alternative” leidde maar al te vaak tot een politiek van de voldongen feiten waarin de oplossing voor de problemen van markten steevast ‘meer markt’ luidde. Er zijn wel degelijk alternatieven.”
De markt is een keuze, geen strikte noodzaak. Laten we hopen dat iemand dat ook vertelt aan de rating agencies. Als zij straks als schaduwregenten bepalen welke politieke besluiten genomen worden is dat niet het einde van ideologie, maar het einde van de politiek.
wCC-Foto: nist6ss