Thijs tikt: Vakbonden zetten eigenbelang voorop

15-05-2012 12:00

In november vorig jaar stond er een klein bericht in de Volkskrant over een massale ambtenarenstaking in het Verenigd Koninkrijk die maand. De Britse staatssecretaris van Financiën had kort voor de staking gewaarschuwd dat het neerleggen van het werk die dag wel eens een half miljoen pond schade zou kunnen toebrengen aan de economie. Zijn vrees bleek echter ongegrond.

De stakende ambtenaren, die hun pensioenrechten verdedigden door een dag niet te werken, bleken namelijk niet massaal naar het Britse equivalent van het Malieveld af te reizen, maar de extra vrije dag te gebruiken om te gaan winkelen. Volgens het bericht had een groot deel van de ruim twee miljoen stakers de gelegenheid benut om in november alvast wat kerstinkopen te doen. Dat kon mooi, als er toch gestaakt werd. In een groot Londens winkelcentrum was het 7 procent drukker dan op een normale woensdag. “Het leek op de laatste dag voor Kerst,” tekende The Daily Telegraph op uit de mond van een winkelmanager uit het noorden van het land. Bij de grote speech van vakbondsleider Dave Prentis voor het Londense stadhuis stonden ongeveer veertig stakers te luisteren. Ik probeer me voor te stellen hoe zoiets gaat. “Ontwaakt, verworpenen der aar – hé kijk daar, een winkel met wintersale!”

FNV
Ook in Nederland hebben de bonden het niet makkelijk. Ze liggen al maanden met elkaar overhoop, en afgelopen maand veegde de Wandelgangencoalitie ook nog het moeizaam bevochte pensioenakkoord van tafel. Alsof dat nog niet genoeg was presenteerde Jetta Klijnsma begin mei haar advies voor De Nieuwe Vakbeweging die moet ontstaan uit de verpulverde resten van de FNV. Dat advies kwam haar meteen op kritiek te staan van de grotere bonden, waaronder Abvakabo. Abvakabo is bang aan macht in te boeten. Het eigenbelang staat voorop.

De vakbonden hebben in de vorige eeuw een merkwaardige transformatie ondergaan. Behartiger van de belangen van de arbeidersklasse waren ze altijd al, maar het verschil tussen de vakbond van vroeger en de vakbond van nu is dat de oude variant belangen vertegenwoordigde die nog niet waren gerealiseerd, terwijl de nieuwe versie inmiddels belangen dient die er al een tijdje zijn (en die inmiddels onhoudbaar zijn geworden). Progressief wordt, als je maar lang genoeg wacht, op een gegeven moment vanzelf conservatief.

Rauw, onversneden eigenbelang
Het probleem van de vakbonden is ook het probleem van de linkse politiek in het algemeen: het bestaansrecht wordt alleen nog maar ontleend aan het beschermen van gevestigde belangen, voor de vorm verpakt in ronkende taal over solidariteit en lotsverbondenheid. Niemand gelooft daar echter meer in, de bonden zelf waarschijnlijk nog het minst. Zelf heb ik de term solidariteit altijd begrepen als een vorm van offers maken. Als een soort menslievendheid naar elkaar toe waardoor de directe eigenbelangen die een ieder afzonderlijk misschien had konden worden overstegen uit naam van een hoger doel. Precies het tegenovergestelde van dat is de huidige vakbond, al is het misschien te makkelijk om alleen hen de schuld te geven. Onze samenleving is doordrenkt metrauw, onversneden eigenbelang.

Vorige week zei Robert van der Laan, partner bij PricewaterhouseCoopers in de Volkskrant dat aan mensenrechten ‘te verdienen’ valt. PwC had becijferd dat bedrijven die aandacht besteden aan mensenrechten in de productieketen daar beter van werden. “Je kunt er geld aan verdienen. Betere arbeidsomstandigheden leiden tot hogere arbeidsproductiviteit. Je hebt fabrieken in China met een verloop van wel 50 procent per jaar. Die werknemers keren na familiebezoek met Nieuwjaar gewoon niet meer terug naar de fabriek. Dat is kapitaalvernietiging,” stond er.

De koopman en de dominee
In mijn gedachten vochten de koopman en de dominee met elkaar om het gelijk. Je zou natuurlijk blij kunnen zijn dat mensenrechten een goede business case blijken. Of vinden dat het goed is dat argument in te zetten om bedrijven ervan te overtuigen dat ze meer aandacht moeten hebben voor goede gezondheidzorg, toegang tot onafhankelijke rechtspraak en bestaanszekerheid. Bedrijven zijn er in de eerste plaats om centjes te verdienen, en als een beetje investeren in de behandeling van je personeel in een tweede- of derdewereldland geld oplevert, kunnen die bedrijven hier hun aandeelhouders tevreden maken, en daar hun werknemers. Win-win.

Maar wat nu als het geen geld oplevert? Als het garanderen en opkomen voor mensenrechten erg duur is, en offers van ons vraagt? Als er geen business case inzit? Welk toevluchtsoord zoeken we dan?

Solidariteit en lotsverbondenheid bewijzen hun kracht juist als het niets oplevert, en zelfs geld kost. Als het om een opoffering vraagt die niet direct in ons eigen voordeel is, maar wel een hoger doel dient. Dat geldt voor de stakende ambtenaren in Engeland, voor de vakbonden in Nederland, voor de bedrijven met hun mensenrechten-verdienmodel. De koopman mag dan een realist zijn, zonder dominees wordt de wereld koud en kil.

CC Foto: Alan Denney