In de film The Graduate (1967) biecht Benjamin Braddock (Dustin Hofman), terwijl hij een hamburger naar binnen propt, aan Elaine Robinson (Katharine Ross) op dat hij zich opgelaten voelt: “I have this feeling ever since I graduated. This kind of compulsion to be rude all the time, you know what I mean?”
“Yes I do”, antwoordt Elaine. Benjamin vervolgt: “It’s like I’m playing a game, but the rules don’t make any sense to me. They’re being made up by all the wrong people – no… No-one makes them up. They seem to make themselves up.”
The Graduate is een film over de botsing tussen hoop en werkelijkheid. Op een feestje ter ere van zijn afstuderen spreekt Benjamin met meneer McGuire, een vriend van zijn vader. Meneer McGuire belooft hem een stralende toekomst: “I just want to say one word to you – are you listening? – one word: plastics. There’s a great future in plastics.”
Maar Benjamin wil geen toekomst in plastics. Hij wil alleen ontsnappen aan de terreur van een voorgeprogrammeerd bestaan. Zijn daad van verzet is overdag ronddobberen op een luchtbed in het zwembad terwijl hij bier drinkt, en ’s avonds naar bed gaan met Mrs. Robinson, de vrouw van de zakenpartner van zijn vader. Lethargie als alternatief voor het bestaan van een robot.
Terreur van de onvermijdelijkheid
De benauwdheid van Benjamin typeert ook dit verkiezingsjaar. Wie koestert nog de illusie dat er te ontsnappen is aan een voorbestemde toekomst?
Uit protest tegen de terreur van onvermijdelijkheid verbranden sommigen dan maar hun stempas. De Occupy-beweging – even terug uit het schimmenrijk – haalde afgelopen weekend het nieuws omdat ze op een manifestatie in Utrecht mensen opriepen hun stempas aan het vuur te offeren. Deze schreeuw om aandacht past uitstekend bij de geest en de symboliek van Occupy: met veel vertoon laten zien dat je volstrekt machteloos bent. Of men nu gaat kamperen in het Zuccotti Park om de hoek bij Wall St. of tenten opzet voor de Beurs van Berlage om vervolgens door de rest van de wereld genegeerd te worden: breeduit tentoongespreide machteloosheid is de beeldtaal van Occupyers.
Waarom gaat men Occupyen? Het heeft alles te maken met het vertrouwen in de collectieve besluitvorming, en het vermogen van (natie-)staten om de wereld te vormen, in plaats van gevormd te worden door de wereld. Dat vermogen is verbrokkeld. De beroemde socioloog Ulrich Beck muntte de term ‘zombie institutions’, zijn aanduiding voor instituties die noch helemaal levend, noch helemaal dood zijn. Natiestaten vallen steeds meer onder die categorie, net als vakbonden nationale parlementen en andere instituties die ooit de macht vertegenwoordigden. Dat zoveel Nederlanders hun hoop niet vestigen op premier Mark Rutte, maar op het Duitse Constitutioneel Hof van Karlsruhe om de voortrazende Europese machine te stoppen spreekt boekdelen. Democratische machtsmiddelen veranderen, althans in de perceptie, maar weinig aan de uitkomsten die reeds door het lot beschikt zijn.
De nieuwe revolutie
Vanochtend schreef De Volkskrant een groot stuk over de teleurstelling die de Deense kiezers ervaren nadat de sociaaldemocraten in 2011 de verkiezingen wonnen. Links kan, ondanks de beloftes, niet leveren. Hetzelfde patroon doet zich ook voor bij de dit voorjaar gekozen Franse president Hollande, net als bij president Mitterand in de jaren ’80. Diederik Samsom is wat dat betreft gewaarschuwd.
Een pessimist zou zeggen dat linkse kiezers Occupyers zijn die het nog niet doorhebben. Maar de realiteit in Denemarken en Frankrijk is geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Integendeel, het is een aansporing opnieuw een revolutie te maken voordat die uitbreekt. De aantrekkingskracht van linkse politiek bestond altijd bij de gratie van de toverachtige alternatieven die het wist te schetsen voor de status quo – een kracht die overigens in de jaren ’90 jammerlijk werd ingeruild voor berusting, acceptatie en consensus.
Het grootste probleem van de 21ste eeuw is dat de instrumenten van onze collectieve zelfbeschikking gedateerd zijn, en dat niemand weet hoe het verder moet. De hoop zal niet komen van rechts, maar alleen van een nieuw links dat zijn revolutionaire inborst weer durft te laten spreken.